Installatie ingebruikname, Ingebruikname, Onderhoud – STIEBEL ELTRON SBP E 08.06.2009 - 30.09.2012 User Manual

Page 27: 4 montagevarianten, 1 eerste ingebruikname, 2 buiten dienst stellen

Advertising
background image

N

ED

ER

LA

N

D

S

www.stiebel-eltron.com

sBp e | sBp e sol | sBp e cool |

27

installatie

ingebruikname

6.4 montagevarianten

6.4.1 montage van bijkomende sensorschermpijpen
Bij de SBP 700 kunt u bijkomende sensorschermpijpen monteren.

Als u gebruik wenst te maken van deze mogelijkheid, gaat u als

volgt te werk:

f

f Let op de markeringen bovenaan en onderaan op de

boilerommanteling.

f

f Plaats een rondgatzaag (aanbevolen Ø van de rondgatzaag

70 mm) op de gewenste markering op de boilerommanteling.

f

f Boor voorzichtig door de boilerommanteling in de isolatie.

De boordiepte wordt begrensd door de aansluitstomp die in

de isolatie uitsteekt.

f

f Verwijder de resterende isolatie rond de aansluitstomp.

f

f Schroef de afsluitkap af en monteer de sensorschermpijp.

6.4.2 montage inschroef-verwarmingselement Bgc
Het inschroef-verwarmingselement dient voor de bijkomende

elektrische opwarming.

- Bij de SBP 200 | 400 kunt u een inschroef-verwarmingsele-

ment rechts of links monteren.

- Bij de SBP 700 kunt u één of twee inschroef-verwarmingsele-

menten monteren.

f

f Verwijder de afdekkap op de aansluitstomp

f

f Draai de afsluitstop uit met een steeksleutel SW 32.

Inbouw BGC bij SBP E | SBP E cool

26

�0

3�

01

�0

22

8

Inbouw BGC bij SBP 700 E | SBP 700 E SOL

26

�0

3�

01

�0

22

7

7. ingebruikname

7.1 eerste ingebruikname

De eerste ingebruikname mag enkel door een vakman uitgevoerd

worden.

f

f Vul en ontlucht het toestel.

f

f Controleer de functies van het speciaal toebehoren

overeenkomstig de daarbij geleverde bedienings- en

installatiehandleidingen!

f

f Controleer de goede werking van de aanwezige

veiligheidsklep.

7.2 Buiten dienst stellen

Als de verwarmingsinstallatie niet in werking is en de opstelplaats

niet is beveiligd tegen vorst, dient u het toestel en de daarmee

verbonden installatie leeg te maken. Dit is noodzakelijk als er

vorstgevaar bestaat.

8. onderhoud

Het toestel vergt geen speciaal onderhoud. Een regelmatige vi-

suele controle volstaat.

Advertising