Verhelpen van storingen – Pioneer DJM-700-S User Manual

Page 129

Advertising
background image

VERHELPEN VAN STORINGEN

25

Du

Nederlands

VERHELPEN VAN STORINGEN

Onjuist uitgevoerde bewerkingen worden vaak voor defecten of storingen aanzien. Als u denkt dat er werkelijk iets mis is met dit toestel,
moet u eerst onderstaande punten controleren. Soms moet de oorzaak van het probleem bij een ander toestel worden gezocht. U moet
dus alle aangesloten elektrische apparaten controleren.
Indien het probleem, zelfs na controle van onderstaande punten, niet kan worden opgelost, moet u met uw verkoper of dichtsbijzijnde
PIONEER service center contact opnemen.

Bij statische elektriciteit of andere externe interferentie kunnen er storingen in het apparaat optreden. Om de normale werking te
herstellen, schakelt u het apparaat uit en dan weer in.

Storing

Mogelijke oorzaak

Maatregelen

Geen stroom.

• Het netsnoer is niet aangesloten.

• Sluit het netsnoer op een stopcontact aan.

Geen geluid of het
geluidsvolume is erg laag.

• De ingangskeuzeschakelaar staat in de

verkeerde stand.

• De aansluitkabels zijn verkeerd aangesloten of

de kabels zitten los.

• De aansluitbussen of de stekkers zijn vuil.

• De hoofduitgang-verzwakkingsschakelaar

(

MASTER ATT

) op het achterpaneel staat op

–6 dB enz.

• Kies het weergave-apparaat met de

ingangskeuzeschakelaar.

• Corrigeer de aansluitingen.

• Maak de aansluitbussen/stekkers schoon

voordat u de aansluitingen maakt.

• Stel de hoofduitgang-verzwakkingsschakelaar

(

MASTER ATT

) op het achterpaneel juist in.

Geen digitale uitvoer.

• De bemonsteringsfrequentie (fs) van de digitale

uitgang komt niet overeen met de specificaties
van de aangesloten apparatuur.

• Stel de bemonsteringsfrequentie-

keuzeschakelaar op het achterpaneel in
overeenkomstig de specificaties van de
aangesloten apparatuur.

Geluid is vervormd.

• Het hoofduitgangsniveau is te hoog.

• Het ingangsniveau is te hoog.

• Stel de hoofduitvoer-niveauregelaar (

MASTER

LEVEL

) of de uitgangsverzwakkingsschakelaar

(

MASTER ATT

) op het achterpaneel correct in.

• Stel de

TRIM

regelaar zodanig in dat het

ingangsniveau 0 dB nadert op de kanaalniveau-
indicator.

Kruisfader werkt niet.

• De

CROSS FADER ASSIGN

schakelaar ([

A

],

[

THRU

], [

B

]) is niet juist ingesteld.

• Stel de

CROSS FADER ASSIGN

schakelaar voor

het gewenste kanaal correct in.

Faderstart met de CD-speler is
niet mogelijk.

• De

FADER START

toets staat op OFF.

• De

CONTROL

aansluiting op het achterpaneel is

niet met de CD-speler verbonden.

• Alleen de

CONTROL

aansluiting op het

achterpaneel is met de CD-speler verbonden.

• Zet de

FADER START

toets op ON.

• Verbind de

CONTROL

aansluiting van het

mengpaneel met een bedieningssignaalkabel
met de CD-speler.

• Verbind de

CONTROL

aansluitingen en ook de

analoge ingangsaansluitingen.

Effecten werken niet.

• De instelling van de effectkanaal-

keuzeschakelaar is verkeerd.

• De effectparameter 2 regelaar (

LEVEL/DEPTH

)

staat op [

MIN

].

• Kies correct het kanaal waarop u de effecten wilt

toepassen.

• Stel de effectparameter 2 regelaar (

LEVEL/

DEPTH

) juist in.

Externe effector werkt niet.

• De effectkeuzeschakelaar staat niet op [

SND/

RTN

].

• De effector is niet op de

SEND/RETURN

aansluitingen op het achterpaneel aangesloten.

• De effectkanaal-keuzeschakelaar is verkeerd

ingesteld.

• Zet de effectkeuzeschakelaar op [

SND/RTN

].

• Sluit de effector op de

SEND/RETURN

aansluitingen op het achterpaneel aan.

• Gebruik de effectkanaal-keuzeschakelaar om de

geluidsbron te kiezen waarop u de effecten wilt
toepassen.

Geluid van externe effector is
vervormd.

• Het ingangsniveau van de externe effector is te

hoog.

• Verlaag het uitgangsniveau van de externe

effector.

BPM kan niet gemeten
worden.

Gemeten BPM-waarde is niet
juist.

• Het ingangsniveau is te hoog of te laag.

• De BPM kan bij sommige tracks niet juist

gemeten worden.

• Stel de

TRIM

regelaar zodanig in dat het

ingangsniveau 0 dB nadert op de kanaalniveau-
indicator.

• Stel de andere kanalen eveneens zodanig in dat

het ingangsniveau 0 dB nadert op de
kanaalniveau-indicator.

• Tik op de

TAP

toets om de BPM handmatig in te

stellen.

Gemeten BPM-waarde
verschilt van de waarde die op
de CD staat.

• Er kunnen verschillen zijin als gevolg van de

BPM detectiemethode die gebruikt wordt.

• Er zijn geen maatregelen nodig.

MIDI sequencer kan niet
gesynchroniseerd worden.

• De synchronisatiemodus van de MIDI

sequencer staat niet op “slave”.

• De MIDI sequencer is niet geschikt voor gebruik

met dit apparaat.

• Zet de synchronisatiemodus van de MIDI

sequencer op “slave”.

• MIDI sequencers die geen MIDI timingklok

ondersteunen kunnen niet gesynchroniseerd
worden.

05_DJM-700_DU.book 25 ページ 2007年7月10日 火曜日 午後8時44分

Advertising
This manual is related to the following products: