Nikon 800mm-f-56E-FL-ED-AF-S-VR-Nikkor - Manual (Page 2)

© 2013 Nikon Corporation
Figure 1/afbeelding 1
Figure 2/afbeelding 2
Nederlands
Gefeliciteerd met de aanschaf van een NIKKOR-objectief. Lees voordat u dit product
gebruikt zorgvuldig deze instructies en de camerahandleiding door.
Opmerking : Indien gemonteerd op een DX-formaat digitale refl excamera zoals de
D7000 of camera’s in de D300-serie, dan heeft dit objectief een beeldhoek van 2°
en een brandpuntsafstand die gelijk is aan 1200 mm (35 mm formaat). Wanneer
de meegeleverde teleconverter is bevestigd, dan is de beeldhoek 1°40 en is de
brandpuntsafstand gelijk aan 1500 mm.
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid
A A WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGEN
• Niet demonteren. Het aanraken van de interne onderdelen van de camera of objectief
kan letsel veroorzaken. In het geval van een defect moet het product alleen door een
gekwalifi ceerd technicus worden gerepareerd. Mocht het product openbreken als
gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder de camerabatterij en/of ontkoppel
de lichtnetadapter en breng het product naar een Nikon geautoriseerd servicecenter.
• Zet de camera in het geval van een defect onmiddellijk uit. Bemerkt u dat er rook of een
andere ongebruikelijke geur uit het apparaat komt, haal dan onmiddellijk de
lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijder de camerabatterij en zorg dat u
geen brandwonden oploopt. Het voortzetten van de werking van het apparaat
kan brand of letsel tot gevolg hebben. Breng na het verwijderen van de batterij het
apparaat voor inspectie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter.
• Niet gebruiken in de aanwezigheid van brandbaar gas. Het bedienen van elektronische
apparatuur in de aanwezigheid van brandbaar gas kan een explosie of brand tot
gevolg hebben.
• Kijk niet via het objectief of de camerazoeker naar de zon. Kijken naar de zon of andere
heldere lichtbron via het objectief of de zoeker kan permanent visueel letsel
veroorzaken.
• Houd buiten bereik van kinderen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
letsel tot gevolg hebben.
• Neem tijdens het hanteren van het objectief en de camera de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
- Zorg dat het object en de camera droog blijven. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
- Hanteer het objectief of de camera niet met natte handen. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
- Houd de zon goed uit het beeld tijdens het opnemen van onderwerpen met
tegenlicht. Zonlicht dat wordt scherpgesteld in de camera terwijl de zon zich in of
nabij het beeld bevindt kan brand veroorzaken.
- Bevestig de achter- en voorlensdop als het objectief voor langere tijd niet wordt
gebruikt en bewaar het objectief niet in direct zonlicht. Als u het in direct zonlicht
laat liggen, kan het objectief de zonnestralen op brandbare objecten scherpstellen
en brand veroorzaken.
• Draag geen statieven met het objectief of de camera eraan bevestigd. U kunt struikelen of per
ongeluk anderen raken, met letsel als gevolg.
• Laat het objectief niet achter waar het wordt blootgesteld aan extreem hoge temperaturen,
zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan de interne onderdelen van het objectief nadelig beïnvloeden
en brand veroorzaken.
■ ■ Onderdelen van het objectief (afbeelding 1) Onderdelen van het objectief (afbeelding 1)
q Rubberen grip
w Scherpstelfunctieknop
(scherpstelvergrendeling/geheugen
herroepen/AF-start)
e Scherpstelring
r Aanduiding voor scherpstelafstand
t Markering voor scherpstelafstand
y Objectiefrotatie-index
u Filterhouder insteekfi lter
i Filterhouderschroef insteekfi lter
o Objectief montagemarkering
!0 Rubberen afdichting voor
objectiefbevestiging
!1 CPU-contacten
!2 Knop geheugeninstelling
!3 Riemoogje
!4 Schroef ringbevestiging statiefgondel
!5 Ingebouwde roterende statiefgondel
!6 Schakelaar voor scherpstelstand
!7 Schakelaar scherpstellimiet
!8 Vibratireductieschakelaar
!9 Scherpstelfunctieselector
(AF-L/MEMORY RECALL/AF ON)
@0 Pieptoon aan/uit-schakelaar
@1 Vervangbare monopodgondel
@2 Zonnekapschroef
@3 Zonnekap
■ ■ Compatibiliteit Compatibiliteit
Dit objectief is geschikt voor gebruik met D4-, D3-serie, D800-serie, D700-, D600-,
D300-serie, D7100-, D7000-, D5200-, D5100-, D5000-, D3200- en D3100-camera’s.
■ ■ Scherpstellen Scherpstellen
Ondersteunde scherpstelstanden worden in de volgende tabel getoond (zie
de camerahandleiding voor informatie over de scherpstelmodi van de camera).
Camerascherpstelstand Camerascherpstelstand
Objectiefscherpstelstand Objectiefscherpstelstand
A/M A/M M/A M/A M M
AF
Autofocus met
handcorrectie
(AF-prioriteit)
Autofocus met
handcorrectie
(handmatige prioriteit)
Handmatige
scherpstelling
met elektronische
afstandsmeter
MF Handmatige scherpstelling met elektronische afstandsmeter
A/M- en M/A-standen A/M- en M/A-standen
• M/A: Autofocus kan worden uitgeschakeld door aan de scherpstelring
van het objectief te draaien.
• A/M: Zoals hierboven, behalve dat de scherpstelring verder moet
worden gedraaid voordat de autofocus wordt uitgeschakeld, zodat
onvoorziene wijzigingen aan de scherpstelling door onbedoelde
bediening van de scherpstelring worden voorkomen.
z Schuif de schakelaar voor de scherpstelstand van het objectief naar A/M
of M/A.
x Stel scherp.
Indien gewenst kan autofocus worden uitgeschakeld door aan de
scherpstelring van het objectief te draaien terwijl de ontspanknop half
wordt ingedrukt (of, als de camera is voorzien van een
AF-ON-knop, terwijl
de AF-ON-knop wordt ingedrukt, of als de scherpstelfunctieselector is
ingesteld op AF-ON terwijl een scherpstelfunctieknop wordt ingedrukt).
Druk de ontspanknop half in om opnieuw scherp te stellen met behulp
van autofocus of druk opnieuw op de
AF-ON- of scherpstelfunctieknop.
De schakelaar voor de scherpstellimiet De schakelaar voor de scherpstellimiet
Deze schakelaar bepaalt de limieten voor de scherpstelafstand voor autofocus.
• FULL: Selecteer deze optie voor onderwerpen die zich op een afstand
van minder dan 10 m bevinden.
• ∞–10 m: Indien uw onderwerp zich altijd op een afstand van ten
minste 10 m bevindt, selecteer deze optie om sneller te kunnen
scherpstellen.
■ ■ De scherpstelfunctieknoppen en -selector De scherpstelfunctieknoppen en -selector
De functie die is toegewezen aan de scherpstelfunctieknoppen kan worden
geselecteerd met behulp van de scherpstelfunctieselector.
Scherpstelfunctieselector Scherpstelfunctieselector Scherpstelfunctieknop Scherpstelfunctieknop
AF-L Scherpstelvergrendeling
MEMORY RECALL Geheugen herroepen
AF-ON Objectief AF-start
De toegewezen functie kan worden uitgevoerd met behulp van
een van de vier functieknoppen. De scherpstelknoppen kunnen
naar een nieuwe positie worden gedraaid; neem voor informatie
contact op met door Nikon geautoriseerd servicepersoneel.
Scherpstelvergrendeling (AF-L) Scherpstelvergrendeling (AF-L)
Scherpstelvergrendeling is alleen beschikbaar met autofocus.
z Schuif de schakelaar voor de scherpstelstand van het objectief naar A/M
of M/A.
x Schuif de scherpstelfunctieselector naar AF-L.
c Vergrendel de scherpstelling.
De scherpstelling kan worden vergrendeld door op een van de
scherpstelfunctieknoppen te drukken en blijft vergrendeld zolang als
de knop wordt ingedrukt. De scherpstelling kan ook met behulp van de
camerabedieningen worden vergrendeld.
Geheugen herroepen Geheugen herroepen
De pieptoon aan/uit-schakelaar kan worden gebruikt om de pieptoon, die
klinkt tijdens de instel- en herroepbewerkingen van het geheugen, in te
schakelen of te dempen.
• : Pieptoon ingeschakeld.
•
: Pieptoon gedempt.
De volgende beschrijving veronderstelt dat de pieptoon is ingeschakeld.
z Bewaar de huidige scherpstelafstand.
Stel scherp en druk op de knop voor geheugeninstelling om
de huidige afstand op te slaan (deze bewerking kan in elke
scherpstelstand worden uitgevoerd, ongeacht de positie
van de scherpstelfunctieselector; de opgeslagen afstand
wordt niet gewist als de camera wordt uitgeschakeld of het
objectief wordt verwijderd). Er klinkt een pieptoon als de
bewerking is voltooid. Als de bewerking mislukt, draait de
aanduiding voor de scherpstelafstand zo’n tien keer heen
en weer en laat het objectief een korte pieptoon horen,
gevolgd door drie lange pieptonen; stel scherp en druk
opnieuw op de knop geheugeninstelling.
x Schuif de scherpstelfunctieselector naar MEMORY RECALL.
c Herroep de opgeslagen scherpstelafstand.
Druk op een van de scherpstelfunctieknoppen om bij de opgeslagen
afstand scherp te stellen. De camera zal opnieuw scherpstellen bij de
opgeslagen afstand, zelfs wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt;
normale scherpstelling wordt hersteld wanneer de scherpstelfunctieknop
wordt losgelaten. Houd de scherpstelfunctieknop ingedrukt totdat de foto
is gemaakt.
AF-start (AF-ON) AF-start (AF-ON)
z Schuif de schakelaar voor de scherpstelstand van het objectief naar A/M
of M/A.
x Schuif de scherpstelfunctieselector naar AF-ON.
c Stel scherp.
Druk op een van de scherpstelfunctieknoppen om scherp te stellen
met behulp van autofocus. U kunt ook scherpstellen met behulp van de
camerabedieningen.
■ ■ Scherptediepte Scherptediepte
Als de camera over voorbeeld voor scherptediepte (stop omlaag) beschikt,
kan scherptediepte van tevoren als voorbeeld in de zoeker worden bekeken.
Zie de scherptedieptetabel voor meer informatie.
■ ■ Diafragma Diafragma
Diafragma wordt aangepast met behulp van de camerabedieningen. De
beeldsnelheid kan afnemen bij sommige diafragma’s.
■ ■ Vibratiereductie (VR) Vibratiereductie (VR)
Vibratiereductie (VR) vermindert onscherpte veroorzaakt door cameratrilling,
waardoor sluitertijden tot maximaal 4,0 stops langer duren dan anders het
geval zou zijn (gemeten volgens de Camera and Imaging Products Association
[CIPA]-normen met behulp van een D4 camera; eff ecten variëren afhankelijk
van de fotograaf en de opnameomstandigheden). Dit verhoogt het aantal
beschikbare sluitertijden.
De vibratiereductieschakelaar gebruiken De vibratiereductieschakelaar gebruiken
• Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen.
• Selecteer NORMAL om de eff ecten van trillingen te verminderen
tijdens het fotograferen vanuit een vaste positie en in andere
situaties met relatief weinig camerabeweging.
• Selecteer ACTIVE om de eff ecten van vibratie te verminderen bij
opnamen vanuit een bewegend voertuig en in andere situaties met
actieve camerabewegingen.
Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen
• Druk bij het gebruik van vibratiereductie de ontspanknop half in en wacht totdat
de afbeelding in de zoeker is gestabiliseerd, voordat de ontspanknop in zijn geheel
wordt ingedrukt.
• Wanneer vibratiereductie actief is, kan de afbeelding in de zoeker onscherp worden
nadat de sluiter wordt vrijgegeven. Dit duidt niet op een defect.
• Schuif de schakelaar van de stand vibratiereductie naar NORMAL voor het pannen
van opnamen. Wanneer de camera wordt gepand, is vibratiereductie alleen van
toepassing op beweging die geen deel uitmaakt van het pannen (bijvoorbeeld, als
de camera horizontaal wordt gepand, zal alleen verticale trilling worden toegepast),
waardoor het veel eenvoudiger is om de camera soepel in een brede boog te
pannen.
• Zet de camera niet uit of verwijder het objectief niet wanneer vibratiereductie
in werking is. Indien de voeding naar het objectief wordt afgekoppeld wanneer
vibratiereductie actief is, kan het objectief rammelen wanneer deze schudt. Dit
duidt niet op een defect en kan met behulp van het herbevestigen van het objectief
en het inschakelen van de camera worden verholpen.
• Als de camera is voorzien van een ingebouwde fl itser, wordt vibratiereductie
uitgeschakeld wanneer de fl itser laadt.
• NORMAL en ACTIVE vibratiereductie kan onscherpte verminderen wanneer de
camera op een statief is gemonteerd en wordt aanbevolen als de kop niet is
vergrendeld of als de camera op een monopod is gemonteerd.
OFF kan echter in
sommige gevallen betere resultaten opleveren, afhankelijk van het type statief en
de opnameomstandigheden.
■ ■ De zonnekap De zonnekap
De zonnekap beschermt het objectief en blokkeert dwaallicht dat anders
lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt.
Draai de kapschroef stevig vast (w).
Vignettering kan optreden als de kap niet juist is bevestigd. De kap kan
worden omgedraaid en op het objectief worden gemonteerd wanneer deze
niet in gebruik is.
■ ■ Een ingebouwde roterende statiefgondel gebruiken Een ingebouwde roterende statiefgondel gebruiken
Bevestig statieven op de statiefgondel van het objectief, niet op de camera.
Merk op dat uw hand in aanraking kan komen met het statief als u de camera
draait terwijl de handgreep wordt vastgehouden. De statiefgondel kan
worden verwijderd door de borgschroef van de statiefgondel los te draaien;
neem voor meer informatie contact op met een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
De camera herpositioneren De camera herpositioneren
Draai de bevestigingsschroef van
de statiefgondel los (q), laat de
rotatie-index van het objectief (w)
overeenkomen met de camerarichting
en draai vervolgens de schroef vast
(e).
De monopodgondel De monopodgondel
De meegeleverde vervangbare monopodgondel kan in plaats van de
statiefgondel worden gebruikt. Controleer na het vervangen van de gondel
of de gondelvergrendeling goed is vastgedraaid. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan het objectief of de camera tot
gevolg hebben.
■ ■ De fi lterhouder van het insteekfi lter De fi lterhouder van het insteekfi lter
Controleer bij het maken van foto’s met de fi lterhouder met insteekfi lter of er
een fi lter is geplaatst. De houder beschikt over een meegeleverd neutral color
(NC)-fi lter.
z Ontgrendel de houder.
Druk op de fi lterhouderschroef van het
insteekfi lter en draai tegen de wijzers van de
klok in totdat de witte lijn zich tot een rechte
hoek ten opzichte van de as van het objectief
verhoudt.
x Verwijder de fi lterhouder van het insteekfi lter.
c Verwijder het meegeleverde fi lter.
v Schroef een 52 mm opschroefbaar fi lter in de
zijkant van de houder die is gemarkeerd met
“Nikon” en “JAPAN”.
De houder kan vervolgens opnieuw worden
geplaatst in de richting van het onderwerp of
de camera.
Een optionele C-PL3L circulaire polarisatiefi lter gebruiken Een optionele C-PL3L circulaire polarisatiefi lter gebruiken
De C-PL3L blokkeert ongewenste weerspiegelingen van glas, water en andere
niet-metalen oppervlakken. Merk op dat door het gebruik van een C-PL3L de
kortste scherpstelstand enigszins toeneemt en de scherpstelafstand verschuift
van de afstand die door de aanduiding voor de scherpstelstand wordt
getoond. Vergeet niet het fi lter te bevestigen voordat de scherpstelpositie
wordt opgeslagen bij het gebruik van geheugen herroepen.
■ ■ Onderhoud objectief Onderhoud objectief
• Ondersteun altijd het objectief bij het vasthouden van de camera. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de objectiefvatting beschadigen.
• Pak of houd het objectief of de camera niet alleen met behulp van de zonnekap vast.
• Houd de CPU-contacten schoon.
• Mocht de rubberen afdichting voor objectiefbevestiging beschadigt zijn, staak
onmiddellijk het gebruik en breng het objectief voor reparatie naar een Nikon
geautoriseerd servicecenter.
• Gebruik een blaasbalgje om stof en pluizen van de objectiefoppervlakken te
verwijderen. Voor het verwijderen van vlekken en vingerafdrukken moet u een
kleine hoeveelheid ethanol of objectiefreiniger op een zachte, schone katoenen
doek of objectief reinigingsdoekje aanbrengen en reinig met een draaiende
beweging vanuit het midden naar buiten toe. Zorg dat er geen vegen achterblijven
en raak het glas niet met uw vingers aan.
• Gebruik voor het reinigen van het objectief nooit organische oplosmiddelen zoals
verfthinner of benzeen.
• Bevestig de achterste en slip-on voorste objectiefdoppen voordat het objectief in de
verstevigde tas wordt geplaatst.
• Als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt, moet u het op een koele
en droge plaats bewaren. Zo voorkomt u schimmel en roest. Bewaar niet in direct
zonlicht of in combinatie met mottenballen van nafta of kamfer.
• Zorg dat het objectief droog blijft. Het roesten van het interne mechanisme kan
onherstelbare schade veroorzaken.
• Het objectief achterlaten op extreem hete locaties kan schade veroorzaken of
onderdelen gemaakt van versterkt plastic kunnen kromtrekken.
• Er ontstaan vouwen als de meegeleverde slip-on voorste dop wordt opgevouwen,
maar dit weerhoudt niet het gebruik van de dop.
■ ■ Meegeleverde accessoires Meegeleverde accessoires
• AF-S Teleconverter TC800-1.25E ED
• Slip-on voorste objectiefdop
• Achterste objectiefdop LF-4
• Zonnekap HK-38
• 52 mm inschroefbaar NC-fi lter • Riem LN-2
• Extra sterke tas CT-801
• Zachte tas CL-0715 (voor teleconverter)
• Monopodgondel
■ ■ Compatibele accessoires Compatibele accessoires
• 52 mm opschroefbare fi lters (circulaire polarisatiefi lter II niet inbegrepen)
• Insteekfi lter circulaire polarisatiefi lter C-PL3L
• AF-I/AF-S-teleconverter TC-14E
1 /TC-14E II 1 /TC-17E II 2 /TC-20E 2 /TC-20E II 2 /TC-20E III 2
1 Autofocus is uitsluitend beschikbaar voor camera’s met ondersteuning voor f/8.
2 Autofocus wordt niet ondersteund.
■ ■ Specifi caties Specifi caties
Type Type Type E AF-S objectief met ingebouwde CPU- en F-vatting
Brandpuntsafstand Brandpuntsafstand 800 mm
Maximale diafragma Maximale diafragma f/5.6
Objectiefconstructie Objectiefconstructie 20 elementen in 13 groepen (inclusief 2 ED-objectiefelementen,
2 fl uorietelementen en objectiefelementen met een Nano-Crystal
coating) en 1 beschermglaselement
Weergavehoek Weergavehoek • Nikon D-SLR camera’s in FX-formaat: 3° 10
• Nikon D-SLR camera’s in DX-formaat: 2°
Afstandsinformatie Afstandsinformatie Uitvoer naar camera
Scherpstellen Scherpstellen Nikon Internal Focusing (IF) System met autofocus
aangestuurd door Silent Wave Motor en afzonderlijke
scherpstelring voor handmatige scherpstelling
Vibratiereductie Vibratiereductie Lens-shift met behulp van voice coil motors (VCMs)
Aanduiding voor Aanduiding voor
scherpstelafstand
scherpstelafstand 5,9 m tot oneindig (∞)
Kortste scherpstelafstand Kortste scherpstelafstand 5,9 vanaf fi lmvlak
Diafragmabladen Diafragmabladen 9 (ronde diafragmaopeningen)
Diafragma Diafragma Automatische elektronische diafragmaregeling
Diafragmabereik Diafragmabereik f/5.6 tot f/32
Lichtmeting Lichtmeting Volledig diafragma
Schakelaar scherpstellimiet Schakelaar scherpstellimiet Twee standen: FULL (∞ – 5,9 m) en ∞ – 10 m
Maat voor fi lters/ Maat voor fi lters/
voorzetlenzen
voorzetlenzen 52 mm (P = 0,75 mm)
Afmetingen Afmetingen Ca. 160 mm maximum diameter × 461 mm (afstand vanaf
objectiefbevestigingsvlak van de camera)
Gewicht Gewicht Ca. 4590 g
Nikon behoudt zich het recht de specifi caties van de hardware, zoals beschreven in deze
handleiding, te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
AF-S Teleconverter TC800-1.25E ED AF-S Teleconverter TC800-1.25E ED
De meegeleverde TC800-1.25E ED teleconverter is uitsluitend voor gebruik met
AF-S NIKKOR 800 mm f/5.6E FL ED VR-objectieven. Bij bevestiging tussen de
camera en het objectief, verhoogt de TC800-1.25E ED de brandpuntsafstand
van het objectief met 1,25×. Autofocus is uitsluitend beschikbaar voor
camera’s met ondersteuning voor f/8.
■ ■ Onderdelen van de teleconverter (afbeelding Onderdelen van de teleconverter (afbeelding 2 2))
@4 Bevestigingsmarkering teleconverter
@5 CPU-contacten
@6 Objectiefbevestigingsmarkering
@7 Objectiefontgrendelingsklepje
■ ■ Objectieven bevestigen en verwijderen Objectieven bevestigen en verwijderen
Objectieven kunnen worden bevestigd op en verwijderd van de teleconverter,
zoals hieronder beschreven.
Objectieven bevestigen Objectieven bevestigen
Zoek, voordat het objectief van de camera wordt verwijderd om de
teleconverter te bevestigen, een locatie die zich niet in direct zonlicht bevindt
en schakel de camera uit. Breng de bevestigingsmarkering op het objectief
op één lijn met de bevestigingsmarkering op de teleconverter en plaats het
objectief op de objectiefvatting van de teleconverter om het objectief op de
teleconverter te bevestigen. Druk niet op het objectiefontgrendelingsklepje,
draai de teleconverter tegen de wijzers van de klok in (gezien vanaf de
achterkant) totdat het objectief op zijn plaats klikt.
Objectieven verwijderen Objectieven verwijderen
Houd het objectiefontgrendelingsklepje ingedrukt, draai de teleconverter
met de wijzers van de klok mee (gezien vanaf de achterkant) totdat de
bevestigingsmarkeringen op één lijn zijn gebracht en verwijder vervolgens
het objectief van de teleconverter.
■ ■ De teleconverter bevestigen en verwijderen De teleconverter bevestigen en verwijderen
De teleconverter kan worden bevestigd op en verwijderd van de camera,
zoals hieronder beschreven.
De teleconverter bevestigen De teleconverter bevestigen
Kies een locatie die zich niet in direct zonlicht bevindt en schakel de camera
uit. Breng de bevestigingsmarkering van de teleconverter op één lijn met de
objectiefbevestigingsmarkering op de camera en plaats de teleconverter op de
objectiefvatting van de camera. Druk niet op het objectiefontgrendelingsklepje
of de objectiefontgrendelingsknop van de camera, draai de camera tegen de
wijzers van de klok in (gezien vanaf de achterkant) totdat de teleconverter op
zijn plaats klikt.
De teleconverter verwijderen De teleconverter verwijderen
Houd de objectiefontgrendelingsknop van de camera ingedrukt, draai de
camera met de wijzers van de klok mee (gezien vanaf de achterkant) totdat
de bevestigingsmarkeringen op één lijn zijn gebracht en verwijder vervolgens
de teleconverter.
■ ■ Belichting Belichting
Wanneer de teleconverter wordt bevestigd, daalt het maximaal diafragma naar
f/7.1; belichting wordt gemeten met behulp van DDL-meting bij maximaal
diafragma. Zie de camerahandleiding voor informatie over de beschikbare
belichtings- en lichtmeetstanden wanneer een teleconverter wordt gebruikt.
■ ■ Productverzorging Productverzorging
• De meegeleverde teleconverter is uitsluitend voor gebruik met AF-S NIKKOR
800 mm f/5.6E FL ED VR-objectieven en zijn specifi ek afgesteld voor gebruik met het
objectief waarmee deze is meegeleverd en geen andere. Gebruik niet met andere
objectieven; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan
het objectief of de teleconverter toebrengen.
• Bevestig de achterste dop en de teleconverterdop voordat het objectief in de zachte
tas wordt geplaatst.
■ ■ Meegeleverde accessoires Meegeleverde accessoires
• Teleconverterdop BF-3B • Achterste objectiefdop LF-4
■ ■ Specifi caties Specifi caties
Constructie Constructie 5 elementen in 3 groepen (inclusief 1 ED-lenselementen)
Geschatte afmetingen Geschatte afmetingen 62,5 mm maximum diameter × 16 mm (afstand vanaf
objectiefbevestigingsvlak van camera); totale lengte 29 mm
Gewicht Gewicht Ca. 135 g
Met objectief met vaste brandpuntsafstand Met objectief met vaste brandpuntsafstand
Brandpuntsafstand Brandpuntsafstand 1,25× dat van objectief met vaste brandpuntsafstand
Gecombineerd diafragma Gecombineerd diafragma f/7.1 – f/40
Reproductieverhouding Reproductieverhouding 1,25× dat van objectief met vaste brandpuntsafstand
Scherptediepte Scherptediepte ⁄× dat van objectief met vaste brandpuntsafstand
Kortste scherpstelafstand Kortste scherpstelafstand Zelfde als dat van objectief met vaste brandpuntsafstand
Nikon behoudt zich het recht de specifi caties van de hardware, zoals beschreven in deze
handleiding, te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Français
Nous vous remercions d’avoir acheté un objectif NIKKOR. Avant de l’utiliser,
veuillez lire attentivement ces instructions et le manuel de l’appareil photo.
Remarque : lorsqu’il est monté sur un refl ex numérique de format DX, comme le
D7000 ou un appareil de la gamme D300, cet objectif a un angle de champ de 2° et
une focale équivalente à 1200 mm (format 24 × 36 mm). Lorsque le téléconvertisseur
fourni est installé, l’angle de champ est de 1°40 et la focale est équivalente à 1500 mm.
Pour votre sécurité Pour votre sécurité
A A ATTENTION ATTENTION
• Ne pas démonter. Toucher les parties internes de l’appareil photo ou de l’objectif peut
provoquer des blessures. En cas de dysfonctionnement, le produit devra être réparé
par un technicien qualifi é uniquement. Si le produit s’ouvre à cause d’une chute ou
de tout autre accident, retirez l’accumulateur de l’appareil photo et/ou débranchez
l’adaptateur secteur et confi ez le produit à un centre Nikon agréé pour le faire vérifi er.
• Mettre immédiatement l’appareil hors tension en cas de dysfonctionnement. Si vous détectez
de la fumée ou une odeur inhabituelle provenant de l’équipement, débranchez
immédiatement l’adaptateur secteur et retirez l’accumulateur de l’appareil photo,
tout en prenant soin de ne pas vous brûler. Poursuivre son utilisation peut provoquer
un incendie ou des blessures. Après avoir retiré l’accumulateur, confi ez l’équipement
à un centre Nikon agréé pour le faire vérifi er.
• Ne pas utiliser en présence de gaz infl ammable. L’utilisation d’équipement électronique
en présence d’un gaz infl ammable peut provoquer une explosion ou un incendie.
• Ne pas regarder le soleil avec l’objectif ou le viseur de l’appareil photo. Regarder le soleil ou
toute autre source lumineuse intense avec l’objectif ou le viseur peut provoquer des
troubles de la vision irréversibles.
• Tenir éloigné des enfants. Le non-respect de cette précaution peut provoquer des blessures.
• Suivre les précautions ci-dessous lors de la manipulation de l’objectif et de l’appareil photo :
- Tenir l’objectif et l’appareil photo au sec. Le non-respect de cette précaution peut
provoquer un incendie ou un choc électrique.
- Ne pas manipuler l’objectif ou l’appareil photo avec des mains mouillées. Le non-
respect de cette précaution peut provoquer un choc électrique.
- Ne pas inclure le soleil dans le cadrage lors de la prise de vue de sujets en contre-jour. La
concentration de la lumière du soleil dans l’appareil photo lorsque le soleil est dans ou à
proximité du champ de l’image peut provoquer un incendie.
- Si vous n’avez pas l’intention d’utiliser l’objectif pendant une période prolongée,
fi xez les bouchons avant et arrière et rangez l’objectif hors de la lumière directe du
soleil. Si l’objectif est laissé en contact direct avec la lumière du soleil, les rayons
peuvent toucher des objets infl ammables, provoquant ainsi un incendie.
• Ne pas porter un trépied sur lequel un objectif ou l’appareil photo est fi xé. Vous risqueriez
de trébucher ou de frapper accidentellement des personnes, provoquant ainsi des
blessures.
• Ne pas laisser l’objectif là où il serait exposé à des températures élevées, comme une voiture
fermée ou à la lumière directe du soleil. Le non-respect de cette précaution peut avoir des
répercussions sur les parties internes de l’objectif, pouvant provoquer un incendie.
■ ■ Parties de l’objectif (Figure 1) Parties de l’objectif (Figure 1)
q Grip en caoutchouc
w Commande de fonction MAP
[Mise Au Point] (mémorisation
de la mise au point/rappel de
mémoire/activation de l’AF)
e Bague de mise au point
r Indicateur de distance de mise
au point
t Repère de distance de mise au
point
y Repère de rotation de l’objectif
u Porte-fi ltre à vanne
i Vis du porte-fi ltre à vanne
o Repère de montage de l’objectif
!0 Joint en caoutchouc de la monture d’objectif
!1 Contacts du microprocesseur
!2 Commande de réglage mémoire
!3 Œillet pour courroie
!4 Vis de fi xation du collier pour trépied
!5 Collier pour trépied rotatif intégré
!6 Commutateur du mode de mise au point
!7 Commutateur de la limite de mise au point
!8 Commutateur de réduction de vibration
!9 Sélecteur de fonction MAP [Mise Au Point]
(AF-L/MEMORY RECALL/AF ON)
@0 Commutateur de signal sonore
@1 Collier amovible pour monopode
@2 Vis du parasoleil
@3 Parasoleil
■ ■ Compatibilité Compatibilité
Cet objectif peut être utilisé avec les appareils photo D4, gamme D3,
gamme D800, D700, D600, gamme D300, D7100, D7000, D5200, D5100,
D5000, D3200 et D3100.
■ ■ Mise au point Mise au point
Les modes de mise au point pris en charge sont indiqués dans le tableau
suivant (pour en savoir plus sur les modes de mise au point de l’appareil
photo, consultez le manuel de ce dernier).
Mode de mise au point Mode de mise au point
de l’appareil photo de l’appareil photo
Mode de mise au point de l’objectif Mode de mise au point de l’objectif
A/M A/M M/A M/A M M
AF
Autofocus à
priorité manuelle
(priorité AF)
Autofocus à
priorité manuelle
(priorité manuelle)
Mise au point
manuelle avec
télémètre électronique
MF Mise au point manuelle avec télémètre électronique
Modes A/M et M/A Modes A/M et M/A
• M/A : l’autofocus peut être désactivé à l’aide de la bague de mise au
point de l’objectif.
• A/M : comme ci-dessus, sauf que la bague de mise au point doit
être tournée davantage pour désactiver l’autofocus, ce qui permet
d’éviter des modifi cations accidentelles de la mise au point dues à
une manipulation involontaire de la bague.
z Positionnez le commutateur du mode de mise au point de l’objectif sur
A/M ou M/A.
x Eff ectuez la mise au point.
Si vous le souhaitez, vous pouvez annuler l’autofocus en tournant la bague
de mise au point tout en appuyant sur le déclencheur à mi-course (ou si
l’appareil photo est équipé d’une commande
AF-ON, tout en appuyant sur la
commande AF-ON ou si le sélecteur de fonction MAP est positionné sur AF-ON,
tout en appuyant sur l’une des commandes de fonction MAP). Pour refaire
le point à l’aide de l’autofocus, appuyez à nouveau sur le déclencheur à mi-
course ou sur la commande
AF-ON ou la commande de fonction MAP.
Commutateur de la limite de mise au point Commutateur de la limite de mise au point
Ce commutateur permet de défi nir les limites de la distance de mise au point
en mode autofocus.
• FULL : Sélectionnez cette option lorsque vous photographiez des
sujets probablement situés à des distances inférieures à 10 m.
• ∞–10 m : Si votre sujet se situe toujours à une distance égale ou
supérieure à 10 m, sélectionnez cette option pour eff ectuer la mise
au point plus rapidement.
■ ■ Sélecteur et commandes de fonction MAP Sélecteur et commandes de fonction MAP
La fonction attribuée aux commandes de fonction MAP peut être sélectionnée
à l’aide du sélecteur de fonction MAP.
Sélecteur de fonction MAP Sélecteur de fonction MAP Commande de fonction MAP Commande de fonction MAP
AF-L Mémorisation de la mise au point
MEMORY RECALL Rappel de mémoire
AF-ON Activation de l’AF de l’objectif
Pour utiliser la fonction programmée, appuyez sur l’une des
quatre commandes de fonction. Ces commandes peuvent être
positionnées ailleurs ; pour en savoir plus, contactez le service
après-vente Nikon.
Mémorisation de la mise au point (AF-L) Mémorisation de la mise au point (AF-L)
La mémorisation de la mise au point est uniquement disponible avec
l’autofocus.
z Positionnez le commutateur du mode de mise au point sur A/M ou M/A.
x Positionnez le sélecteur de fonction MAP sur AF-L.
c Mémorisez la mise au point.
La mise au point peut être mémorisée à l’aide de n’importe quelle
commande de fonction MAP et le reste tant que vous appuyez sur cette
commande. Il est également possible de mémoriser la mise au point à
l’aide des commandes de l’appareil photo.
Rappel de mémoire Rappel de mémoire
Le commutateur de signal sonore permet d’activer ou de désactiver le signal
sonore émis lors des opérations de réglage et de rappel de mémoire.
• : signal sonore activé.
•
: signal sonore désactivé.
La description suivante suppose que le signal sonore est activé.
z Enregistrez la distance de mise au point actuelle.
Faites le point et appuyez sur la commande de réglage de
mémoire pour enregistrer la distance de mise au point actuelle
(vous pouvez eff ectuer cette opération dans n’importe
quel mode de mise au point, quelle que soit la position du
sélecteur de fonction MAP ; la distance enregistrée n’est pas
supprimée si vous mettez l’appareil photo hors tension ou
retirez l’objectif ). Un signal soanore est émis si l’opération a
fonctionné. Si ce n’est pas le cas, l’indicateur de distance de
mise au point se déplace de gauche à droite puis de droite à
gauche une dizaine de fois et l’objectif émet un bip bref suivi
de trois longs bips ; refaites le point et appuyez à nouveau sur
la commande de réglage de mémoire.
x Positionnez le sélecteur de fonction MAP sur MEMORY RECALL.
c Sélectionnez la distance de mise au point enregistrée.
Appuyez sur n’importe quelle commande de fonction MAP pour faire le
point à la distance enregistrée. L’appareil photo refait le point à la distance
enregistrée même lorsque vous appuyez sur le déclencheur à mi-course. La
prise de vue normale reprend lorsque vous relâchez la commande de fonction
MAP. Maintenez cette dernière enfoncée jusqu’à ce que la photo soit prise.
Activation de l’AF (AF-ON) Activation de l’AF (AF-ON)
z Positionnez le commutateur du mode de mise au point sur A/M ou M/A.
x Positionnez le sélecteur de fonction MAP sur AF-ON.
c Eff ectuez la mise au point.
Appuyez sur n’importe quelle commande de fonction MAP pour eff ectuer
la mise au point à l’aide de l’autofocus. Vous pouvez également faire le
point à l’aide des commandes de l’appareil photo.
■ ■ Profondeur de champ Profondeur de champ
Si l’appareil photo dispose d’une fonction d’aperçu de la profondeur de
champ, il est possible de prévisualiser cette dernière dans le viseur. Reportez-
vous au tableau de la profondeur de champ pour en savoir plus.
■ ■ Ouverture Ouverture
Réglez l’ouverture à l’aide des commandes de l’appareil photo. La cadence de
prise de vue peut ralentir à certaines ouvertures.
■ ■ Réduction de vibration (VR) Réduction de vibration (VR)
La fonction de réduction de vibration (VR) atténue les phénomènes de fl ou
provoqués par le bougé de l’appareil photo, ce qui permet de recourir à des
vitesses d’obturation jusqu’à 4,0 fois plus lentes que celles normalement
utilisées (mesures eff ectuées selon les normes de la CIPA [Camera and Imaging
P
roducts Association] à l’aide d’un appareil photo D4 ; les eff ets varient selon
le photographe et les conditions de prise de vue). Cette fonction permet
d’augmenter la plage des vitesses d’obturation disponibles.
Utilisation du commutateur de réduction de vibration Utilisation du commutateur de réduction de vibration
• Sélectionnez OFF pour désactiver la réduction de vibration.
• Sélectionnez NORMAL pour réduire les eff ets des vibrations
lorsque vous photographiez depuis une position fi xe et de
manière générale, dans les situations où le mouvement de
l’appareil photo est relativement peu important.
• Sélectionnez ACTIVE pour réduire les eff ets des vibrations lorsque vous
photographiez depuis un véhicule en mouvement et dans d’autres
situations où le mouvement de l’appareil photo est important.
Utiliser la réduction de vibration : Remarques Utiliser la réduction de vibration : Remarques
• Lorsque vous utilisez la réduction de vibration, appuyez sur le déclencheur à mi-
course et attendez que l’image se stabilise dans le viseur avant d’appuyer sur le
déclencheur jusqu’en fi n de course.
• Lorsque la réduction de vibration est activée, l’image dans le viseur peut être fl oue
une fois le déclencheur relâché. Cela n’indique pas un dysfonctionnement.
• Positionnez le commutateur du mode de réduction de vibration sur NORMAL pour
eff ectuer des fi lés panoramiques. Lorsque vous eff ectuez un fi lé panoramique, la
réduction de vibration s’applique uniquement au mouvement ne faisant pas partie
du fi lé (par exemple, si l’appareil photo est utilisé pour faire un fi lé horizontal, la
réduction de vibration ne s’applique qu’au tremblement vertical). Il est ainsi
beaucoup plus facile de réaliser de longs fi lés panoramiques.
• Ne mettez pas l’appareil photo hors tension et ne retirez pas l’objectif pendant que
la réduction de vibration est activée. Si l’alimentation de l’objectif est coupée alors
que la réduction de vibration est activée, l’objectif peut vibrer s’il est secoué. Il ne
s’agit pas d’un dysfonctionnement et cela peut être corrigé en refi xant l’objectif et
en mettant l’appareil photo sous tension.
• Si l’appareil photo est équipé d’un fl ash intégré, la réduction de vibration est
désactivée pendant que le fl ash se charge.
• Les réglages NORMAL et ACTIVE permettent de réduire l’eff et de fl ou lorsque l’appareil photo
est installé sur un trépied et sont recommandés si la tête n’est pas fi xée ou si l’appareil
photo est installé sur un monopode. Le réglage
OFF peut néanmoins produire de meilleurs
résultats dans certains cas, selon le type de trépied et les conditions de prise de vue.
■ ■ Parasoleil Parasoleil
Le parasoleil protège l’objectif et bloque la lumière diff use pouvant causer de
la lumière parasite ou une image fantôme.
Serrez à fond la vis du parasoleil (w).
Un vignettage peut se produire si le parasoleil n’est pas fi xé correctement. Le
parasoleil peut être retourné et monté sur l’objectif lorsqu’il n’est pas utilisé.
■ ■ Utilisation d’un collier pour trépied rotatif intégré Utilisation d’un collier pour trépied rotatif intégré
Fixez le trépied au collier pour trépied de l’objectif et non à l’appareil photo.
Notez que votre main peut entrer en contact avec le trépied si vous tournez
l’appareil photo tout en le tenant par sa poignée. Retirez le collier pour
trépied en dévissant sa vis de verrouillage ; pour en savoir plus, contactez un
représentant Nikon agréé.
Repositionnement de l’appareil photo Repositionnement de l’appareil photo
Desserrez la vis de fi xation du collier
pour trépied (q), faites correspondre
le repère de rotation de l’objectif (w)
à l’orientation de l’appareil photo, puis
serrez la vis (e).
Collier pour monopode Collier pour monopode
Le collier pour monopode amovible (fourni) peut être utilisé à la place du
collier pour trépied. Après avoir changé de collier, veillez à ce que celui-ci soit
bien verrouillé. Le non-respect de cette mise en garde risque d’endommager
l’objectif ou l’appareil photo.
■ ■ Porte-fi ltre à vanne Porte-fi ltre à vanne
Lorsque vous photographiez avec le porte-fi ltre à vanne, vérifi ez qu’un fi ltre
est inséré. Le porte-fi ltre est doté en standard d’un fi ltre neutre (NC).
z Déverrouillez le porte-fi ltre.
Appuyez sur la vis du porte-fi ltre à vanne et
tournez-la dans le sens inverse des aiguilles
d’une montre jusqu’à ce que la ligne blanche
forme un angle droit avec l’axe de l’objectif.
x Retirez le porte-fi ltre à vanne.
c Retirez le fi ltre fourni.
v Vissez un fi ltre à vis 52 mm dans le porte-fi ltre
(du côté où sont indiqués « Nikon » et « JAPAN »).
Vous pouvez ensuite réinsérer le porte-fi ltre, de
façon à ce qu’il soit face au sujet ou à l’appareil
photo.
Utilisation d’un fi ltre polarisant circulaire C-PL3L (en option) Utilisation d’un fi ltre polarisant circulaire C-PL3L (en option)
Le C-PL3L bloque les refl ets parasites provenant du verre, de l’eau et des surfaces
non métalliques. Notez que l’utilisation d’un C-PL3L augmente légèrement la
distance de mise au point minimale et que la distance de mise au point signalée par
l’indicateur peut légèrement diff érer. Lors de l’utilisation de la fonction de rappel de
mémoire, pensez à installer le fi ltre avant d’enregistrer la position de mise au point.
■ ■ Entretien de l’objectif Entretien de l’objectif
• Soutenez toujours l’objectif lorsque vous tenez l’appareil photo. Vous risquez sinon
d’endommager la monture d’objectif.
• Ne prenez pas ou ne tenez pas l’objectif ou l’appareil photo en saisissant uniquement
le parasoleil.
• Maintenez les contacts du microprocesseur propres.
• Si le joint en caoutchouc de la monture d’objectif est endommagé, cessez immédiatement
l’utilisation et confi ez l’objectif à un centre Nikon agréé pour le faire réparer.
• Utilisez une souffl ette pour enlever la poussière et les peluches sur la surface de
l’objectif. Pour eff acer les taches et les traces de doigt, imprégnez un morceau
de tissu propre en coton avec une petite quantité d’éthanol ou de nettoyant
pour objectif ou utilisez une lingette de nettoyage d’objectif, et nettoyez avec un
mouvement circulaire à partir du centre vers l’extérieur, tout en prenant soin de ne
pas laisser de taches, ni de toucher le verre avec vos doigts.
• N’utilisez jamais de solvants organiques comme un diluant à peinture ou du
benzène pour nettoyer l’objectif.
• Fixez les bouchons avant (à emboîtement) et arrière avant de ranger l’objectif dans
sa valise de transport.
• Si vous n’avez pas l’intention d’utiliser l’objectif pendant une période prolongée, rangez-
le dans un endroit frais et sec pour éviter la moisissure et la rouille. Ne pas ranger à la
lumière directe du soleil ou avec des boules antimites de naphtaline ou de camphre.
• Tenez l’objectif au sec. La formation de rouille sur le mécanisme interne peut causer
des dégâts irréparables.
• Laisser l’objectif dans des endroits extrêmement chauds peut endommager ou
déformer les éléments composés de plastique renforcé.
• Des plis vont se former si le bouchon avant à emboîtement (fourni) est plié, mais
cela n’empêche pas de l’utiliser.
■ ■ Accessoires fournis Accessoires fournis
• Téléconvertisseur AF-S TC800-1.25E ED
• Bouchon avant d’objectif à emboîtement
• Bouchon arrière d’objectif LF-4
• Parasoleil d’objectif HK-38
• Filtre NC à vis 52 mm • Courroie LN-2
• Valise de transport CT-801
• Étui souple CL-0715
(pour téléconvertisseur)
• Collier pour monopode
■ ■ Accessoires compatibles Accessoires compatibles
• Filtres à vis 52 mm (à l’exception du fi ltre polarisant circulaire II)
• Filtre polarisant circulaire insérable C-PL3L
• Téléconvertisseurs AF-I/AF-S TC-14E
1 /TC-14E II 1 /TC-17E II 2 /TC-20E 2 /TC-20E II 2 /TC-20E III 2
1 L’autofocus est uniquement disponible avec les appareils photo prenant en charge
l’ouverture f/8.
2 L’autofocus n’est pas pris en charge.
■ ■ Caractéristiques Caractéristiques
Type Type Objectif AF-S de type E avec microprocesseur intégré et
monture F
Focale Focale 800 mm
Ouverture maximale Ouverture maximale f/5.6
Construction optique Construction optique 20 lentilles en 13 groupes (dont 2 lentilles en verre ED, 2 lentilles en
fl uorite et des lentilles bénéfi ciant d’un traitement nanocristal) et 1 lentille de
protection en verre
Angle de champ Angle de champ • Refl ex numériques Nikon de format FX : 3° 10
• Refl ex numériques Nikon de format DX : 2°
Information de distance Information de distance Communiquée au boîtier de l’appareil photo
Mise au point
Mise au point Système de mise au point interne de Nikon (IF, Internal
Focusing) avec autofocus commandé par un moteur
ondulatoire silencieux (SWM) et bague de mise au point pour
mise au point manuelle
Réduction de vibration Réduction de vibration Décentrement avec voice coil motors (VCMs)
Indicateur de distance
Indicateur de distance
de mise au point
de mise au point 5,9 m à l’infi ni (∞)
Distance minimale de Distance minimale de
mise au point
mise au point 5,9 m depuis le plan focal
Lamelles de diaphragme Lamelles de diaphragme 9 (diaphragme circulaire)
Diaphragme
Diaphragme Contrôle automatique et électronique de l’ouverture
Plage des ouvertures Plage des ouvertures f/5.6 à f/32
Mesure Mesure Pleine ouverture
Commutateur de la Commutateur de la
limite de mise au point
limite de mise au point Deux positions : FULL (∞ – 5,9 m) et ∞ – 10 m
Diamètre de fi xation Diamètre de fi xation
pour fi ltre
pour fi ltre
52 mm (P = 0,75 mm)
Dimensions Dimensions Environ 160 mm de diamètre maximum × 461 mm (distance à
partir du plan d’appui de la monture d’objectif de l’appareil photo)
Poids Poids Environ 4590 g
Nikon se réserve le droit de modifi er les caractéristiques du matériel décrit dans ce manuel
à tout moment et sans préavis.
Téléconvertisseur AF-S TC800-1.25E ED Téléconvertisseur AF-S TC800-1.25E ED
Le téléconvertisseur fourni TC800-1.25E ED est conçu exclusivement pour
les objectifs AF-S NIKKOR 800 mm f/5.6E FL ED VR. Lorsqu’il est installé entre
l’appareil photo et l’objectif, le TC800-1.25E ED permet de multiplier la focale
de l’objectif par 1,25. L’autofocus n’est disponible qu’avec les appareils photo
prenant en charge l’ouverture f/8.
■ ■ Nomenclature du téléconvertisseur (Figure Nomenclature du téléconvertisseur (Figure 2 2))
@4 Repère de montage du téléconvertisseur
@5 Contacts électriques
@6 Repère de montage de l’objectif
@7 Onglet de déverrouillage de l’objectif
■ ■ Fixation et retrait des objectifs Fixation et retrait des objectifs
Pour fi xer l’objectif au téléconvertisseur et le retirer de celui-ci, suivez les
instructions ci-dessous.
Fixation de l’objectif Fixation de l’objectif
Avant de retirer l’objectif de l’appareil photo afi n de l’utiliser avec le
téléconvertisseur, placez-vous à l’abri du soleil et mettez l’appareil photo
hors tension. Pour fi xer l’objectif au téléconvertisseur, alignez le repère de
montage, situé sur l’objectif, sur le repère de montage de l’objectif, situé sur le
téléconvertisseur, puis posez l’objectif sur la monture du téléconvertisseur. En
faisant attention à ne pas appuyer sur l’onglet de déverrouillage de l’objectif,
tournez le téléconvertisseur dans le sens inverse des aiguilles d’une montre
(vu de derrière) jusqu’à ce que vous entendiez un clic.
Retrait de l’objectif Retrait de l’objectif
Tout en appuyant sur l’onglet de déverrouillage de l’objectif, tournez le
téléconvertisseur dans le sens des aiguilles d’une montre (vu de derrière)
jusqu’à ce que les repères de montage soient alignés, puis retirez l’objectif du
téléconvertisseur.
■ ■ Fixation et retrait du téléconvertisseur Fixation et retrait du téléconvertisseur
Pour fi xer le téléconvertisseur à l’appareil photo et le retirer de celui-ci, suivez
les instructions ci-dessous.
Fixation du téléconvertisseur Fixation du téléconvertisseur
Placez-vous à l’abri du soleil et mettez l’appareil photo hors tension. Alignez le
repère de montage du téléconvertisseur sur le repère de montage de l’objectif,
situé sur l’appareil photo, puis posez le téléconvertisseur sur la monture
d’objectif de l’appareil photo. En faisant attention à ne pas appuyer sur l’onglet
de déverrouillage de l’objectif ou sur la commande de déverrouillage de
l’objectif de l’appareil photo, tournez l’appareil photo dans le sens inverse des
aiguilles d’une montre (vu de derrière) jusqu’à ce que vous entendiez un clic.
Retrait du téléconvertisseur Retrait du téléconvertisseur
Tout en appuyant sur la commande de déverrouillage de l’objectif de l’appareil
photo, tournez l’appareil photo dans le sens des aiguilles d’une montre (vu de
derrière) jusqu’à ce que les repères de montage soient alignés, puis retirez le
téléconvertisseur.
■ ■ Exposition Exposition
Lorsque le téléconvertisseur est installé, l’ouverture maximale est moins
lumineuse et devient f/7.1 ; l’exposition est mesurée à l’aide de la mesure TTL
à l’ouverture maximale. Reportez-vous au manuel de l’appareil photo pour
obtenir des informations sur les modes de mesure et d’exposition disponibles
lors de l’utilisation d’un téléconvertisseur.
■ ■ Entretien du matériel Entretien du matériel
• Le téléconvertisseur fourni est conçu exclusivement pour les objectifs AF-S NIKKOR
800 mm f/5.6E FL ED VR ; il est spécialement optimisé pour l’objectif avec lequel il
est fourni et non pour un autre. Ne l’utilisez pas avec d’autres objectifs ; vous risquez
sinon d’endommager l’objectif ou le téléconvertisseur.
• Fixez le bouchon arrière et le bouchon de téléconvertisseur avant de ranger ce
dernier dans son étui.
■ ■ Accessoires fournis Accessoires fournis
• Bouchon de téléconvertisseur BF-3B • Bouchon d’objectif arrière LF-4
■ ■ Caractéristiques techniques Caractéristiques techniques
Construction optique Construction optique 5 lentilles en 3 groupes (dont 1 lentille en verre ED)
Dimensions Dimensions
approximatives
approximatives
62,5 mm maximum de diamètre × 16 mm (distance à partir
du plan d’appui de la monture d’objectif de l’appareil photo) ; longueur
totale de 29 mm
Poids Poids Environ 135 g
Avec objectif à focale fi xe Avec objectif à focale fi xe
Focale Focale 1,25× celle de l’objectif
Ouverture combinée Ouverture combinée f/7.1 – f/40
Rapport de reproduction Rapport de reproduction 1,25× celle de l’objectif
Profondeur de champ Profondeur de champ ⁄× celle de l’objectif
Distance minimale de Distance minimale de
mise au point
mise au point Identique à celle de l’objectif
Nikon se réserve le droit de modifi er les caractéristiques du matériel décrit dans ce manuel
à tout moment et sans préavis.