Verklarende woordenlijst – Sony TDM-NC1 User Manual

Page 213

Advertising
background image

41

NL

AES (Advanced Encryption Standard)

Een versleutelingstechniek die gebruikt wordt in
de beveiligingsprotocollen WPA en WPA2 voor
draadloze LAN. AES heeft geavanceerdere
beveiligingsfuncties dan TKIP.

DHCP (Dynamic Host Configuration
Protocol)

Een systeem waarbij automatisch de juiste
instellingen voor een internetaansluiting
toegewezen worden.

IP-adres

IP-adressen bestaan gewoonlijk uit vier groepen
van elk maximaal drie cijfers, gescheiden door
een punt (zoals 192.168.239.1). Alle apparaten
in een netwerk moeten een IP-adres hebben.

MAC-adres (Media Access Control
address)

Een uniek nummer dat ingesteld is voor
identificatie van een netwerkonderdeel op een
netwerk. Aan elk op het netwerk aangesloten
onderdeel wordt een uniek adres toegekend.

SSID (Service Set Identifier)

De naam die door een draadloze LAN gebruikt
wordt om een specifiek netwerk te herkennen.
Op de draadloze LAN-router en het apparaat
met draadloze LAN-functies wordt dezelfde
SSID ingesteld, en tussen twee apparaten met
dezelfde SSID is een draadloze verbinding
mogelijk.

Standaard-gateway

Bij een verbinding met apparaten op een ander
netwerk worden de data eerst verstuurd naar een
knooppunt (doorgangsverbinding), een
zogenoemde gateway. Als de gateway, waar de
data naartoe gestuurd moeten worden, echter
niet bekend is, worden de data gestuurd naar het
meest typische knooppunt, de zogenoemde
standaard-gateway.

Subnetmasker

Een gedeelte van het IP-adres, dat
verantwoordelijk is voor de identificatie van het
subnet, een kleinere groep op het netwerk.

TKIP (Temporal Key Integrity
Protocol)

Een versleutelingstechniek die gebruikt wordt in
de beveiligingsprotocollen WPA en WPA2 voor
draadloze LAN. TKIP voorkomt het kraken van
netwerksleutels en misleiding ("spoofing") en
heeft geavanceerdere beveiligingsfuncties dan
WEP.

WEP (Wired Equivalent Privacy)

Een data-versleutelingsprotocol in gebruik bij
een draadloze LAN. Met het WEP-protocol
wordt op twee apparaten, die via een draadloze
LAN met elkaar in verbinding staan,
gebruikgemaakt van dezelfde 64-bits of 128-bits
sleutel, om te voorkomen dat de gegevens op
andere apparaten gekraakt kunnen worden.

WPA (Wi-Fi Protected Access)

Dit is het versleutelingsprotocol van draadloze
LAN, bepleit door de Wi-Fi Alliance, de
industriegroep voor draadloos LAN. Het WPA-
protocol biedt een betere beveiliging dan WEP.

WPA2 (Wi-Fi Protected Access 2)

Het nieuwe versleutelingsprotocol van
draadloze LAN, bepleit door de Wi-Fi Alliance,
de draadloze LAN-industriegroep. Het WPA2-
protocol biedt zelfs een nog betere beveiliging
dan WPA.

Verklarende woordenlijst

Advertising