Tunturi Competence T10 User Manual

Page 34

Advertising
background image

34

H

A

N

D

L

E

ID

IN

G

T

1

0

a.

Druk op deze toets om het gewenste

programma of de ingestelde waarde te

bevestigen.

b.

Druk op deze toets om het gewenste

programma of de ingestelde waarde te

bevestigen. Houd twee seconden ingedrukt

om alle waarden terug te stellen naar de

initiële modus.

7. SPEED +:

a.

Druk op deze toets om een programma te

kiezen uit P1, P2, P3, P4, P5, P6, P7, U1 en

U2.

b.

Druk in de instelmodus op deze toets om de

waarde te verhogen.

c.

Verhoogt in de trainingsmodus de snelheid

van 0,8 tot 16,0 km/u of van 0,5 tot 10

MPH zoals getoond op het snelheidsscherm.

Eenmaal drukken komt overeen met 0,1

km/u of 1 MPH. Door de toets gedurende

2 seconden ingedrukt te houden stijgt de

snelheid sneller.

8. SPEED -:

a.

Druk op deze toets om een programma te

kiezen uit P1, U2, U1, P7, P6, P5, P4, P3 en

P2.

b.

Druk in de instelmodus op deze toets om de

waarde te verlagen.

c.

Verlaagt in de trainingsmodus de snelheid

van 16,0 tot 0,8 km/u of van 10 tot 0,5

MPH zoals getoond op het snelheidsscherm.

Eenmaal drukken komt overeen met 0,1

km/u of 1 MPH. Door de toets gedurende

2 seconden ingedrukt te houden daalt de

snelheid sneller.

C. SPEED QUICK-ACCESS TOETSEN:

+ :

hetzelfde als Speed +

- :

hetzelfde als Speed –

D. ELEVATION QUICK-ACCESS TOETSEN

+ :

hetzelfde als Elevation +

- :

hetzelfde als Elevation –

LED-LAMPJES, SCHERMEN EN
WERKINGSBEREIK

De standaardwaarden zijn PROGRAM = Manual (M),

TIME = 00:00 (optellend), SPEED = 0,0, DISTANCE

= 0,00 (optellend), CALORIES = 0 (optellend),

HEART RATE = 0 en ELEVATION = 0

A. 4 LED-FUNCTIELAMPJES:

tonen de functie

DISTANCE, KCAL, HEART RATE en

ELEVATION.

B. 9 LED-PROGRAMMALAMPJES:

tonen de functie P1,

P2, P3, P4, P5, P6, P7, gebruikersinstelling U1 en

gebruikersinstelling U2,

C. 12 LED-TRAJECTLAMPJES:

tonen het traject 400

meter/0,25 mijl

D. SCHERM TIME :

toont de trainingstijd optellend of

aftellend. Wanneer de loopband niet in gebruik

is en de veiligheidssleutel op ON staat, kan het

scherm gekozen worden door op “ENTER” te

drukken en dan ingesteld met “+” of “-“. Het

optelbereik gaat van 00:00 tot 99:59, het aftelbereik

van 10:00 tot 99:00. Na het aftellen tot 00:00 geeft

de monitor 12 biepsignalen en stopt de loopband.

E. SCHERM SPEED :

toont de snelheid die de loopband

levert. Kan ingesteld worden met de toetsen

“SPEED +” en “SPEED –“ van 0,5 tot 10 MPH of

van 0,8 tot 16 km/u.

F. SCHERM DISTANCE, KCAL, HEART RATE EN

ELEVATION:

De getoonde standaardwaarde is

de afstand. Druk op de toets Select/Scan om te

veranderen tussen DISTANCE, KCAL, HEART

RATE en ELEVATION.

DISTANCE:

Toont de afstand optellend of aftellend.

Het optelbereik gaat van 0,00 tot 999 MPH/km/u,

het aftelbereik van 999 tot 0 MPH/km/u. Na het

aftellen tot 0 geeft de monitor 12 biepsignalen en

stopt de loopband.

KCAL:

Toont de calorieën optellend of aftellend.

Het optelbereik gaat van 0 tot 999 Kcal, het

aftelbereik van 999 tot 0 Kcal. Na het aftellen tot

0 geeft de monitor 12 biepsignalen en stopt de

loopband.

HEART RATE:

toont uw hartslag in slagen per

minuut.

ELEVATION:

toont de hellingsgraad van 0% tot

12%.

WERKINGSINSTRUCTIES
(LEES AANDACHTIG DOOR ALVORENS
HET TOESTEL TE GEBRUIKEN)

A. VEILIGHEID:

Om te beginnen: schakel het toestel aan en plaats

de veiligheidssleutel op de monitor. Het toestel

en de LED-schermen werken niet indien de

veiligheidssleutel niet geplaatst is. Het andere uiteinde

van de veiligheidssleutel moet vastgeclipt worden

aan de gebruiker om ervoor te zorgen dat het toestel

stopt indien de gebruiker per ongeluk van de band zou

lopen. Bij een val wordt de veiligheidsleutel van de

monitor getrokken en stopt de loopband onmiddellijk

om verwondingen te voorkomen.

B. PROGRAMMAKEUZE:

Er zijn 9 programma’s waaronder 1 Manual, 6 vooraf

ingestelde programma’s en 2 gebruikersprogramma’s,

waaruit gekozen wordt met de toets SCAN SELECT

en toetsen “ELEVATION + -” of “SPEED + -”.

C. TRAINEN MET EEN SPECIFIEK DOEL:

In alle programma’s kan de gebruiker de waarden

en de tijd instellen voor de training. Druk op de

toets “ENTER” om de waarde te selecteren en stel

de waarde in met de toetsen “ELEVATION +” of

“SPEED +”. Indien geen waarden worden ingesteld

blijven ze allemaal op 0. De gebruiker kan zolang

lopen als hij wenst. De gebruiker kan ook de gewenste

tijd instellen en laten aftellen. Indien bij voorbeeld

TIME wordt ingesteld op 10 minuten, stopt de

loopband na 10 minuten.

D. HARTSLAG

Er zijn twee manieren om uw hartslag te meten.

De eerste is gebruikmaken van de handsensor, de

tweede is een borstband. De handsensor is standaard

ingesteld als meetmethode. Houd met beide handen

de handsensoren vast. Er zijn 2 sensoren (2 metalen

Advertising