Datageheugen, Vervangen van de insteekkaart, Batterij-indicator en batterijvervanging – Microlife BP A80 User Manual

Page 37: Batterijen bijna leeg, Batterijen leeg - vervanging

Advertising
background image

35

BP A80

NL

4. Weergave van de hart aritmie indicator voor

vroegtijdige detectie

Dit symbool

AM geeft aan dat bepaalde polsonregelmatigheden

tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resul-
taat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de
meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als
het symbool regelmatig verschijnt (b.v. een paar keer per week met
dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te vertellen.
Laat uw arts de volgende uitleg zien:

5. Datageheugen

Het instrument slaat altijd het laatste resultaat aan het einde van
de meting op. Om een waarde op te roepen, houdt u de ON/OFF
knop ingedrukt

1 (het instrument moet eerst zijn uitgeschakeld).

Alle weergave-elementen worden nu getoond. Laat de knop los
wanneer u de opgeslagen uitleeswaarde ziet en de letter «M».

6. Vervangen van de insteekkaart

U kunt de insteekkaart

3 vervangen door hem opzij eruit te trekken,

zoals getoond in afb. IV en vervang de papieren inzet.
Het kan nuttig zijn uw arts de dosering van de geneesmiddelen te laten
noteren of een noodtelefoonnummer op de kaart te schrijven. Extra
kaarten worden geleverd met het instrument voor dit doeleinde.

7. Batterij-indicator en batterijvervanging

Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool

AO knipperen zodra het instrument ingeschakeld is

(gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het
instrument door zal gaan met betrouwbaar meten moet u vervan-
gende batterijen op voorraad houden.

Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool

AO knip-

peren zodra het instrument ingeschakeld is (lege batterij weerge-
geven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.

7.

Neem de pompkogel in uw vrije hand (de arm waarmee u niet
meet) en pomp de manchet op. Bekijk de drukindicatie in de
weergave en pomp circa 40 mmHg hoger dan de verwachte
systolic value (the upper value). Als u niet genoeg gepompt
hebt zal een knipperende pijl «

S» BT verschijnen die u zegt

meer te pompen.

8.

Na het pompen wordt de meting automatsch verricht.
Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het
meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.

9.

Tijdens het meten knippert het hartsymbool in de weergave
en een zoemer weerklinkt

AN elke keer met de waarneming

van een hartslag.

10. Het resultaat, inclusief de systolische

AQ en de diastolische

AR bloeddruk en de polsslag AS wordt weergegeven en een
langere zoemer wordt gehoord. Neem ook de uitleg op
verdere weergaven in dit boekje in acht.

11. Zodra de meting is voltooid drukt u op de snel reagerende

aflaatklep

AL in order to release any remaining air in the cuff.

Verwijder de manchet en verpak hem in het instrument zoals
aangegeven in afb. II.

12. Noteer het resultaat in het bijgevoegde bloeddrukpasje en

schakel het instrument uit. (De monitor gaat automatisch uit
na ongeveer. 1 min.).

)

U kunt de meting op elk gewenst tijdstip onderbreken door
op de snel reagerende aflaatklep te drukken

AL

(b.v.wanneer u zich ongemakkelijk voelt of een onplezierig
drukgevoel waarneemt).

Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige
weergave van de aritmie indicator
Dit instrument is een oscillometrische bloeddrukmonitor die ook
de polsfrequentie tijdens de bloeddrukmeting analyseert. Het
instrument is klinisch gevalideerd.
Het aritmie symbool wordt weergegven na de meting, als polsonre-
gelmatigheden tijdens het meten optreden. Als het symbool vaker
verschijnt (b.v. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte
metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen.
Het instrument vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor
om polsonregelmatigheden in een vroeg stadium te ontdekken.

1. Maak het batterijenvakje open

7 aan de achterzijde van het

instrumentdoor naar binnen te drukken bij de twee pijlen en het
dekseltje van het batterijenvakje eruit te trekken.

2. Vervang de batterijen – garandeer de juiste polariteit zoals

getoond door de symbolen in het compartiment.

Advertising