Velleman WHPC02 User Manual

Page 10

Advertising
background image

WHPC02 Rev

02

23.03.2010

©Velleman nv

10

Montage van het toestel:

• Sluit de hogedrukslang op de wateruitlaat van het toestel aan.

• Bevestig het sproeihandvat aan de hogedrukslang. Controleer of de hogedrukslang volledig ontrold is

voor u het toestel bedient. Zorg ervoor dat de slang zich tijdens het werk NIET in een lus legt.

• Monteer de lans op de pistoolhandgreep.

• Sluit het toestel op de water- en de stroomtoevoer aan.

5. Voorbereidingen

Het sproeipatroon afstellen
• De sproeihoek kan bij sommige lansen afgesteld worden door aan het mondstuk te draaien. Het

sproeipatroon kan dan variëren van een harde straal (hoek van bijna 0°) tot een waaier van 60° (zie

fig. B1).

• Een dunne straal oefent een enorme kracht op het doeloppervlak uit. Zo kunt u een geconcentreerde

zone uiterst grondig reinigen. Met deze krachtige, dunne straal moet u echter voorzichtig omspringen,

omdat ze bepaalde oppervlakken kan beschadigen (fig. B2).

• Een waaierpatroon zal het water over een bredere zone verspreiden voor een uitstekende schoonmaak

en een verlaagd risico op schade (fig. B3).

Schoonmaak van het mondstuk
Een verstopt of gedeeltelijk verstopt mondstuk kan de waterhoeveelheid dat door het mondstuk stroomt

aanzienlijk verminderen. Het toestel zou hierdoor tijdens het sproeien kunnen schokken. Schoonmaak

van het mondstuk:

• Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact.

• Sluit de watertoevoer af. Druk 2 à 3 keer op de trekker om de resterende druk in de slang af te laten.

• Verwijder de lans van het pistool.

• Draai het mondstuk naar de stand voor een dunne straal.

• Gebruik de bijgevoegde puntreiniger of een fijn metalen voorwerp om de draad door het gaatje van het

mondstuk te duwen. Beweeg de draad op en neer tot het vuil loskomt (zie fig. B4).

• Verwijder het resterende vuil door water omgekeerd door het mondstuk te spuiten. Gebruik hiervoor

een tuinslang en laat het water gedurende 30 à 60 seconden door het uiteinde van het mondstuk

stromen.

Optimale sproeihoek tegenover het doeloppervlak
Het water raakt het oppervlak het hardst als u de pistoolhandgreep er recht op richt. Hierdoor kan het

vuil zich echter in het oppervlak nestelen in plaats van eraf te stromen. De optimale sproeihoek bedraagt

45 graden.
Afstand tot het doeloppervlak
Een andere factor die de kracht van de impact bepaalt, is de afstand van het sproeimondstuk tot het

doeloppervlak. De kracht van de impact verhoogt als het mondstuk dichter bij het oppervlak gehouden

wordt.
Schade aan het doeloppervlak voorkomen
Het doeloppervlak kan schade oplopen als de kracht van de impact groter is dan de duurzaamheid van

het oppervlak. Deze kracht hangt af van het sproeipatroon en de afstand en de hoek tegenover het

doeloppervlak. Gebruik nooit een krachtige, dunne straal of een turbolans (niet meegeleverd) voor de

schoonmaak van een oppervlak dat snel beschadigd kan worden. Gebruik de krachtige, dunne straal of

het turbomondstuk ook niet om vensters te reinigen. Zij zouden kunnen breken.

Volg deze procedure om schade aan een doeloppervlak te vermijden:

• Stel het mondstuk op een breed sproeipatroon in voor u de trekker van het pistool indrukt.

• Neem een minimumafstand van 1,5 m tot het doeloppervlak in acht en sproei met een hoek van ± 45°.

• Wijzig de sproeihoek en de afstand tot het doeloppervlak geleidelijk, totdat u de optimale instelling

bereikt hebt voor een efficiënte schoonmaak zonder daarbij het oppervlak te beschadigen.

Turbolans (meegeleverd)
Een turbolans, soms ook wel draaimondstuk genoemd, is een uiterst doeltreffend hulpstuk dat de

schoonmaaktijd aanzienlijk kan verkorten. De turbolans combineert de kracht van een dunne straal met

de efficiëntie van een sproeipatroon van 25°. Hij slingert de krachtige, dunne straal in een kegelvorm op

het oppervlak, zodat een bredere zone gereinigd kan worden.

Advertising