Velleman VDPL4300SC User Manual

Page 13

Advertising
background image

VDPL4300SC

V. 01 – 19/07/2012

13

©Velleman nv

7.3

Standalone met ingebouwde microfoon

In automatische modus bewegen de leds van de VDPL4300SC synchroon op het ritme van de muziek via de
ingebouwde microfoon.
Om het toestel in te stellen in autonome modus (stand-alone):
1. Sluit niets aan op de DMX-ingang [8] van het toestel.
2. Druk op <MENU> tot <SOUN> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
3. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om de gewenste instelling te selecteren.

o

<SOU1>: het toestel werkt langzaam wanneer er geen geluid is.

o

<SOU2>: het toestel stopt wanneer er geen geluid is.

4. Druk op <ENTER> om te bevestigen.
5. Indien nodig, regel de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon met de regelknop [12].

7.4

Master-slave modus

In master/slave-modus kunnen meerdere toestellen verbonden worden met een master-toestel. Alle slave-
toestellen zullen vervolgens synchroon functioneren met het master-toestel.
Plaats een toestel in master-modus en alle andere toestellen in slave-modus.
1. Verbind alle toestellen in serie met DMX-kabels.
2. Op het mastertoestel, druk op <MENU> tot <SLND> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
3. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <MAST> te kiezen en druk op <ENTER>.
4. Stel het programma in zoals beschreven in Standalone met ingebouwde microfoon.
5. Op elk van de aangesloten slavetoestellen, druk op <MENU> tot <SLND> op de display verschijnt en druk

op <ENTER>.

6. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om de gewenste instelling te selecteren:

o

<SL1> voor normale slave-modus.

o

<SL2> voor omgekeerde slave-modus.

7. Druk op <ENTER> om te bevestigen.

7.5

DMX-sturing

Sturing van het toestel via een universele DMX-controller.

Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de

signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel ‘luistert’ naar het signaal van

de DMX controller. U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel

een nieuw startadres ingeven.

Wanneer u een enkel startadres instelt, zullen alle toestellen ‘luisteren’ naar hetzelfde kanaal. Met andere

woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.

Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.

In het geval van de 9-kanaals VDPL4300SC, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~9)

moeten instellen, van het tweede toestel op 10 (1 + 9) (CH10~18), van het derde op 19 (10 + 9)
(CH19~27), enz.

In het geval van de 20-kanaals VDPL4300SC, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~20)

moeten instellen, van het tweede toestel op 21 (1 + 20) (CH21~40), van het derde op 41 (21 + 20)

(CH41~60), enz.


Om het toestel in te stellen met DMX-sturing:
1. Druk op <MENU> tot <CHND> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
2. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om te kiezen tussen DMX-sturing via 9 of 20 kanalen en druk op

<ENTER>.

3. Druk op <MENU> tot <Addr> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
4. Gebruik de <UP> of <DOWN> toetsen op het DMX-adres in te stellen (A001 ~ A512) en druk op <ENTER>.

Opmerking: in DMX-modus, na gebruik van het menu, is het mogelijk dat u de DMX-kabel moet loskoppelen

en opnieuw aansluiten voor een correcte werking.

Advertising