Velleman VDLP16B-GU10 User Manual

Page 5

Advertising
background image

VDLP16B/GU10 - VDLP16C/GU10

Rev. 01

22.01.2010

©Velleman nv

5

• De voedingskabel mag niet omgeplooid of beschadigd zijn. Laat uw dealer zo nodig een nieuwe kabel

plaatsen.

• Trek de stekker uit het stopcontact (trek niet aan de kabel!) voordat u het toestel reinigt en als u het

niet gebruikt.

• Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, kan dit gepaard gaan met een lichte rookontwikkeling

en een bepaalde geur. Dit is normaal en de eventuele rook of geur zal geleidelijk aan verdwijnen.

• Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron. De lichtbron kan bij gevoelige mensen leiden tot een aanval van

epilepsie.

• Schade door wijzigingen die de gebruiker heeft aangebracht aan het toestel vallen niet onder de

garantie.

• Houd dit toestel uit de buurt van kinderen en onbevoegden.

3. Algemene richtlijnen

Raadpleeg de Velleman

®

kwaliteit- en servicegarantie achteraan de handleiding.

• Dit toestel is ontworpen voor professioneel gebruik op podia, in disco's, enz. U mag dit toestel enkel

binnenshuis gebruiken door de meegeleverde adapter aan te sluiten op een wisselspanning van

maximum 230 VAC~50-60 Hz.

• Lichteffecten zijn niet ontworpen voor continue werking: regelmatige onderbrekingen doen ze langer

meegaan.

• Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit

toestel.

• Installeer het toestel weg van extreme temperaturen (zie ‘Technische specificaties’), vochtigheid en

stof. Zorg voor een minimumafstand van 1m tussen de lichtuitgang van het toestel en het belichte

oppervlak.

• Maak het toestel vast met een geschikte veiligheidskabel (bv. VDLSC7 of VDLSC8).

• Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen

mogen dit toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.

• Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.

• Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.

• Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot

kortsluitingen, brandwonden, elektrische schokken, enz. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de

garantie.

4. Installatie

a) Lampen
• Plaats of vervang een lamp enkel wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.

• Laat een lamp gedurende minstens 10 minuten afkoelen voor u ze vervangt: de bedrijfstemperatuur

van een lamp ligt rond de 700°C.

• Raak een halogeenlamp niet aan met uw blote handen. Gebruik een doek om een halogeenlamp te

vervangen.

• Plaats geen lampen met een te hoog wattage. Deze worden warmer dan die waarop dit toestel is

voorzien.

• Vervang een vervormde of beschadigde lamp door een lamp van hetzelfde type (zie ‘Technische

specificaties’). Ga als volgt te werk:

1. Trek aan het veertje en open de behuizing.

2. Wanneer u de lamp wenst te vervangen, ontkoppel de fitting en verwijder de oude lamp.

3. Plaats de lamp in de behuizing.

4. Maak de fitting vast en sluit de behuizing.

Opmerking: Stel het toestel niet in werking wanneer het deksel eraf is.
b) Toestel monteren
• Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke

normen.

• De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit

toestel kunnen dragen zonder te vervormen.

• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel (bv. VDLSC7 of VDLSC8).

• Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel

controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar

volledig nakijken.

• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan

aanraken.

Advertising