Velleman VDPLOP1209RGB User Manual

Page 12

Advertising
background image

VDPLOP1209RGB

V. 04 – 08/01/2013

12

©Velleman nv

7.3

Standalone

In autonome modus draait het toestel één van de ingebouwde programma's. U kunt ook kiezen uit één van de
ingebouwde statische kleuren of een gepersonaliseerde kleur maken.

Opmerking: Ontkoppel alle DMX-ingangsaansluitingen van het toestel indien u het wil gebruiken in autonome
modus (stand-alone). Een toestel in autonome modus (stand-alone) kan DMX-signalen uitsturen die de DMX-
signalen van de controller verstoren.

Autonome modus met ingebouwd programma

Om het toestel in te stellen in autonome modus (stand-alone) met een ingebouwd programma:

1.

Sluit niets aan op de DMX-ingang [5] van het toestel.

2.

Druk op <MENU> tot <P--> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.

3.

Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om een ingebouwd programma te selecteren (P1 ~ P5) en druk op
<ENTER>.
In de volgende stap, stelt u de programmasnelheid in.

4.

Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om de programmasnelheid in te stellen: stel de duur van elke stap
in het programma in tussen <S--1> (korte duur: snel) en <S100> (lange duur: traag).

5.

Druk op <ENTER> om te bevestigen.

Autonome modus met ingebouwde statische kleur

Om één van de ingebouwde statische kleuren te gebruiken:

1.

Sluit niets aan op de DMX-ingang [5] van het toestel.

2.

Druk op <MENU> tot <C--> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.

3.

Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om een kleur te selecteren (C1 ~ C7) en druk op <ENTER>.

Autonome modus met gepersonaliseerde statische kleur

U kunt een eigen kleur creëren door de lichtintensiteit van de rode, groene, en blauwe leds te regelen. De
stroboscoopsnelheid is eveneens instelbaar met de ingestelde kleur.

Om een gepersonaliseerde statische kleur te gebruiken:

1.

Sluit niets aan op de DMX-ingang [5] van het toestel.

2.

Druk op <MENU> tot <U--> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.

3.

Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om een kleur te selecteren: <r--> voor rood; <g--> voor groen,
<b--> voor blauw, en druk op <ENTER>.

4.

Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om de lichtintensiteit van de geselecteerde kleur in te stellen tussen
000 en 100 en druk op <ENTER>.

5.

Herhaal deze stappen voor alle kleuren tot u de gewenste kleur hebt bereikt.

6.

Om de stroboscoopsnelheid in te stellen, gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <S--> te selecteren en
druk op <ENTER>.

7.

Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om de stroboscoopsnelheid in te stellen (S0 ~ S20) en druk op
<ENTER>.

7.4

Master/slave modus

In master/slave-modus kunnen meerdere toestellen verbonden worden met een master-toestel. Alle slave-
toestellen zullen vervolgens synchroon functioneren met het master-toestel.

Plaats een toestel in master-modus en alle andere toestellen in slave-modus.

Opmerkingen:

Configureer alle slave-toestellen alvorens het master-toestel aan te sluiten op de reeks.

Ontkoppel alle DMX-ingangsaansluitingen van het master-toestel indien u het wil gebruiken in
master/slave-modus. De DMX-signalen van de controller kunnen een storende werking hebben op de
signalen van het master-toestel.

Om de toestellen in te stellen in master/slave-modus:

1.

Op elk slave-toestel, druk op <MENU> tot <Addr> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.

2.

Stel het DMX-adres in op d001 en druk op <ENTER>.

3.

Herhaal deze stappen voor elk slave-toestel.

4.

Sluit de DMX-ingang van het eerste slave-toestel aan op de DMX-uitgang van het master-toestel.

5.

Sluit de DMX-ingang van de volgende slave-toestellen aan op de DMX-uitgang van het vorige slave-toestel.

6.

Stel het master-toestel in zoals beschreven in Standalone.

Advertising