Velleman CAMSETW4 - Manual (Page 7)

CAMSETW4 - 7 - VELLEMAN
b. De ontvanger monteren
• Monteer de ontvanger op een hoogte van ongeveer 1m boven de grond voor een betere ontvangst.
• Zorg voor een contactdoos.
• Plaats de ontvanger enkel op een vaste en stabiele ondergrond. Gebruik een onderlegger wanneer u de
ontvanger op een delicate ondergrond plaatst.
7. Aansluiting
Controleer de ontvangst van monitor voor het systeem aansluit. Plaats voorlopig de camera in de ruimte die u
wenst te controleren. Laat iemand met de ontvanger door verscheidene plaatsen in het huis rondlopen om de
ontvangst ervan na te gaan. Is er ruis of een ander probleem, raadpleeg de “Probleemoplossing”.
a. Camera
1. Plug de AC/DC adapterkabel in de DC ingang aan de zijkant van de camera.
2. Koppel de adapter aan het lichtnet (110VAC of 240VAC).
3. U kan ook 2 x AA batterijen gebruiken zodat u de camera overal kan meenemen. De levensduur van de
batterijen is 1.5h zonder IR functie en 1h met IR functie.
b. Ontvanger
1. Plug de AC/DC adapterkabel in de ingang aan de zijkant van de ontvanger.
2. Plug de AV kabel in de ontvanger. Plug het ander uiteinde in een monitor of televisietoestel met een AV
ingang (witte plug = mono audio, gele plug = video).
3. Koppel de adapter aan het lichtnet (110VAC of 240VAC). De indicator bovenaan de ontvanger licht op.
4. U kan ook 2 x AA batterijen gebruiken zodat u de ontvanger overal kan meenemen. De levensduur van de
batterijen is 1.5h zonder IR functie en 1h met IR functie.
c. Systeem
1. Kies, aan de hand van de schakelaar aan de zijkant, welk kanaal (1-3) u wenst te gebruiken op zowel de
camera als de ontvanger.
2. Zorg ervoor dat u voor beide toestellen hetzelfde kanaal kiest. Schakel de camera in door op de AAN/UIT
knop te duwen.
3. Voor geluidsweergave schakelt u de camera uit door op de AAN/UIT knop te duwen.
4. Wenst u meer dan 1 camera te gebruiken, stel dan een camera in op kanaal 1 en stel de andere camera in op
kanaal 2. Schakel tussen kanaal 1 en 2 op de ontvanger om het beeld van de ene of de andere camera te
bekijken. Opmerking: Met deze configuratie kan de camera niet scannen.
8. Reiniging en onderhoud
1. De gebruiker mag geen onderdelen vervangen.
2. Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
3. Maak het toestel schoon met een zachte, droge doek of borstel. Gebruik geen bijtende schoonmaakmiddelen of
benzeen, alcohol of dergelijke. Deze producten tasten het oppervlak van het toestel aan.
4. Gebruik geen scherpe voorwerpen, schroevendraaiers, metalen borstels of dergelijke.
5. Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.