Kalibratie, Informatie over sensorkalibratie, Kalibratieproces – Hach-Lange POLYMETRON 9526 User Manual

Page 156

Advertising
background image

Optie

Beschrijving

TEMP ELEMENT
(temperatuurelement)

Stelt het temperatuurelement in op PT100 voor automatische
temperatuurcompensatie. Als er geen element wordt gebruikt, kan het
type ingesteld worden op MANUAL (handmatig) en kan een waarde voor
temperatuurcompensatie ingevoerd worden.

FILTER

Stelt een tijdconstante in ter verhoging van de signaalstabiliteit. De
tijdconstante berekent de gemiddelde waarde gedurende een opgegeven
tijd—0 (geen effect) tot 60 seconden (gemiddelde van signaalwaarde voor
60 seconden). De filter verlengt de benodigde tijd voor het sensorsignaal
om te reageren op de werkelijke procesveranderingen.

LOG SETUP (instellingen log)

Dit stelt het tijdsinterval voor gegevensopslag in het gegevenslog in—5,
30 seconden, 1, 2, 5, 10, 15 (standaard), 30, 60 minuten.

RESET DEFAULTS
(standaardinstellingen
resetten)

Stelt het configuratiemenu in op de standaardinstellingen. Alle
sensorinformatie gaat verloren.

Kalibratie

Informatie over sensorkalibratie

De menu's van het 9526-instrument beschikken niet over kalibratie-opties. Alle kalibraties worden
vanaf de controller van de te testen sensor uitgevoerd. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie
over deze kalibratieprocedures de bijbehorende handleidingen die bij de sensor en de te testen
controller geleverd worden.

L E T O P

Na het inschakelen van het 9526-instrument en het initiëren van monstercirculatie moet ten minste 30 minuten
gewacht worden om een juist spoelen van het gehele systeem mogelijk te maken. Hiermee wordt ook een
thermisch evenwicht tussen het monster, de doorstroomkamer en de sensor bereikt.

Na 30 minuten van monstercirculatie wordt de meetwaarde die op de te testen controller
weergegeven wordt, vergeleken met die van het 9526-instrument. Als deze waarden meer dan ± 5%
van elkaar af liggen is kalibratie nodig. Als deze waarden minder dan ± 5% van elkaar af liggen is
het niet nodig te kalibreren, maar kan er uiteraard wel gekalibreerd worden.
Voordat de te testen sensor gekalibreerd wordt, moet eerst een temperatuurkalibratie uitgevoerd
worden.

Kalibratieproces

Alle kalibraties worden uitgevoerd met de te testen controller en sensor. Volg de instructies in de
gebruiksaanwijzing van de betreffende controllers en/of sensoren.
Het proces kan, afhankelijk van de te testen Polymetron-controller, verschillen. Voer het
kalibratieproces in de volgende volgorde uit.
1. Temperatuurkalibratie
Voor een temperatuurkalibratie is de volgende apparatuur nodig:

• Pt100-simulator (< 0,1 °C) voor een tweepunts elektrische kalibratie
• Gecertificeerde precisiethermometer (< 0,1 °C) bij inline aansluiting
• Geen bij offline montage, omdat de 9526 gebruikt wordt als referentie

Controllermodel van Polymetron dat getest wordt

9500

9125

Overige

2-punts elektrische
kalibratie

NEE

JA (100 en 172 Ω)

NEE

Proceskalibratie

JA

JA

JA

2. Elektrische kalibratie

156 Nederlands

Advertising