Aanbevolen onderhoud, Installatieinstructies – Kasco Marine 5.3E(H)J User Manual

Page 23

Advertising
background image

11

wateroppervlak trekken om ze te verbergen.

Normaal waterpeil

Stroomsnoer

Verankeringskabel

Secundair gewicht

Laag waterpeil

Kasco-stroomkastje

Hoog waterpeil

STAP 3
Nu is de fontein gebruiksklaar en kan hij op de
stroomvoorziening aan de rand van de vijver worden
aangesloten. WIJ HOPEN DAT U VEEL PLEZIER
BELEEFT AAN UW NIEUWE KASCO-APPARATUUR!

Aanbevolen onderhoud

Personen mogen zich NOOIT in het water bevinden

terwijl een fontein in werking is. Vóór het verrichten van
onderhoudswerkzaamheden moet de stroomtoevoer worden
uitgeschakeld en verbroken.

Een aardlekschakelaar (Residual Current Device of
‘RCD’) of verliesstroomautomaat (‘Ground Fault Circuit
Interrupter’ of ‘GFCI’) is een veiligheidsvoorziening die
u attent kan maken op elektrische lekken in de apparatuur.
Het is uiterst belangrijk om de RCD na de aanvankelijke
installatie, na elke herinstallatie en daarna eenmaal per
maand te testen teneinde te verzekeren dat deze naar
behoren werkt. Als er zich geregeld aardingsfouten
voordoen, moet de apparatuur worden losgekoppeld
en uit het water worden verwijderd. Controleer het
stroomsnoer op beschadiging en bel een distributeur
of vertegenwoordiger van Kasco Marine voor verdere
instructies.
Mocht het stroomsnoer beschadigd raken, dan moet dit
worden vervangen door een geautoriseerd servicecentrum
of door een andere bevoegde partij teneinde een gevaarlijke
situatie te voorkomen.

OBSERVATIE: werkende apparatuur moet regelmatig
worden geobserveerd (liefst dagelijks, indien mogelijk)
op verminderde of variërende doeltreffendheid. Als
hierin enigerlei vermindering wordt waargenomen,

Noteer de volgende gegevens terwijl de unit in het
water onder belasting draait:

Spanning:

Ampèrewaarde:

L1-L2 ____________

L1_______________

L1-L3 ____________

L2_______________

L2-L3 ____________

L3_______________

De stroomonbalans bij volledige belasting mag niet
hoger zijn dan 5%

Installatieinstructies

STAP 1
Breng de unit met de kabels op de gewenste plaats in de
vijver/het meer aan (maak het snoer bij de krachtbron vast
om te voorkomen dat dit in het water wordt getrokken).
Maak de kabels op zodanige manier in de bodem of op de
oever vast dat zij geen speling hebben, maar ook niet te
strak staan. Om verdraaiing van de unit door wringkracht
tegen te gaan, hoort u de verankering voor elke m diepte
ten minste 3 m van het drijfl ichaam te plaatsen (bijv.: in
een 3 m diepe vijver hoort de horizontale afstand tussen
de verankering en het drijfl ichaam ten minste 9 m te
bedragen). Om verwijdering te vergemakkelijken, is het
wellicht verstandig om ten minste één verankering zodanig
aan te brengen dat deze vanaf de oever bereikbaar is (net
onder het wateroppervlak).

Juiste verankering

Onjuiste verankering

STAP 2 (ALTERNATIEVE INSTALLATIE)
In vijvers met een sterk variërend waterpeil is het wellicht
nodig een klein gewicht (een 30 cm lange gegalvaniseerde
buis met een doorsnede van 2,54 cm werkt goed) op het
middelpunt van de kabels aan te brengen om deze strak
te trekken wanneer het waterpeil daalt. Dit gewicht moet
licht genoeg zijn om de unit in staat te stellen om met het
waterpeil te stijgen. Dit kan de kabels ook verder onder het

Advertising
This manual is related to the following products: