Applicaties, Gebruiksinstructies – Silverline Bandsaw 200mm User Manual

Page 40

Advertising
background image

www.silverlinetools.com

39

613578

Lintzaag 250 W

a. Wanneer het zaagblad naar de achterste rand van het wiel, naar het

frame van de machine, loopt draait u de stelschroef (15) linksom

totdat het zaagblad centraal loopt.

b. Wanneer het blad naar de voorste rand van het wiel loopt, draait u de

stelschroef rechtsom.

3. Nadat het bovenste wiel versteld is, controleert u of het zaagblad ook op

het onderste wiel centraal loopt. Wanneer het blad niet centraal loopt,

blijft u de hoek van het bovenste wiel verstellen tot het blad op beide

wielen centraal loopt.

4. Wanneer het zaagblad juist is afgesteld sluit en vergrendelt u de

afschermingsluiken.

LET OP: Wanneer de zaagbladspanning en uitlijning aangepast worden, horen

de steunlagers en de geleider pinnen gereset te worden.

Het aanpassen van de bovenste steunlager (Zie Fig. 7)

1. Draai de bovenste steunlager bevestigingsschroef (26) los.
2. Positioneer de steunlager (27) zodat deze net achter het zaagblad valt.

Zorg voor een tussenruimte van Max. 0,5 mm zodat de lager het

zaagblad niet raakt.

3. Draai de beve4stigingsschroef vast om de lager in positie te

vergrendelen.

LET OP: De steunlagers (27 & 34) ondersteunen het zaagblad alleen tijdens

het zagen. Buiten het zagen hoort het blad niet in contact met de lagers te

komen.

Het aanpassen van de bovenste geleider pinnen (Zie Fig. 8)

1. Gebruik een inbussleutel om de behoud schroeven voor de bovenste

geleider pinbehuizing (30) los te draaien.

2. Pas de positie van de behuizing aan zodat de voorste rand van de

geleider pinnen ongeveer 1 mm achter het keelgat van zaagbladtanden

vallen. Zo kunnen de geleider pinnen de zaagbladtanden niet

beschadigen.

3. Zorg ervoor dat de geleider pinnen parallel aan het blad liggen.
4. Draai de schroeven vast om de behuizing in positie te vergrendelen.
5. Draai nu de bevestigingsschroeven voor de bovenste geleider pinnen

(29) los.

6. Pas de positie van de bovenste geleider pinnen (28) aan zodat er

een ruimte van ongeveer 0,5 mm tussen de geleider pinnen en

beide zijden van het zaagblad bestaat.

7. Draai de schroeven vast zodat de pinnen in positie zijn vergrendelt.
8. Draai het bovenste zaagbladwiel (2) een aantal malen rechtsom

rond om te controleren of de pinnen het zaagblad raken. Pas de

positie van de pinnen wanneer nodig aan.

BELANGRIJK: Het zaagblad raakt beschadigd wanneer de tanden tijdens het

zagen in contact komen met de pinnen.

Het verkrijgen van toegang tot de steunlagers en geleider

pinnen

1. Verwijder de zaagtafel (6) voor het verkrijgen van toegang tot de

onderste geleider pin samenstelling.

2. Ontgrendel de afschermingsluikvergrendeling (11) met behulp van de

verstrekte schroevendraaier en open het onderste luik.

3. Verwijder de onderste zaagbladbeschermkap (32) voor het

verkrijgen van toegang tot de onderste steunlager (34).

Het verstellen van de onderste steunlager

1. Verstel de onderste steunlager (34) op dezelfde manier voor de bovenste

steunlager met dezelfde maximale 0,5 mm tussenruimte.

Het verstellen van de onderste geleider pinnen

1. Pas de positie van de onderste geleider pinnen op de zelfde manier

als de bovenste geleider pinnen aan.

2. Gebruik dezelfde 0,5 mm tussenruimte met de pinnen 1 mm achter

de tanden uitgelijnd om de tanden van het zaagblad te beschermen.

3. Controleer of de geleider pinnen het zaagblad niet raken door het

onderste zaagbladwiel (9) een aantal keer met de hand rechtsom te

draaien. Pas de positie van de pinnen wanneer nodig aan.

4. Wanneer de verstelling voltooid is, bevestigt u de verwijderde onderdelen

terug op de zaagmachine.

De uitlijning van de zaagtafel controleren (Zie Fig. 10)

1. Verhoog de bovenste zaagblad geleider zo hoog mogelijk.
2. Draai de tafel vergrendelhendel (21) los zodat de tafel kan kantelen.
3. Gebruik een geodriehoek/winkelhaak (niet inbegrepen) om de tafel

op 90° van het zaagblad te stellen.

4. Draai de hendel weer vast zodat de tafel in positie in vergrendelt.
5. Draai de vergrendelmoer (37) op de uitlijningsbout los en draai de

bout tot de kop de zaagtafel raakt. Zie Fig. 10.

6. Draai de moer vast om de bout in positie te vergrendelen.
7. Controleer de hoekmeter om te zien hoe ver de pijl van de 0° markering

wijst.

Applicaties

Gebruik de zaagmachine alleen voor:
• Longitudinale en doorsnedes in hout en houtachtige materialen.
• Gebogen en gevormde zaagsneden waarbij het zaagblad niet overmatig

gedraaid wordt.

Zaagblad selectie

• Het inbegrepen zaagblad is ontworpen voor elk gebruiksdoeleinde. Let bij

het selecteren van een zaagblad op de volgende punten:

• Met smalle zaagbladen zijn scherpere bochten te zagen dan met bredere

zaagbladen.

• Gebruik brede zaagbladen voor rechte zaagsneden. Dit is vooral belangrijk

bij het zagen van hout, waar het zaagblad de nerf van het hout neigt te

volgen en daarbij mogelijk afwijkt van de zaag lijn.

• Zaagbladen met meerdere tanden geven een fijnere afwerking maar zagen

langzamer dan zaagbladen met minder tanden.

• Gebruik geen kromme/gebogen zaagbladen.
• Voor uitleg met betrekking tot het verwisselen van een zaagblad, zie:

‘Onderhoud’.

Gebruiksinstructies

• Bij het gebruik van de zaagmachine is het dragen van gehoorbescherming

aangeraden.

• Draag geen handschoenen welke rafels loslaten. Losse handschoendelen

kunnen uw handen in het zaagblad trekken.

• Zorg ervoor dat de afschermingsluiken (12) tijdens het gebruik van de

machine goed gesloten zijn.

Het positioneren van de bovenste zaagbladgeleider

• De bovenste bladgeleider (4)hoort zo dicht mogelijk bij het te zagen

werkstuk geplaatst worden. Houd een tussenruimte van ongeveer 2-3 mm.

• Controleer de stelling voor elke snede en pas de positie wanneer nodig aan.
• Om de positie van de geleider aan te passen:

1. Ontgrendelt u het hoogtestelwiel (24) en draait u het wiel om de

geleider tot 2-3 mm van het werkstuk te verlagen.

2. Vergrendelt u het hoogtestelwiel met behulp van de vergrendelknop.

In- en uitschakelen

• Sluit de machine op de stroombron aan en gebruik de aan-/uitschakelaar

(13) als volgt:

• Om de machine in te schakelen, drukt u op de groene knop met de ‘I’

markering.

• Om de machine uit te schakelen drukt u op de rode knop met de ‘O’

markering.

• In geval van een stroomonderbreking schakelt de stroomschakelaar zichzelf

uit. Wanneer de stroomonderbreking verholpen is, drukt u de groene knop ‘I’

in om de machine in te schakelen.

Het verstellen van de geleider (Zie Fig. 11)

• Voor een volledige controle over het werkstuk, hoort de geleider (17) parallel

op het zaagblad gesteld worden.
1. Druk de geleider klip (18) omhoog zodat de geleider op de zaagtafel

gemonteerd kan worden.

2. Schuif de geleider over de tafel in de benodigde positie.
3. Druk de klip naar beneden om de geleider in positie te

vergrendelen. Wanneer de klip niet voor een sufficiënte

vergrendeling zorgt, draait u deze een aantal maal rechtsom.

Het maken van een zaagsnede

• Na elke instellingsaanpassing is het maken van een oefensnede aan te

raden.

• Positioneer de bovenste bladgeleider (4) zo dicht mogelijk bij het werkstuk

(Zie hierboven).

• Geleid het werkstuk met beide handen door het zaagblad, waarbij u het

werkstuk aan de langere zijde vast houdt en plat op de tafel houdt.

• Voed het werkstuk met een even snelheid, waarop het zaagblad zonder

moeite en vastslaan door het werkstuk zaagt..

• Gebruik de zaaggeleider wanneer mogelijk om het werkstuk te

ondersteunen.

• Probeer zaagsneden in één vloeiende beweging te maken zonder

tussenstops. Wanneer het werkstuk verwijdert moet worden, schakelt u de

machine uit en wacht u tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen

voordat het werkstuk bevrijd kan worden.

613578_Z1MANPRO1.indd 39

28/11/2012 11:38

Advertising