Gebruik – Silverline Combi Hammer Drill 18V User Manual

Page 38

Advertising
background image

www.silverlinetools.com

37

235896

Combi boorhamer 18 V

Voor gebruik

Het verwijderen van de accu

• Om de accu (7) van de machine te verwijderen drukt u beide clips (6) in

en trekt u de accu van de machine af

Het bevestigen van een opgeladen accu

1. Schuif de accu aan de onderzijde van het hoofdhandvat op de

behuizing van de machine

Let op: De accu past enkel op één manier, welke redelijk vanzelfsprekend is

gezien de vorm van de accu en de behuizing. Forceer de accu niet wanneer

deze moeilijk op de behuizing schuift. Controleer de positie en probeer het

plaatsen nog eens.

2. Schuif de accu op de behuizing tot deze in plaats klikt

Het opzetten van de oplader

1. Verwijder de accu, wanneer bevestigt, van de oplader
2. Sluit de oplader (8) op de stroombron aan

WAARSCHUWING: Gebruik de oplader enkel voor het opladen van de

voorziene accu’s
WAARSCHUWING: De oplader is enkel geschikt voor binnen gebruik en

mag niet blootgesteld worden aan vocht en regen

Het opladen van de accu

WAARSCHUWING: Wanneer de juiste laadprocedure niet wordt opgevolgd

is permanente schade mogelijk het gevolg

1. Plaats een lege (deels lege) accu op de oplader
2. Het rode LED lampje op de oplader duidt op laden. Wanneer het lampje

niet brand controleert u of de accu juist op de oplader is geplaatst.

Verwijder enig vuil dat mogelijk in het contactpunt van de oplader

gevallen is en zorg ervoor dat de contactpunten van zowel de accu als

de oplader schoon zijn en niet gebogen of beschadigt.

3. Een volledige laadprocedure duurt ongeveer een uur. De eerste

laadprocedure duurt mogelijk langer

4. Wanneer de accu volledig is opgeladen brandt het groene LED lampje
5. Haal de accu van de oplader en schakel de oplader uit

Let op: De accu hoort volledig opgeladen te zijn voordat de machine voor

de eerste keer gebruikt wordt. Wanneer de accu niet volledig is opgeladen

raken de accucellen permanent beschadigd
Verdere opmerkingen betreft het opladen:
• Buiten de eerste laadprocedure hoort de accu volledig ontladen te zijn

voordat deze wordt opgeladen om de levensduur te maximaliseren

• De accu hoort bij een omgevingstemperatuur tussen de 10 en 40°C

(dicht bij 20°C is ideaal) opgeladen te worden

• Na het opladen vereist de accu een afkoelperiode van 15 minuten
• Zorg ervoor dat de oplader na het opladen van de stroombron wordt

ontkoppeld en juist wordt opgeborgen

• Laad accu’s NOOIT voor langere periodes op en berg accu’s NOOIT op

wanneer deze worden opgeladen

• Laad accu’s dicht bij de gebruiksperiode op, ideaal gezien de dag ervoor

of op de dag van gebruik

• De oplader houdt de temperatuur en de spanning tijdens het opladen

in de gaten. Om laadcyclussen te maximaliseren verwijdert u de accu

onmiddellijk van de oplader wanneer deze volledig is opgeladen

• Accu’s kunnen na verloop van tijd stuk raken, individuele cellen breken

wat leidt tot kortsluiting in de accu. De oplader laadt zulke accu’s niet op.

Gebruik de andere accu om de werking van de oplader te controleren en

schaf een nieuwe accu aan

• De accucapaciteit vermindert na verloop van tijd. Na 100 laadcyclussen

zal de gebruiksduur en de koppellevering licht verminderen. Deze

verlaging duurt voort tot de minimale capaciteit bereikt wordt na 500

laadcyclussen. Dit is normaal en duidt niet op een foutieve accu

Het bevestigen van boor bits en accessoires

WAARSCHUWING: Verwijder de accu van de machine voor het bevestigen,

aanpassen of verwijderen van accessoires
WAARSCHUWING: Zet boor bits (of andere accessoires) niet vast door de

boorhouder vast te pakken en de machine in te schakelen. Dit resulteert

mogelijk in persoonlijk letsel en boorhouder beschadiging
WAARSCHUWING: Bevestig geen accessoires met een maximale snelheid,

lager dan de onbelaste snelheid van de machine

1. Open de sleutel loze boorhouder (4) door de kraag rechtsom te draaien
2. Plaats het accessoire in de boorhouder
3. Vergrendel het accessoire door de kraag linksom te draaien

4. Wanneer het accessoire vergrendeld is, schakelt u de machine in om

te controleren of het accessoire recht in de boorhouder zit. Wanneer

het accessoire wiebelt, opent u de boorhouder, controleert u het

accessoire op schade, past u de positie van het accessoire aan, draait

u de boorhouder vast en controleert u het accessoire opnieuw

Gebruik

Rotatierichting controle

WAARSCHUWING: Wanneer de machine is ingeschakeld mag de

rotatierichting NOOIT veranderd worden
• De rotatierichting kan met behulp van de rotatierichtingsschakelaar (2)

veranderd worden

• Voor een rotatierichting linksom, duwt u de schakelaar naar rechts
• Voor een rotatierichting rechtsom, duwt u de schakelaar naar links
Let op: Wanneer de schakelaar in het midden staat is de machine

vergrendeld en kan deze niet ingeschakeld worden. Gebruik deze stand als

veiligheidsfunctie om plotse inschakeling van de machine te voorkomen

Koppelcontrole

Let op: De draadloze machine is voorzien van een koppelcontrole waardoor

de koppel juist kan worden versteld voor elke uit te voeren taak
• De koppelstanden zijn met symbolen op de koppel stelring (3) aangeduid
• Draai de ring om de benodigde instelling te verkrijgen: een hoger

nummer duidt op een hogere koppel

Hamerstand selectie

• Voor boren en hamerboren selecteert u het of symbool.

Dit vergrendelt de koppeling voor maximale koppel en schakelt de

hamerfunctie in

Versnellingsselectie

Let op: De machine is voorzien van een twee gang versnellingsbak
• Voor het selecteren van een lage versnelling stelt u de

versnellingsschakelaar (5) in de ‘1’ positie

Let op: Deze instelling voorziet de machine van de maximale koppel
• Voor het selecteren van een lage versnelling stelt u de

versnellingsschakelaar (5) in de ‘2’ positie

Het in- en uitschakelen van de machine

WAARSCHUWING: Bij het gebruik van de machine is het dragen van de

benodigde beschermende uitrusting vereist

1. Om de machine te starten knijpt u de trekker schakelaar (1) in

Let op: Wanneer de schakelaar niet ingeknepen kan worden controleert u

de stand van de rotatierichtingsschakelaar. De middenpositie vergrendelt

de trekker schakelaar

2. De rotatiesnelheid wordt geregeld door de trekker schakelaar.

Hoe verder de schakelaar wordt ingeknepen des te hoger de

rotatiesnelheid

3. Laat de trekker schakelaar los om de machine te stoppen

Schroevendraaierstand

Let op: Maak bij het werken met schroef bits gebruik van een universele bit

houder. Plaats schroef bits niet direct in de boorhouder
• Gebruik de machine bij het indraaien van schroeven NOOIT in een

boorstand

• Stel de machine te allen tijde in de benodigde koppelstand (Zie

‘Koppelcontrole’)

Let op: Wanneer u onzeker bent over de juiste koppelinstelling start u met

een lage koppelstand en verhoogt u deze wanneer meer koppel vereist is

(v.b. wanneer de schroef niet ver genoeg in het werkstuk gedreven wordt)

Het boren in metselwerk en beton

• Bij het boren in metselwerk en beton gebruikt u de machine in de

hamerstand

• Oefen een lichte druk op de achterzijde van de machine uit, in lijn met

het boor bit

• Gebruik enkel beton boor bits. Zorg ervoor dat het boor bit binnen de

maximale capaciteit van de machine valt (zie ‘Specificaties’)

• Oefen niet te veel druk uit. Wanneer het gat door afvalmateriaal

geblokkeerd wordt, verwijderd u het materiaal met een langzaam

lopende machine. Wanneer het materiaal verwijderd is vervolgt u het

boren

235896_Z1MANPRO1.indd 37

19/08/2013 15:17

Advertising