Het uitpakken van uw gereedschap, Bedieningsvoorschriften, Onderhoud – Silverline Combi Hammer Drill 24V User Manual

Page 27: Opbergen, Verwijdering

Advertising
background image

26

NL

Het uitpakken van uw

gereedschap

• Pak uw toestel / gereedschap voorzichtig uit. Inspecteer het en zorg dat u

met alle kenmerken en functies vertrouwd raakt

• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren.

Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze
vervangen worden voor u dit toestel / gereedschap gebruikt

Bedieningsvoorschriften

Waarschuwing: Gebruik nooit een aanbouwdeel waarvan het
maximumtoerental lager ligt dan het onbelaste toerental van de machine.

Een boorbit opzetten

1. Open de klauwen van de bithouder (1) door de voorste vergrendelingring

met de wijzers van de klok mee te draaien

2. Het boorbit kan dan in de bithouder worden geplaatst
3. Sluit de klauwen van de bithouder door de voorste vergrendelingring

tegen de wijzers van de klok in te draaien

Let op: Draai de bithouder niet vast/los door de machine te laten draaien
4. Controleer nadat het boorbit stevig vastzit of het gecentreerd is door de

boormachine te laten draaien. Het boorbit moet zuiver draaien zonder
“slingeren”. Indien het boorbit niet gecentreerd is, draait u de bithouder
weer los en vervolgens weer vast

Keuze draairichting

• De draairichting kan worden ingesteld door middel van de

omkeerschakelaar (4)

• Om de boor tegen de wijzers van de klok in te laten draaien, duwt u de

omkeerschakelaar naar rechts

• Om de boor met de wijzers van de klok mee te laten draaien, duwt u de

omkeerschakelaar naar links

• Wanneer de omkeerschakelaar in de middelste stand staat, is de boor

vergrendeld

• Probeer de omkeerschakelaar niet van stand te veranderen terwijl de

boor draait

De boor inschakelen

• Druk de trekkerschakelaar (5) in om de boormachine in te schakelen
• De snelheid van de boor wordt bepaald door het indrukken van de

trekker: hoe dieper de trekker wordt ingedrukt, hoe sneller de boor draait

Versnellingskeuze

• Deze boormachine is uitgerust met een tandwielkast met 2 versnellingen.

De laagste versnelling levert snelheden op tussen 0-350 tpm met een
hoog koppel. De hoogste versnelling levert snelheden op tussen 0-1150
tpm met een lager koppel

• Gebruik de lage versnelling voor klussen waarvoor geen hoge

toerentallen van meer dan 350 tpm zijn vereist. Zo wordt de motor
minder belast

• Om een versnelling te kiezen verschuift u de versnellingskeuzeschakelaar

(3) naar de juiste stand

• Probeer de versnellingskeuzeschakelaar niet te verschuiven terwijl de

boormachine draait

Luchtbelwaterpas

• Met de luchtbelwaterpas kunt u controleren of gaten horizontaal

worden geboord

• Voor een perfect horizontaal boorgat moet u de luchtbel tijdens het boren

tussen de twee zwarte lijnen houden

Koppelregeling

• Deze boormachine is uitgerust met een instelbare koppelregeling (2). Dit

betekent dat het koppel (draaimoment) van de boor wordt begrensd om
het in- en uitdraaien van schroeven mogelijk te maken zonder gevaar
voor schade

• De instelwaarden van de koppeling zijn aangeduid door middel van

schroefsymbolen op de ring van de koppeling

• Draai de koppelingsring om het juiste koppel (draaimoment) te kiezen

• Voor boorwerk draait u de koppelingsring naar het boorsymbool. Zo wordt

de koppeling vergrendeld voor een maximaal koppel (draaimoment)

• Voor hamer boorwerk draait u de koppelingsring naar het hamersymbool.

Zo wordt de hamerfunctie ingeschakeld

Batterijniveau controleren

• Deze boor is voorzien van een batterijniveau indicatielampje (8)
• Om het resterende laadniveau van de batterij te controleren, moet u op

de knop onder het indicatielampje drukken

• Het laadniveau van de batterij verschijnt op het LCD-scherm

Batterij opladen

Let op: zorg ervoor dat de batterij volledig leeg is voor deze opgeladen
wordt. Laad de batterij in een ruimte met een kamertemperatuur van ±
20°C

1. Plaats de oplader (8) in het stop contact
2. Schakel de stroomtoevoer in. Het groene (POWER) indicator lampje

licht op

3. Plaats de batterij in de oplader. Het rode laad lampje licht op:

- Langzaam knipperend licht: de batterij laad op
- Vast licht: de batterij is volledig opgeladen
- Snel knipperend licht: de batterij laad niet op (vervang de batterij)
After charging, allow 15 minutes for the battery to cool before use

4. Laat de batterij, na het opladen, 15 minuten afkoelen voor gebruik
5. Verwijder de oplader van het stopcontact, en sla deze op in een droge,

schone omgeving, buiten het bereik van kinderen

6. Laad de batterijen niet voor langere periode op en berg ze niet in

oplaad mode op

BELANGRIJK: Het falen van het opvolgen van de juiste laadprocedure kan
resulteren in permanente schade aan de batterijen

Onderhoud

WAARSCHUWING: Haal de stekker uit het stopcontact voor u de machine
schoonmaakt of onderhoud uitvoert.

Schoonmaken

• Houd uw machine schoon. Zorg ervoor dat afval zich niet ophoopt op de

onderdelen het gereedschap. Verwijder altijd stof en vuil en zorg ervoor
dat de luchtgaten nooit verstopt raken. Gebruik een zachte borstel of
een droge doek om de machine te reinigen. Gebruik zo mogelijk zuivere,
droge perslucht om door de luchtgaten te blazen

Borstrels

• In de loop der tidj kunnen de koolborstels in de motor versleten raken,

Versleten borstrels kunnen verlies van vermogen, uitvallen, en zichtbare
vonken veroorzaken

• Als u vermoedt dat de borstels versleten zijn, moet u de machine bij een

goedgekeurd onderhoudscentrum een onderhoudsbeurt laten geven

Opbergen

• Berg het gereedschap en accessoires op een droge en veilige plaats op

buiten het bereik van kinderen

Verwijdering

• Elektrische en elektronische apparaten mogen niet met uw huishoudelijk

afval worden weggegooid

• Neem contact op met uw gemeente voor informatie betreffende de

verwijdering van elektrisch gereedschap

125763_Z1MANPRO1.indd 26

06/10/2011 15:36

Advertising