Onderhoud – Silverline 90A Gasless Turbo Mig User Manual

Page 27

Advertising
background image

26

NL

26

NL

Onderhoud

WAARSCHUWING: Verwijdert de stekker van het stopcontact en laat het

gereedschap volledig afkoelen voordat u enig onderhoud uitvoert.

Draad vervangen

1. Gebruik een tang om het laatste stuk van de oude draad uit de toorts te halen

(als de draadspoel niet leeg is, snijd het draad af bij de spoel en ontgrendel

de aandrijfrol klemknop).

2. Open het toegangsklepje (4) op de bovenkant van de machine, om bij de

lasdraad te kunnen komen.

3. Verwijder de spoel blokkeringsknop, de veer, de sluitring en de oude

draadspoel; schuif een nieuwe spoel met lasdraad op de spoel pen

4. Plaats de sluitring, veer en blokkeringsknop terug en draai deze stevig vast,

zodat de draadhaspel niet onder de veerspanning ontrafelt en u weerstand

voelt wanneer de spoel roteert

5. Verhoog de rol klem knop zodat de geleider rol vrij gezwaaid kan worden
6. Maak het begin van de draad voorzichtig van de spoel los; zorg dat de draad

niet uitrafelt. Zorg dat het draadtopje recht en scherp afgesneden is.

7. Voer de draad langzaam in de toorts.
8. Verlaag de aandrijfrol klem knop zodat de geleider rol gezekerd is en

voorzichtig vast zit

9. Sluit het toegangsklepje (4).

Ga verder als beschreven in ‘De lasdraad installeren’ hierboven

Mondstukken vervangen

• Het mondstuk kan door het gebruik van het lasapparaat slijten. Hierdoor is de

vlamboog moeilijk te regelen.
1. Trek de kap (1) van de toorts en schroef het mondstuk los.
2. Controleer of de afmeting van het nieuwe mondstuk geschikt is voor het

draad dat u gaat gebruiken.

3. Plaats het nieuwe mondstuk over het uiteinde van de draad en schroef het in

de toorts. Plaats de kap (1) terug (1).

Reinigen

Koppel het apparaat van de netvoeding af alvorens het te reinigen.
• Houd uw apparaat schoon. Houd het apparaat te allen tijde vrij van stof en vuil

en zorg dat ventilatieopeningen niet geblokkeerd raken.

• Reinig het apparaat met een zachte borstel of een droge doek. Blaas de

ventilatieopeningen wanneer mogelijk met schone, droge perslucht door.

- Lo + 1 = Zeer lage spanning. Geschikt voor dun plaatmetaal
- Lo + 2 = Zeer lage spanning. Geschikt voor het meeste plaatmetaal
- Lo + 1 = Hoge spanning. Geschikt voor dik plaatmetaal
- Hi + 2 = Zeer hoge spanning. Geschikt voor metaal met een maximale

dikte van 6,5mm.
• De draadsnelheid moet aangepast worden om een gelijkmatige lasboog te

verkrijgen. Welke instelling correct is, hangt af van de afstand, de spanning, de

toortssnelheid en andere factoren. Experimenteer met draadsnelheden tot u de

optimale instelling vindt.

Werkduur

• Dit apparaat is niet ontworpen om zonder onderbreking te gebruiken. Wanneer

te lang ononderbroken wordt gelast, leidt dit tot oververhitting en schade aan

interne onderdelen.

• De werkduur is een definitie van het aantal minuten, dat het apparaat per tien

minuten kan lassen.

• Bij een werkduur van 10%, kan het apparaat 1 minuten worden gebruikt,

waarna het 9 minuten moet afkoelen.

• Indien de werktijd wordt overschreden, schakelt het apparaat automatisch uit.
• Wanneer het apparaat wordt gebruikt met gereduceerde spanningsinstellingen,

en de ventilatie goed is, optimaliseert dit de werkduur.

Thermische beveiliging

• Dit apparaat is voorzien van een thermische beveiliging. Wanneer het apparaat

overbelast is of langer wordt gebruikt dan de aanbevolen werktijd, schakelt het

automatisch uit.

• Laat het apparaat afkoelen. De beveiliging herstelt automatisch wanneer het

apparaat gereed is voor gebruik.

Voorbereiden op het lassen

• Zorg dat de onderdelen die u wilt gaan lassen schoon zijn en vrij zijn van roest,

verf of andere afwerklagen.

• Alle onderdelen moeten goed ondersteund zijn, zodat er een opening is van

ongeveer 1 mm op de plaats waar u de lasverbinding wilt maken.

• Zorg dat er geen brandbare materialen nabij het werkgebied zijn.
• Bevestig de aardklem (7) aan een schoongemaakt stuk van een van de

onderdelen, zo dicht bij de verbinding als praktisch mogelijk is.

• Zorg dat er een verantwoordelijke persoon en een goed werkende brandblusser

in de buurt zijn.

• Sluit het apparaat op de netvoeding aan.

Lassen

WAARSCHUWING: Het correct gebruiken van een lasapparaat is een technische

vaardigheid. Onjuist gebruik van een lasapparaat kan zeer gevaarlijk zijn. De

informatie die hieronder wordt getoond is slechts een algemene richtlijn. Indien

u er niet geheel van overtuigd bent dat u dit gereedschap goed kunt gebruiken,

DOE DIT DAN NIET.

1. Zet de aan-/uitschakelaar (6) in de 'AAN'-stand.
2. Houd de toorts in de ene hand en het gezichtsmasker in de andere hand.
3. Verplaats de toorts zodanig dat het mondstuk zich 10 mm van het metaal

bevindt, onder een hoek van ongeveer 75˚.

4. Houd het masker over uw gezicht en druk de trekker (2) in.
5. De vlamboog moet tussen het metaal en het mondstuk uitkomen. Houd de

trekker 1-2 seconden vast en laat deze daarna los.

6. Laat de las iets afkoelen en neem het masker van uw gezicht. Als de

instellingen correct waren, heeft zich een ronde 'punt'-las gevormd.

7. Indien de las het metaal niet volledig heeft gepenetreerd, dient u de spanning

te verhogen. Indien er een gat in het metaal is gemaakt, dient u de spanning

te verlagen.

• Oefen met het maken van 'punt'-lassen tot u er zeker van bent dat u het

apparaat juist gebruiken kunt.

• Indien u een 'naad'-las wilt maken, moet u de trekker langer vasthouden, en

tegelijkertijd de toorts langzaam naar voren verplaatsen.

• Indien het apparaat correct is ingesteld, moet de vlamboog gelijkmatig zijn en

een krakend geluid maken.

• Indien u een tikkend geluid hoort, of moeite hebt om de vlamboog gelijkmatig te

houden, stel de draadsnelheid af. Indien u voelt dat de toorts probeert 'terug te

duwen', reduceer de draadsnelheid.

• Het maken van nette lassen van een goede kwaliteit, is een vaardigheid die

u moet aanleren. Oefening en een goede voorbereiding zullen leiden tot een

goed lasresultaat.

282562_Z1MANPRO1.indd 26

17/09/2012 11:05

Advertising