Audio-instellingen, Begininstellingen, Bediening van het toestel – Pioneer DEH-2210UB User Manual

Page 90

Advertising
background image

Audio-instellingen

1

Druk op M.C. om het hoofdmenu weer

te geven.

2

Draai aan M.C. om een andere menuop-

tie te kiezen en druk erop om AUDIO te se-
lecteren.

3

Draai aan M.C. en selecteer de audio-

functie.
Nadat u de audiofunctie geselecteerd hebt,
stelt u deze als volgt in.

FAD/BAL (fader/balansinstelling)

U kunt de fader/balansinstelling aanpassen.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te

geven.

2 Druk op M.C. om over te schakelen tussen de

fader en balans.

3 Draai aan M.C. om de luidsprekerbalans te rege-

len.
Instelbereik (voor/achter):

F15 tot R15

Instelbereik (links/rechts):

L15 tot R15

FR 0 is de aanbevolen instelling wanneer u
slechts twee luidsprekers gebruikt.

EQUALIZER (equalizercurven)

Er zijn zes voorgeprogrammeerde equalizerinstellin-
gen:

DYNAMIC (dynamisch), VOCAL (vocaal), NATU-

RAL (natuurlijk), CUSTOM (aangepast), FLAT (vlak)
en

POWERFUL (power).

! Als FLAT is geselecteerd, wordt het geluid niet ge-

corrigeerd.

1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te

geven.

2 Draai aan M.C. om de equalizer te selecteren.

DYNAMIC

—VOCAL—NATURAL—CUSTOM—

FLAT

—POWERFUL

3 Druk op M.C. om de selectie te bevestigen.

TONE CTRL (equalizerinstelling)

U kunt het niveau van de lage, hoge en middentonen
aanpassen.
! Aangepaste equalizerinstellingen worden opge-

slagen in

CUSTOM.

1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te

geven.

2 Selecteer BASS (lage tonen), MID (middentonen)

of

TREBLE (hoge tonen) met M.C.

3 Draai aan M.C. om het niveau te regelen.

Instelbereik:

+6 tot -6

LOUDNESS (loudness)

De loudness-functie compenseert een tekort aan
hoge en lage tonen bij lage volumes.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te

geven.

2 Draai aan M.C. en selecteer de gewenste instel-

ling.
OFF (uit)

—LOW (laag)—HIGH (hoog)

3 Druk op M.C. om de selectie te bevestigen.

SLA (bronniveauregeling)

Met de functie

SLA (bronniveauregeling) kunt u het

volumeniveau van elke signaalbron afzonderlijk instel-
len. Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselingen
voorkomen wanneer naar een andere signaalbron
wordt overgeschakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-volume-

niveau, dat u niet kunt wijzigen.
Vergelijk het volumeniveau van de signaalbron die
u wilt aanpassen daarom eerst met het FM-volu-
meniveau.

! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de functie

SLA worden aangepast.

1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te

geven.

2 Draai aan M.C. om het bronvolume te regelen.

Instelbereik:

+4 tot

–4

3 Druk op M.C. om de selectie te bevestigen.

Opmerkingen

! Wanneer FM als signaalbron wordt gebruikt,

kunt u niet overschakelen naar

SLA.

! De instelling wordt ook uitgevoerd als u het

menu annuleert zonder te bevestigen.

Begininstellingen

Belangrijk

Als het toestel van de accu wordt losgekoppeld,
wordt de energiezuinige modus uitgeschakeld.
Deze moet u weer inschakelen als het toestel
weer met de accu is verbonden. Als het voertuig
niet van een contactschakelaar met accessoire-
stand (ACC) is voorzien, is het (afhankelijk van de
installatiewijze) mogelijk dat het toestel de accu
blijft belasten als de energiezuinige modus is uit-
geschakeld.

1

Houd SRC/OFF ingedrukt tot het toestel

uit gaat.

Bediening van het toestel

Nl

90

Hoofdstuk

01

Advertising
This manual is related to the following products: