Nederlands> aansluiten van de apparatuur, Aansluitschema (afb. 12) – Pioneer DEH-P2500R User Manual

Page 8

Advertising
background image

• Snoeren voor dit product en overeenkomende

snoeren voor andere producten hebbern mogelijk
verschillende kleuren ookal is de functie van de
snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van
dit product met een ander product daarom de
installatichandleiding van beide producten en
verbind de snoeren met dezelfde functie met elkaar.

Opmerking:

Dit apparaat is bestemd voor inbouw in voertuigen
met een negatief geaarde 12-volts accu. Alvorens u
het installeert in een auto, bus, vrachtwagen of ander
voer- of vaartuig, dient u eerst te kontroleren of de
accuspanning de juiste is.

Om kortsluiting te vermijden, dient u vooral voor het
installeren de negatieve ≠ accukabel los te maken.

Zie voor het aansluiten van de eindversterker en
andere apparatuur de gebruiksaanwijzing en volg de
aanwijzingen nauwgezet op.

Houd de bedrading op zijn plaats met kabelklemmen
of met isolatieband. Wikkel ter bescherming ook iso-
latieband om de bedrading waar deze de metalen
oppervlakken van de auto raakt.

Leid de bedrading altijd zo dat deze niet in aanraking
kan komen met bewegende onderdelen zoals de ver-
snellingspook, de handrem en de geleiderails van de
stoelen. Zet de bedrading stevig vast en vermijd ook
plaatsen die warm worden, zoals bij een uitblaasopen-
ing van de autoverwarming. Als de isolatie smelt of
door beweging doorslijt, zou er kortsluiting kunnen
onstaan.

Leid de gele draad niet door het brandschot naar de
motorruimte voor aansluiting op de accu. Hierbij is de
kans groot op beschadiging van de isolatie en zeer
gevaarlijke kortsluiting.

Maak de bedrading niet korter. Bij inkorten van de
bedrading kan het beveiligingscircuit niet in werking
treden wanneer dat nodig is.

Tap geen stroom af van de bedrading door een stukje
isolatie te verwijderen en een andere draad aan de
kerndraad te verbinden. Hierdoor kan de maximale
stroomcapaciteit van de draad overschreden worden,
met als gevolg oververhitting.

Vervang een doorgebrande zekering altijd alleen door
een nieuwe zekering van hetzelfde type, zoals
aangegeven op dit product.

Aangezien er gebruik is gemaakt van een uniek BPTL
circuit, mag u de luidsprekersnoeren nooit recht-
streeks met de aarde verbinden en mag u ook niet de
negatieve ≠ luidsprekerdraden gemeenschappelijk
aansluiten.

Sluit op dit apparaat luidsprekers aan die een hoog
ingangsvermogen kunnen verwerken, van nominaal
tenminste 50W, met een impedantie van 4 tot 8 Ohm.
Sluit u luidsprekers aan die niet aan deze eisen vol-
doen, dan bestaat er de kans dat de luidsprekers in
brand vliegen, beginnen te roken of anderszins
beschadigd raken.

Wanneer de signaalbron van dit product aan (ON)
staat, wordt er een controlesignaal geproduceerd via
de blauw/witte draad. Sluit deze aan op een systeem-
afstandsbediening van een externe power versterker,
of op de auto-antenne relais bedieningsaansluiting van
de auto zelf (max. 300 mA 12 Volt gelijkstroom). Als
de auto voorzien is van een glas-antenne, dient u de
aansluiting te maken op de aansluiting van de
stroomvoorziening van de antennebooster.

Als u met dit apparaat een externe eindversterker
gebruikt, let dan op dat u niet de blauw/witte draad
aansluit op de stroomvoorzieningsaansluiting van de
eindversterker. Sluit de blauw/witte draad ook niet
aan op de stroomaansluiting van de auto-antenne. Een
dergelijke aansluiting kan een te grote stroomafname
en daarmee storing veroorzaken.

Om kortsluiting te voorkomen dient u de losgekop-
pelde draad af te dekken met isolatieband. Vergeet
vooral niet de ongebruikte luidsprekerdraden te isol-
eren. Als de draden niet geïsoleerd zijn, bestaat er het
gevaar van kortsluiting.

• Om vergissingen te voorkomen is de ingangskant

van de IP-BUS aansluiting blauw uitgevoerd en de
uitgangskant zwart. Let op dat u bij het aansluiten
deze kleurcode volgt.

Bij inbouw van dit apparaat in een auto waarvan het
kontaktslot geen “ACC” stand heeft, dient u de rode
stroomdraad van dit apparaat aan te sluiten op een
aansluitpunt waarvan de stroom wordt in- en uit-
geschakeld door ON/OFF zetten van het kontakt-
sleuteltje. Als u deze stroomdraad aansluit op een
punt dat altijd stroom krijgt, kan de accu leegraken als
u de auto enkele uren ongebruikt laat.

De zwarte draad is de aardedraad. Aard deze draad
gescheiden van de aarde van toestellen met een hoog
vermogen, bijvoorbeeld eindversterkers.
De toestellen zouden namelijk mogelijk worden
beschadigd of er worde brand veroorzaakt indien u dit
toestel tezamen met andere toestellen aardt en de
aarde wordt ontkoppeld.

Aansluitschema (Afb. 12)

1. Dit product
2. Uitgang achter
3. Antenne-aansluiting
4. IP-BUS-kabel
5. IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw)
6. Aansluiting voor de afstandsbediening met draad

Lees de handleiding van de afstandsbediening
met draad (los verkrijgbaar).

7. Multi CD-wisselaar
8. Zekering
9. Opmerking:

De functie van 3* en 5* is mogelijk versc
hillend afhankelijk van het type auto. Indien dit
het geval is moet u 2* met 5* en 4* met 3*
verbinden.

10. Verbind de draden van dezelfde kleur met elkaar.
11. Dopje (1*)

Niet verwijderen indien u deze aansluiting niet
gebruikt.

12. Geel (3*)

Ondersteuning (of accessoire)

13. Geel (2*)

Naar de aansluiting die altijd van stroom
voorzien wordt onafhankelijk van de stand van
het kontact.

14. Rood (5*)

Accessoire (of ondersteuning)

15. Rood (4*)

Naar de door het kontact (12 Volt gelijkstroom)
(ON/OFF) geregelde elektrische aansluiting.

16. Zwart (aarde)

Naar de (metalen) carrosserie van het voertuig.

17. ISO aansluiting

Opmerking:
In bepaalde auto’s is de ISO aansluiting mogelijk
in tweeën verdeeld. U moet in dat geval een
verbinding met beide aansluitingen maken.

18. Geel/zwart

Gebruikt u een cellulaire telefoon, sluit u deze
dan aan via de Audio Mute dempingsaansluiting
voor de cellulaire telefoon. Maakt u daarvan geen
gebruik, laat de Audio Mute dempingsaanslunit-
ing dan vrij, zonder hierop iets aan te sluiten.

19. Luidsprekerdraden

Wit

: Linksvoor +

Wit/zwart

: Linksvoor ≠

Grijs

: Rechtsvoor +

Grijs/zwart : Rechtsvoor ≠
Groen

: Linksachter +

Groen/zwart : Linksachter ≠
Paars

: Rechtsachter +

Paars/zwart : Rechtsachter ≠

20. Aansluitsnoeren met RCA stekkers

(los verkrijgbaar)

21. Eindversterker (los verkrijgbaar)
22. Blauw/wit

Naar de systeembedieningsaansluiting van de
eindversterker (max. 300 mA 12 Volt
gelijkstroom).

23. Systeem-afstandsbediening
24. Blauw/wit (7*)

Naar auto-antenne relaisbedieningsaansluiting
(max. 300 mA 12 Volt gelijkstroom).

25. Blauw/wit (6*)
26. De penposities van de ISO stekker kunnen

verschillen afhankelijk van het soort voortuig.
Sluit 6* en 7* aan wanneer Pen 5 van het
antenne-bedieningstype is. In andersoortige
voortuigen mag u 6* en 7* nooit aansluiten.

27. Links
28. Rechts
29. Achter-luidspreker
30. Maak deze verbindingen wanneer u de los

verkrijgbare versterker gebruikt.

<NEDERLANDS>

Aansluiten van de apparatuur

ACC stand

ACC

ON

S

T

A

R

T

O

FF

ON

S

T

A

R

T

O

FF

Geen ACC stand

Advertising
This manual is related to the following products: