Triton BRA 100 User Manual

Page 8

Advertising
background image

14

15

NL

NL

Samenstelling

Bediening

SAMENSTELLING

Breng een draaibeugel (D) en aanwijsbeugel (E)

aan op de bovenkant van elke volgarm (B & C) en

een volgplaat (F) aan de onderkant. Zet ze vast

met de rondkopschroeven (G) en flensmoeren

(H). De plaatsen van de draaibeugels staan op

de schaalverdeling aangegeven. Bevestig de

volgarmen aan het kwadrant aan de voor- en

achterkant, met de rondkopschroeven (I), Nyloc

moeren (J), slotbouten (K) en ronde knoppen (L).

Draai de Nyloc moeren niet te hard aan omdat

de kwadranten vrij moeten kunnen draaien.

Op de compact monteren
Haal de stekker van de zaag uit het

stopcontact en zorg ervoor dat de schakelaar

op uit staat. Demonteer de langsgeleider

en bovenafscherming, maar laat de

afschermingsteun zitten. Zorg ervoor dat het

zaagblad op volle hoogte staat en haaks op de

tafel.
Zet de afschuiningsgeleider

op 90° en breng hem vanaf

rechts in de volgsporen aan

(gezien vanaf de kant van

de schakelkast), volgens

afb. 2.
Draai de rondkopschroeven los en schuif de

voorrandsteun tot ongeveer 5 mm vóór het

zaagblad. Bij een kleine zaag (185 of 210mm)

gebruikt u uitsluitend de twee binnenste gaten

om de voorrandsteun vast te zetten. Hij zal toch

goed vastzitten. Stel zo nodig de positie van

de achterrandsteun bij zodat de steun van de

bovenafscherming net niet wordt geraakt.
Leg een liniaal langs de

twee randsteunen, volgens

afb. 3, om ervoor te

zorgen dat ze precies op

een lijn zitten, en draai de

schroeven dan aan om ze

op de plaats vast te zetten.

Schuif de afschuiningsgeleider er in (nog

steeds ingesteld op 90°) totdat het zaagblad

wordt geraakt, zowel voor als achter. Draai het

zaagblad met de hand naar achteren. De tanden

moeten het werkpaneel (A) net raken. Controleer

of de uitlezingen op de volgarmen aan de

voor- en achterkant hetzelfde zijn, d.w.z. dat de

geleider precies parallel staat met het zaagblad

en de tafel. De uitlezingen hoeven niet ‘0’ te zijn,

maar ze moeten wel ongeveer gelijk zijn (een

afwijking van 1mm is acceptabel).

Noteer de uitlezingen van de schaalverdeling,

of markeer ze met een kras of een pen, voor

montage later.
Als het verschil meer is dan 1mm, draai dan het

zaagblad een beetje en probeer het nogmaals.

Als het zaagblad niet helemaal plat is, kan dit

tot een grote afwijking in de uitlezingen leiden.

Controleer of de afwijking misschien het gevolg

is van een kleine zijwaartse speling aan de

achterkant van het zaagblad en controleer of

de zaag goed is gemonteerd. Raadpleeg de

Compact handleiding als de zaag opnieuw moet

worden uitgelijnd.
Er is op elke

volgarm een tweede

schaalverdeling

aangebracht, voor

het geval de andere

schaalverdelingen

onzichtbaar zijn als

gevolg van

de voorrandsteun of

als gevolg van zaagsel

tijdens het gebruik. Neem deze

schaalverdelingen op basis van het eind van de

aluminium klemstrook, zie afb. 4. De uitlezingen

aan de voor- en achterkant hoeven weer niet ‘0’

te zijn maar ze moeten wel overeenkomen (+/-

1mm of zo).
De volgarmen moeten op

90° worden gezet zodat

de kwadranten voor opslag

achter het hoofdpaneel

kunnen worden geklapt.

Afb. 5.

Veiligheidswaarschuwingen
Bij de meeste hoekinstellingen kan met de

bovenafscherming op zijn plaats worden

gezaagd. Als de afscherming voor een

bepaalde bewerking moet worden verwijderd,

moet u uiterst voorzichtig zijn. Breng de

bovenafscherming weer aan voordat u verder

gaat.
Houd uw vingers altijd goed uit de buurt van

het zaagblad en druk het werkstuk nooit met de

vingers dichtbij het zaagblad aan. Zorg ervoor

dat uw handen ook veilig zijn als ze uitglijden, en

bij een plotselinge stoot van het werkstuk.
Wees voorzichtig bij het hanteren van uw

werkstukken en afvalhout, aangezien schuine

zaagsnedes scherpe randen kunnen hebben.

Ga aan de rechterkant van de Compact staan,

houd het werkstuk stevig op de voorrandsteun

en tegen het werkpaneel geduwd. Terwijl de

achterkant van het werkstuk de voorrandsteun

verlaat, moet u voorzichtig zijn dat het niet

omlaag tegen het zaagblad zakt omdat dit een

kleine afwijking in de zaagsnede veroorzaakt. Dit

is vooral te merken bij kortere stukken omdat er

minder contact is met de randsteunen.
Oefen met afvalmateriaal om te kijken wat de

beste positie voor uw handen is, en de beste

manier om het aangedrukt te houden zonder

die 'duik' aan het eind. Begin met oefenen

op middelgrote stukken en probeer om de

bovenkant van het werkpaneel als steun voor uw

vingers te gebruiken om het werkstuk tijdens het

zagen onder controle te houden.
N.B.: voor een perfecte schuine zaagsnede moet

het werkstuk plat liggen en moet het een perfect

rechte rand hebben.

1. Brede werkstukken
De maximale verwerkbare breedte van het

werkstuk hangt af van de vaardigheid en

ervaring van de gebruiker, en het gewicht van

het materiaal. Als algemene regel kunnen

werkstukken met een breedte tot 600mm

goed worden verwerkt.

Voor grotere formaten

moet u iemand vragen

om u te helpen of moet u

het werkstuk met een of

meerdere Triton Multi-

Stands bij het aan- en

afvoeren ondersteunen.

2. Lange werkstukken
Bij schuine zaagsnedes in lange werkstukken

moet u een of meerdere Triton Multi-Stands

gebruiken om ze bij het aan- en/of afvoeren te

ondersteunen, of vraag iemand om u te helpen.

Afb. 6.

3. Smalle werkstukken
De Compact hoekmeter

kan in de gleuf langs

de bovenkant van het

werkpaneel worden gestopt

en kan als extra geleider en

steun worden gebruikt bij

het langszagen van schuine

snedes van smalle werkstukken. Zie afb. 7.
De hoekmeter moet soepel en zonder zijwaartse

speling over de volle lengte van de gleuf glijden.

Als dit niet zo is, draai de kruiskopschroeven

dan los en verander de breedte van de gleuf

totdat de hoekmeter goed in de gleuf past, en

draai ze dan weer aan. Afb.

8. De gleuf kan zo nodig

met RP7 of WD40 of een

equivalent smeermiddel

worden bespoten, zodat de

hoekmeter beter heen en

weer glijdt.

4. Afschuiningen schaven
Als u een afschuining wilt schaven in plaats

van een hele zaagsnede te maken, zet de

afschuiningsgeleider dan los en zet hem van het

zaagblad af en in de gewenste positie. Beide

einden moeten op dezelfde schaaluitlezing

worden vastgezet, d.w.z. dat de geleider precies

parallel moet zijn met het zaagblad, Afb. 9 & 10.

5. Fijn werk
Om te voorkomen dat teer materiaal aan het

eind van de zaagsnede versplintert, kunnen de

kruiskopschroeven worden losgedraaid en kan

de voorrandsteun dichter naar het zaagblad

worden gebracht. Zie afb. 11. Dit geeft meer

steun bij het aanvoeren. Na de nieuwe instelling

moet het zaagblad worden gedraaid om zeker te

zijn dat de tanden de randsteun niet raken. Draai

vervolgens de schroeven weer goed aan.
N.B.: schuin schaven

is in deze positie niet

mogelijk. Denk eraan dat

de voorrandsteun na afloop

weer in de oorspronkelijke

positie moet worden gezet.

Afb.2

Afb.3

Afb.4

Afb.5

Schaalverdeling

Tweede

schaalverdeling

Gebruik deze rand als

uitgangspunt

BEDIENING

Fig.6

Fig.7

Fig.8

Fig.9

Fig.10

Fig.11

Advertising