Effecten – Alto Professional Live 2404 User Manual

Page 43

Advertising
background image

43


50.

Subgroepfader: Regelt het volume van de overeenkomstige subgroep.

51.

Subgroeptoewijzingen: Druk een willekeurige combinatie van deze knoppen in om hun

overeenkomstige Subgroepen (eronder) aan dat kanaal (Links of Rechts) van de
Hoofdmix toe te wijzen.

52.

Main-fader: Past het geluidsniveau aan van de Main Mix-uitgangen.

53.

LED-meters: Geeft het geluidsniveau weer van de Main Mix-uitgangen of de Control

Room-uitgangen (Ctrl Out), naargelang de stand van de Control Room Source-
knoppen. De Clip-LED mag af en toe branden. Als dit echter te vaak gebeurt, verlaagt u
het beste het volume van de mix en/of de afzonderlijke kanalen.

54.

Stroom-LED: Gaat branden wanneer het mengpaneel aanstaat.

55.

Fantoomvoeding-LED: Brandt wanneer de fantoomvoedingschakelaar

is

ingeschakeld.

56.

Ingesteld niveau: Gaat branden wanneer de LED-meters het pre-fader audioniveau

weergeven van een actief gesoleerd kanaal en niet het niveau van de hoofdmix of de
controlekamermix. De knop Solo-modus mag niet ingedrukt zijn (PFL) (wijzigingen van
de faderniveaus hebben geen invloed op de LED-meters en het gehoorde niveau).

57.

Solo actief: Gaat branden wanneer de LED-meters het post-fader audioniveau

weergeven van de actieve gesoleerde kanalen in plaats van de kanalen van de hoofdmix
of controlekamermix. De knop Soleermodus moet ingedrukt zijn (AFL) (veranderingen in
de faderniveaus beïnvloeden de LED-meters en het gehoorde volume).

58.

Soleermodus: Indien niet-ingedrukt, wordt de audio van een kanaal met ingedrukte

Solo-knop pre-fader afgespeeld (PFL). Wanneer ingedrukt, wordt de audio post-fader
afgespeeld (na de fader of AFL).

59.

USB-stroomaansluiting: Via deze USB-poort kunt u een apparaat dat stroom gebruikt

en beschikt over een 5 V USB-poort voorzien van stroom (of opladen).

Effecten


Om effecten toe te passen, draait u aan de Knop met effectprogramma's en drukt u erop om
een van de beschikbare programma's te selecteren. Om het signaal van een kanaal naar de
effectenprocessor te sturen, zet u de DFX-knop (Aux 4) van het kanaal luider.

Elk effect heeft 10 variaties. Selecteer een effect dat past bij de omgeving en bij uw
voorkeuren.

Nummers Effect

Beschrijving

00-09

Delay

Reproduceert het signaal na een korte vertragingstijd.

10-19

Delay+Galm

Delay-effect met ruimtegalm.

20-29 Tremolo

Verhoogt en verlaagt snel het signaalvolume aan een regelmatige
snelheid.

30-39

Plaat

Bootst een heldere plaatgalm na.

40-49

Chorus

Simuleert het volle, complexe en vloeiende geluid van
verschillende instrumenten die hetzelfde spelen.

50-59

Zang

Galm die een kamer nabootst, met een korte vervaltijd.

60-69

Rotary

Simuleert het klassieke dopplereffect van de draaiende hoorn in
de luidspreker van een orgel.

70-79

Kleine ruimte

Galm die een heldere studioruimte nabootst.

80-89

Flanger+Galm Past kamergalm toe plus een klassiek stereo flanger-effect.

90-99

Grote zaal

Galm die een grote akoestische ruimte nabootst.

Advertising
This manual is related to the following products: