Starten (afb. d), Sturen, Landen – Playtive KITE StyleD User Manual

Page 20: Windkrachten

Advertising
background image

20

Starten (afb. D)

BELANGRIJK! Ga in eerste instantie na of het terrein geschikt is, bepaal
de windrichting en –kracht (hiervoor kunnen speciale, niet in het leve-
ringspakket inbegrepen windmeetinstrumenten uit de gespecialiseerde
handel gebruikt worden) en controleer uw vlieger. Neem de beschrijving
van de windkrachten in acht.
Het best houdt een helpende persoon de vlieger met de voorzijde naar
de wind vast. Ga nu rugwaarts tegen de wind staan en laat daarbij
voorzichtig en zonder te trekken het vliegertouw bijna volledig af (mins-
tens 20 meter). De vlieger dient daarbij door de helpende persoon nog
vastgehouden te worden.
Op commando laat de helpende persoon de vlieger los. De vlieger
wordt niet in de lucht geworpen!
Bij voldoende wind volstaat een krachtige ruk aan het touw en eventueel
nog een stap achterwaarts. Let daarbij op personen of hindernissen.

Sturen

Vlieg zodanig met uw vlieger alsof u een fiets zou besturen.
Door te trekken aan het rechtertouw vliegt uw vlieger naar rechts, door te
trekken aan het linkertouw vliegt uw vlieger naar links.
Wanneer u de besturingscommando’s langer aanhoudt, zal uw vlieger
in volledige cirkels vliegen (zogenaamde “Loopings”). Hoe steviger u het
touw tot aan uw lichaam trekt, hoe nauwer de Loopings zijn.

Landen

Om te landen laat u de vlieger heel ver naar links of rechts, m.a.w. uit het
windvenster, vliegen. Hij wordt daarbij almaar langzamer en landt veilig.
Het windvenster (afb. B) is idealiter een kwart bol met de touwlengte als
radius, binnen welke er met uw stuurvlieger gevlogen kan worden.
Na het landen onmiddellijk de vlieger en vooral het touw binnenhalen
om beschadigingen of blessures te vermijden.
Bij felle wind kan het gebeuren dat de matrasvlieger weer met lucht
gevuld wordt en opnieuw start.

Windkrachten

Windstilte

0 Beaufort 0-0,8 km/h 0-0,5 knopen
– rook uit schoorstenen stijgt loodrecht naar boven
– spekgladde zee
– vliegers vliegen uitsluitend met ondersteuning

Lichte bries

1 Beaufort 0,9-5,5 km/h 0,6-3,0 knopen
– rook uit schoorstenen is in beweging
– licht bewegend wateroppervlak
– uitsluitend geschikt voor extra licht vliegers

Lichte wind

2 Beaufort 5,6-12,1 km/h 3,1-6,5 knopen
– bladeren ruisen, men voelt de wind op de huid
– kleine kamvormige golven
– goede wind voor ervaren piloten

Zachte wind

3 Beaufort 12,2-19,6 km/h 6,6-10,5 knopen
– kleinere takken bewegen
– grotere kamvormige golven die beginnen te breken
– goede wind voor beginnelingen

Matige wind

4 Beaufort 19,7-28,5 km/h 10,6-15,5 knopen
– takken bewegen
– kleine golven, deels met schuimkraag
– beter voor middelgrote vliegers

Wind

5 Beaufort 28,6-38,8 km/h 15,6-20,9 knopen
– kleinere bomen en grote takken hellen over
– matige golven, veel schuimkragen
– grote vliegers kunnen schade oplopen

NL

Advertising
This manual is related to the following products: