Bewerkingen met getalbasissen (base–n) – CITIZEN SR-281N User Manual

Page 227

Advertising
background image

SR260B_SR-281N_Dutch_v090331.doc SIZE: 140x75mm SCALE 1:1

2009/3/31

-D25-

Volg de onderstaande stappen om een constante op de plaats van de
cursor in te voegen:
1. Druk op [ CONST ] om het constantenmenu weer te geven.
2. Druk op [ ] of [ 2nd ] [

] totdat de gewenste constante

onderlijnd is.

3. Druk op [ = ].
U kunt ook de [ CONST ] toets in combinatie met een getal van 1 tot
136 gebruiken, om de gewenste constante op te vragen. Druk
bijvoorbeeld op 15 [ CONST ].

DEG

e
1 . 6 0 2 1 7 6 4 6 2 6 3

–19

¾

3 x N

A

= 1.80664259841 x 10

24

CONST DEG

h

h

N

A

l p

t p

3 [ x ] [ CONST ] [ CONST ] [

]

[

]

6. 0 2 2 1 4 1 9 9 4 7

23

CONST DEG

0 0 8 :

m o l

–1

[ = ]

6. 0 2 2 1 4 1 9 9 4 7

23

CONST DEG

3 ¼N

A

=

[ = ] [ = ]

1 .8 0 6 6 4 2 5 9 8 4 1

24

Bewerkingen met getalbasissen (Base–n)

Gebruik de MAIN ( [ MODE ] 1 ( MAIN ) ) modus voor bewerkingen met
getalbasissen (Base–n).

Met de rekenmachine kunt u berekeningen maken met niet-decimale
grondtallen. De rekenmachine kan binaire, octale en hexadecimale
getallen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

Hieronder ziet u de verschillende getalbasissen met hun
overeenkomstige cijfers.

Binaire getalbasis ( b ): 0, 1

Octale getalbasis ( o ): 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7

Decimale getalbasis: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

Hexadecimale getalbasis (h): 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, A, B, C, D, E, F

Raadpleeg de onderstaande tabel om A, B, C, D, E en F die gebruikt
worden in de hexadecimale getalbasis te onderscheiden van de
standaardletters.

Advertising