Philips 150B4 User Manual
Page 23
 
Begrippenlijst
stroomafwaartse apparaten. Elke stroomafwaartse poort kan afzonderlijk worden aangesloten en 
geconfigureerd op vol of laag vermogen. De hub isoleert poorten met laag vermogen, zodat deze geen vol 
vermogen signaleren. 
Een hub bestaat uit twee gedeelten: de hub-controller en de hub-versterker. De versterker is een door een 
protocol gecontroleerde schakelaar tussen de stroomopwaartse poort en de stroomafwaartse poorten. De 
hub heeft ook hardware-ondersteuning voor terugstellen- en uitstellen-/hervatten-signalering. De controller 
verschaft de interface-registers om communicatie naar/van de host mogelijk te maken. Hub-specifieke 
status- en controleopdrachten laten de host een hub configureren en zijn poorten bewaken en controleren. 
Apparaat
Een logische of fysieke entiteit die een bepaalde functie uitvoert. De feitelijke entiteit die wordt beschreven 
hangt af van de context van de verwijzing. Op het laagste niveau kan een apparaat betrekking hebben op 
een enkele hardwarecomponent, zoals bijvoorbeeld een geheugenapparaat. Op een hoger niveau kan het 
betrekking hebben op een assortiment hardwarecomponenten die een bepaalde functie uitvoeren, zoals 
een Universele seriële bus-interfaceapparaat. Op een nog hoger niveau kan een apparaat verwijzen naar 
de functie die wordt uitgevoerd door de aan het Universele seriële bus aangesloten entiteit, zoals 
bijvoorbeeld een data-/fax-modemapparaat. Apparaten kunnen fysiek, elektrisch, addresseerbaar en logisch 
zijn.
 
 
 
 
Stroomafwaarts
De richting van de gegevensstroom vanuit de host. Een stroomafwaartse poort is de poort op een hub die 
qua elektriciteit het verst verwijderd zit van de host, die stroomafwaarts gegevensverkeer genereert vanuit 
de hub. Stroomafwaartse poorten ontvangen stroomopwaarts gegevensverkeer. 
file:///D|/B/dutch/150b4cgbs/glossary/glossary.htm (4 of 5) [6/11/03 11:11:02 AM]