Velleman VM138 User Manual

Page 15

Advertising
background image

15

1. Zet schakelaar 10 van SW1 op ON als U deze module als enig aangesloten DMX toestel gebruikt of dit de

laatst aangeslotene is in de rij. (zie “terminator”).

2. Sluit een 12V (on)gestabiliseerde spanning aan op de ingang “12V DC”, (SK1) en schakel deze daarna in.
3. De groene “power"LED, LD1 dient op te lichten en dit steeds als de print onder spanning staat.
4. Als je nu de DMX waarde voor het ingestelde kanaal verhoogt, tot boven de 140 moet het relais aantrekken en

LD3 “OUT"oplichten, deze moet weer doven, en het relais weer afvallen als de DMX waarde onder de 120
daalt. De waarden tussen 120 en 140 dienen als hysteresis en behoeden het relais van “klapperen”.


LD2 “error"LED functies :

LD2, de “error"LED heeft volgende functies:

Flitst éénmaal bij het onder spanning zetten van de module print : Hiermee kan je controleren of de CPU van

de schakeling werkt.

Knippert langzaam bij het niet ontvangen van een DMX signaal: Indien deze knippert is er geen verbinding

tussen een DMX controller en de module, de polariteit van het DMX-signaal kan verkeerd zijn of het signaal is
niet compatibel.

Knippert snel als het DMX adres op 0 staat en/of de “manual override”- functie actief is.

JP1: DMX mode :

In de normale mode (JP1 niet gemonteerd) reageert de module telkens, en dus zo snel mogelijk op de

DMX waarde die voor hem bestemd is.

Als de error correctie mode is ingeschakeld (JP1 gemonteerd) zal een hogere graad van stabiliteit van de

schakeling worden bekomen. Dit kan nodig zijn bij sommige merken van DMX apparatuur. Bij deze mode moet
voor een bepaald DMX kanaal, 2x na elkaar éénzelfde waarde zijn ingelezen vooraleer de status van het relais
wordt aangepast. Het nadeel is wel dat de reactie van het relais trager wordt als U de DMX waarde snel laat
variëren.

DMX kanaal

Advertising