Algemene richtlijnen, Het toestel monteren en aansluiten – Velleman VDP801GLD10 User Manual
Page 7
VDP801GLD10
07/09/2011
©Velleman nv
7
• De garantie geldt niet voor schade door het negeren van bepaalde richtlijnen in deze handleiding en uw
dealer zal de verantwoordelijkheid afwijzen voor defecten of problemen die hier rechtstreeks verband mee
houden.
• Laat dit toestel installeren en onderhouden door een geschoolde technicus.
• Om beschadiging te vermijden, zet u het toestel best niet aan onmiddellijk nadat het werd blootgesteld aan
temperatuurschommelingen. Wacht tot het toestel op kamertemperatuur gekomen is.
• Dit toestel valt onder beschermingsklasse I, wat wil zeggen dat het toestel geaard moet zijn. Een geschoolde
technicus moet de elektrische aansluiting verzorgen.
• De beschikbare netspanning mag niet hoger zijn dan de spanning in de specificaties achteraan de
handleiding.
• De voedingskabel mag niet omgeplooid of beschadigd zijn. Laat uw dealer zo nodig een nieuwe kabel
plaatsen.
• Trek de stekker uit het stopcontact (trek niet aan de kabel!) voordat u het toestel reinigt en als u het niet
gebruikt.
• Houd dit toestel uit de buurt van opspattende en druppelende vloeistoffen. Plaats geen objecten gevuld met
vloeistof op het toestel.
• Schade door wijzigingen die de gebruiker heeft aangebracht aan het toestel vallen niet onder de garantie.
• Mechanische slijtage valt niet onder de garantie.
• Houd dit toestel uit de buurt van kinderen en onbevoegden.
3. Algemene richtlijnen
Raadpleeg de Velleman
®
service- en kwaliteitsgarantie achteraan deze handleiding.
•
Noch Velleman nv noch zijn verdelers kunnen aansprakelijk gesteld worden voor schade (buitengewoon,
incidenteel of onrechtstreeks) – van welke aard dan ook (financieel, fysisch…) voortvloeiend uit het bezit,
gebruik of falen van dit product.
• Dit toestel is ontworpen voor professioneel gebruik op podia, in disco's, enz. U mag dit toestel enkel
binnenshuis gebruiken en aansluiten op een wisselspanning van maximum 230VAC / 50Hz.
• Lichteffecten zijn niet ontworpen voor continue werking: regelmatige onderbrekingen doen ze langer
meegaan.
• Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit toestel.
• Installeer het toestel weg van extreme temperaturen, vochtigheid en stof.
• Maak het toestel vast met een geschikte veiligheidskabel (bvb. VDLSC7 of VDLSC8).
• Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen mogen dit
toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.
• Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
• Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
• Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot kortsluitingen,
brandwonden, elektrische schokken, enz. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de garantie.
4. Het toestel monteren en aansluiten
• Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke
normen.
• De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit toestel
kunnen dragen zonder te vervormen.
• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.
• Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig
nakijken.
• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan
aanraken.
• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van
de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het
gebruikte materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen
ervaring mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
• Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel en draai de regelschroeven stevig aan.
• Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 0.5m rond het toestel.
• Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
• Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
• De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
• Installaties met DMX512-sturing:
o
aansluiting
Sluit de meegeleverde XLR-kabel aan de vrouwelijke 3-pin XLR-uitgang van de controller en de andere
kant van de mannelijke 3-pin XLR-ingang [5] van de laser projector. U kunt verscheidene laser
projectoren aan elkaar koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik daarvoor een 2-aderige
afgeschermde kabel met XLR ingang- en uitgangsaansluitingen (zie de afbeeldingen op pagina 2).
o
keten met eindweerstand
Een DMX eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving
met veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van het digitale
controlesignaal door elektrische ruis. De DMX eindweerstand is niets meer dan een XLR-stekker met een