Velleman LX109 - Manual (Page 13)

LX109
V. 02 – 04/03/2013 13 ©Velleman nv
Het menu bevat de volgende items:

Auto Show
 Static
 Dimmer Mode
 Back Lite
 Info
 DMX Address
 DMX Channel
 Master/Slave
 White Balance
 Fan Speed
 Temperature
7.2 Standalone
In autonome modus draait het toestel één van de ingebouwde programma's.
Om het toestel in autonome modus (stand-alone) te plaatsen:
1. Sluit niets aan op de DMX-ingang van het toestel.
2. Druk op <MENU> tot <Auto Show> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
3. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om een ingebouwd programma te selecteren:
7.3 Master/slave modus
In master/slave-modus kunnen meerdere toestellen verbonden worden met een master-toestel. Alle slave-
toestellen zullen vervolgens synchroon functioneren met het master-toestel.
Plaats een toestel in master-modus en alle andere toestellen in slave-modus.
1. Verbind alle toestellen in serie met DMX-kabels.
2. Het eerste toestel in de ketting functioneert als mastertoestel. Stel het toestel in zoals hierboven
beschreven.
3. Op het mastertoestel, druk op <MENU> tot <Master/Slave> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
4. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Master> te kiezen en druk op <ENTER>.
5. Op elk van de aangesloten slavetoestellen, druk op <MENU> tot <Master/Slave> op de display verschijnt
en druk op <ENTER>.
6. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Slave> te kiezen en druk op <ENTER>.
7.4 DMX-sturing
Sturing van het toestel via een universele DMX-controller.

Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de
signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel „luistert‟ naar het signaal van
de DMX controller. U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel
een nieuw startadres ingeven.
 Wanneer u een enkel startadres instelt, zullen alle toestellen „luisteren‟ naar hetzelfde kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
 In het geval van de 3-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~3) moeten
instellen, van het tweede toestel op 4 (1 + 3) (CH4~6), van het derde op 7 (4 + 3) (CH7~9), enz. De
hoogste startwaarde is 510.
 In het geval van de 5-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~5) moeten
instellen, van het tweede toestel op 6 (1 + 5) (CH6~10), van het derde op 11 (6 + 5) (CH6~15), enz. De
hoogste startwaarde is 508.
 In het geval van de 7-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~7) moeten
instellen, van het tweede toestel op 8 (1 + 7) (CH8~14), van het derde op 15 (8 + 7) (CH15~21), enz. De
hoogste startwaarde is 506.
 In het geval van de 48-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~48) moeten
instellen, van het tweede toestel op 49 (1 + 48) (CH49~96), van het derde op 97 (49 + 48) (CH97~144),
enz. De hoogste startwaarde is 465.
Om het toestel in te stellen met DMX-sturing:
1. Druk op <MENU> tot <DMX Channel> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
2. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om het gewenste aantal kanalen in te stellen en druk op <ENTER>.