Wasmiddelen en wasgoed – Indesit IWSNC-51051X9-EU User Manual

Page 34

Advertising
background image

34

NL

Wasmiddelen en wasgoed

Wasmiddelbakje

Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau-
tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.

!

Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die

te veel schuim vormen.

!

Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de

voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer
dan 60°C.

!

Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.

Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt
in:

bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of
het bakje 4 is verwijderd.
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel

Bleekcyclus

!

Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit

wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmid-
del geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen
en wol.

Plaats het bijgeleverde
extra bakje 4 in bakje 1.
Let er bij het gieten van het
bleekwater op dat het nive-
au “max”, aangegeven op
de centrale pin, niet wordt
overschreden (zie afb.).

Als u alleen wilt bleken giet u het bleekwater in het extra
bakje 4, stelt u het programma “Spoelen” en activeert u
de functie “Bleken” .

1 2

3

4

Voor bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en
de toevoegmiddelen in de bakjes, stelt u het gewenste
programma in en activeert u de functie “Bleken” .
Gebruik van het extra bakje 4 sluit het voorwassen uit.

Voorbereiden van het wasgoed

• Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
• Leeg de zakken en controleer de knopen.
• Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor

droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.

Hoeveel weegt wasgoed?

1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.

Bijzondere kledingstukken

Wol: met het programma 8 is het mogelijk alle wollen
kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met
het etiket “alleen handwas”

. Voor de beste resultaten

dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de
1 kg wasgoed te overschrijden.
Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever-
de zak. Gebruik het programma 9.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 10.

Balanceersysteem van de lading

Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een
lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de
lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling
uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering te
bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te
mengen.

Advertising