Enerpac MP-Series User Manual

Page 23

Advertising
background image

23

achterblijven. Mocht dit kunnen leiden tot
verontreiniging van het systeem, spoel de pomp dan
zorgvuldig door voordat u deze plaatst.
Sommige vloeistoffen zullen de Nitrile- (Buna N) en de
PTFE-dichtingen beschadigen welke zijn gebruikt in de
standaard multi-vloeistofpomp. ENERPAC kan
eveneens EPDM-dichtingen leveren, zie hiervoor de
tabel hierboven.

Als u niet zeker weet of de vloeistof die u wilt gebruiken
ook geschikt is voor over de pomp of de daarin
gebruikte dichtingen, neem dan contact op met de
ENERPAC-distributeur bij u in de buurt of de afdeling
productondersteuning van ENERPAC.

5.0 PLAATSING
De pomp aansluiten
De koppeling van de pompuitgang is voorzien van
Amerikaanse conische draad van 0,95 cm (3/8 inch
NPT). Gebruik Teflon tape of andere geschikte
afdichttape om lekken van de aansluiting te voorkomen.
Zorg dat u de verbinding NIET te strak aandraait. Dit kan
leiden tot blijvende beschadiging van de aluminium
pompbehuizing. Zie pagina 24 voor de afmetingen van
de pomp.
Als de pomp met een extern reservoir moet worden
uitgerust, sluit u dit aan op de opening met Amerikaanse
conische draad van 0,95 cm (3/8 inch NPT) aan de
onderzijde van de pomp. Deze verbinding moet wel
worden afgedicht.

WAARSCHUWING: Zorg dat alle slangen,
pijpen en fittingen geschikt zijn voor de
vloeistof die in het systeem wordt gebruikt.
Gebruik geen koperen of messing

onderdelen wanneer u water gebruikt. Deze materialen
kunnen leiden tot corrosie aan de binnenzijde van de
aluminium behuizing.

BELANGRIJK: De maximum toelaatbare
lengte van de verticale aanzuigpijp is 600
mm. Het reservoir MOET zijn voorzien van
een ontluchting.

6.0 ONTLUCHTEN
Na plaatsing, moet de pomp worden ontlucht. Open
hiertoe het ontlastingsventiel van de pomp volledig en
beweeg de hendel van de pomp 10 maal volledig heen
en weer. Sluit vervolgens het ontlastingsventiel en bouw
de druk in het systeem op. Als alle lucht is verdwenen,
voelt de hendel bij gebruik niet langer “zacht” aan en is
slechts een zeer kleine speling te voelen, met name
tijdens tweede trap van de pomp. Als er toch nog lucht
in de pomp aanwijzig blijkt te zijn, herhaal dan de
bovengenoemde procedure. De pomp hoeft vervolgens
alleen nog ontlucht te worden als deze van het systeem

wordt losgekoppeld of als de hoeveelheid vloeistof in de
pomp afneemt. Het is ook mogelijk dat een luchtbel in
het systeem achterblijft. Deze kan worden verwijderd
door op het hoogste punt een fitting los te draaien en de
pomphendel langzaam heen en weer te bewegen totdat
vloeistof uit de fitting lekt. Draai de fitting vervolgens
weer aan voordat u de druk weer opvoert.

WAARSCHUWING: Draag altijd een
veiligheidsbril. De operator moet ook
voorzorgsmaatregelen nemen om letsel als
gevolg van problemen met het

gereedschap of het werkstuk te voorkomen.

Enige speling op de hendel is het gevolg van de ruimte
tussen de verschillende onderdelen en moet niet
worden verward met een verminderde effectiviteit als
gevolg van een achtergebleven luchtbel.

WAARSCHUWING: Voeg alleen vloeistof
toe als het systeem in de ruststand staat,
dat wil zeggen als de cilinders volledig zijn
teruggetrokken. Anders kan het resultaat

zijn dat meer vloeistof in het systeem aanwezig is dan in
het reservoir past.

7.0 GEBRUIK
1. De instelling van het ontlastingsventiel kan variëren al

naar gelang de viscositeit van de gebruikte vloeistof.
Controleer voordat het systeem voor de eerste maal
wordt gebruikt of de druk correct is voor de gebruikte
vloeistof. Stel zo nodig het ontlastingsventiel bij zoals
aangegeven in paragraaf 8.

2. Monteer de hendel op de pomp op de door de

operator verkozen positie. De tuimelas is voorzien
van twee openingen en platte zijden. Hierdoor kan
de pomphendel binnen een cirkel van 360° op 4
verschillende posities worden gemonteerd.

3. Sluit het ontlastingsventiel handvast. Te veel kracht

leidt tot onnodige slijtage aan de zitting en uiteindelijk
tot problemen met de pomp.

4. Beweeg de pomphendel rustig heen en weer (als u de

hendel te snel beweegt, neemt de efficiëntie van de
pomp af doordat de zuigerkamers niet volledig
gevuld worden). De pomp zal soepel en automatisch
overschakelen van de eerste naar de tweede trap
zodra de onbelaste instelling is bereikt.

5. Om de systeemdruk te ontlasten, draait u de knop

van het ontlastingsventiel tegen de wijzers van de
klok in los. Het ontlastingsventiel is speciaal
ontworpen voor een nauwkeurige regeling van de
drukontlasting.

Advertising