Denon DN-X1500S User Manual

Page 51

Advertising
background image

51

NEDERLANDS

o

SAMPLER B-toets

• Voor het instellen van punt B van de sampler.

!0

CROSSFADER ASSIGN-schakelaar

A, B:
• De kanaalbron wordt toegewezen aan A of B

van de crossfader.

POST:
• Selecteer deze optie wanneer u de kanaalbron

niet wilt toewijzen in de crossfader.

!1

EFFECTS ASSIGN-schakelaar

• Selecteren van de bron van de interne effector.

!2

MODE PARAMETER-knop

• Instellen van de effectmodus en -instellingen.

!3

EFFECTS WET/DRY-regelaar

• Instellen van de verhouding tussen origineel en

met effecten bewerkt geluid.

!4

EFFECTS ON/OFF-toets

• In (ON) en uit (OFF) schakelen van de interne

effector.

!5

TAP-toets

TAP:

Wanneer u meermaals op deze toets drukt,
wordt de Auto-modus uitgeschakeld en worden
de Beats Per Minuut (BPM) gemeten.

LOCK:

Als deze toets tijdens het functioneren van de
auto BPM-meter, 1 wordt ingedrukt, zullen de
gegevens welke door de auto BPM-meter
gemeten werden, vergrendeld worden.

AUTO:

Wanneer u de TAP-toets 1 seconde indrukt,
wordt de AUTO BPM-modus geactiveerd.
De gemeten BPM wordt weergegeven in het
BPM-display.

INPUT BPM:

Als de TAP-toets langer dan 2 seconden wordt
ingedrukt, wordt de BPM-invoermodus ingesteld
en kan de BPM-waarde direct, via de MODE
PARAMETERS-knop

!2 ingevoerd worden. Als

de toets nogmaals wordt ingedrukt, wordt de
BPM-modus uitgeschakeld.

!6

CUE-toetsen

• Als u één van de of alle CUE-toetsen indrukt,

worden de signalen van de gekozen bron naar
de hoofdtelefoon- en Meter Cue-secties
gevoerd. Door meerdere toetsen in te drukken,
bekomt u een gemengd geluid van de gekozen
bronnen.

!7

CROSSFADER START A, B-schakelaars

• In (ON) en uit (OFF) schakelen van de

startfunctie van de crossfader.

!8

CROSSFADER

• Regelt het relatieve uitgangsniveau van de A- en

B-mixes. Wanneer de fader in de uiterst linkse
stand staat, is alleen de A-mix hoorbaar via de
uitgangen. Naarmate de fader naar rechts wordt
verplaatst, neemt het aandeel van de B-mix toe
en neemt het aandeel van de A-mix af. Wanneer
de fader in de middelste stand staat, worden de
A- en B-mixes in gelijke mate uitgevoerd. In de
uiterst rechtse stand is alleen de B-mix hoorbaar
via de uitgangen.

!9

Broningang-fader (kanaalfader)

• Regelt het niveau van de gekozen ingang.

@0

CROSSFADER CONTOUR-regelaar

• Met deze functie kan de “vorm” van de

crossfader-respons worden aangepast van een
zachte curve voor zachte en lange fades tot een
steile pitch voor professionele cut & scratch-
effecten.

@1

HEADPHONE-uitgang

• Hierop kan een 1/4” stereo-

hoofdtelefoonstekker worden aangesloten.

@2

HEADPHONE LEVEL-regelaar

• Regelt het volume van de hoofdtelefoon.

@3

HEADPHONE PAN-regelaar

• Heeft twee functies... In de STEREO-stand

verandert hij de relatieve niveaus van de in
beide oorschelpen gemengde Cue- en Program-
signalen (CUE MASTER). In de SPLIT CUE-stand
(MONO) verandert hij de balans tussen Mono
Cue in de linker oorschelp en Mono Program
(MASTER) in de rechter oorschelp.

@4

SPLIT CUE-toets

• In de STEREO-stand stuurt deze toets STEREO

Program (CUE MASTER) en Cue naar beide
oorschelpen; in de SPLIT CUE (MONO)-stand
stuurt het hoofdtelefooncircuit MONO Cue naar
het linkeroor en Mono Program (MASTER) naar
het rechteroor.

• In STEREO-modus geeft de meter het

stereoniveau in de linker (LEFT) en rechter
(RIGHT) master-uitgang aan. In de SPLIT CUE
(MONO)-stand wordt het mono CUE-niveau
weergegeven op de linkse meter en het mono
Program (CUE MASTER)-niveau op de rechtse
meter

• In SPLIT CUE (MONO) modus is de toets

verlicht.

@5

EFFECT LOOP WET/DRY-regelaar

• Instellen van de verhouding tussen origineel en

met effecten bewerkt geluid.

@6

CH FADER START-schakelaar

• In (ON) en uit (OFF) schakelen van de

startfunctie van de kanaalfader .

@7

EFFECT LOOP ASSIGN-schakelaar

• Selecteren van de bron van de externe

processor.

@8

EFFECT LOOP ON/OFF-toets

• Voert het toegewezen signaal door de externe

processor verbonden aan de SEND/RETURN-
connectoren aan de achterzijde.

• Wanneer EFFECT aan (ON) is, is de toets

verlicht. (Indien de processor niet is
aangesloten, zal deze knop bij activering gaan
knipperen.)

@9

TALK OVER ON/OFF-toets

• In (ON) en uit (OFF) schakelen van de Talk Over-

functie.

• Wanneer de toets verlicht is, wordt het

signaalniveau - behalve Mics - gedempt.

• Het Talk Over-dempingsniveau kan worden

ingesteld in de Preset-modus.

OPMERKING:

Door indrukken van deze toets wordt het
volume snel gewijzigd.

#0

MIC POST ON/OFF-toets

• Zet de Mic-signalen naar de BOOTH-, REC- en

DIGITAL-uitgangssignalen.

#1

MIC EQ-regelaars

• Stellen de frequentieweergave van de

hoofdmicrofooningang in van –12 dB tot +12dB.
In de middelste stand is de geluidsweergave
vlak.

#2

MIC LEVEL-regelaars

• Instellen van het Mic-signaalniveau.

#3

MIC ON/OFF-toetsen

• Wanneer de toets verlicht is, wordt het Mic-

signaal overgezet naar de uitgangssectie,
anders wordt de Mic-ingang gedempt.

#4

INPUT ASSIGN (Ingangsselectie)

• Selecteer elke bron van acht ingangen

(PHONO1/LINE1, LINE2, PHONO2/LINE3,
LINE4, PHONO3/LINE5, LINE6, LINE7, LINE8)
voor elk kanaal afzonderlijk.

• U kunt ook dezelfde ingang aan meerdere

kanalen toewijzen voor creatief mixen.

#5

GAIN (Regeling ingangsniveau)

• Instellen van het niveau van de geselecteerde

ingang.

• U kunt elk GAIN-volume instellen om 0dB op de

bronniveaumeter (source level) aan te geven.

#6

Source EQ-regelaars

• Stellen de frequentieweergave van de gekozen

ingangen in.
In de middelste stand is de geluidsweergave
vlak.

HI en MID:
• Voor het instellen van de hoge en middentonen

–40 dB t/m +10 dB.

LOW:
• Stelt het lagetonengeluid in van -40 dB tot +6

dB.

OPMERKING:

Een te scherpe afstelling kan 'clipping'
(vervalsing van het signaal) veroorzaken.

#7

CUE MASTER-niveaumeter

• Geeft het uitgangsniveau weer na een

aanpassing van het MASTER LEVEL.

• Kan kiezen tussen twee weergavestanden. Zie

@4 hieronder.

#8

Bronniveaumeters (source level)

• Geeft het ingangsniveau weer na een

aanpassing met de GAIN-

#5 en EQ- #6

regelaars.

OPMERKING:

Indien deze meter meer dan +12 dB aangeeft,
kan het ingangsgeluid onderbroken zijn.

#9

EQ ON/OFF-toetsen

• Wanneer deze toets verlicht is is de EQ aan,

anders wordt de EQ gepasseerd.

LINE1
LINE2
LINE3
LINE4
LINE5
LINE6
LINE7
LINE8

• • • • •

INPUT ASSIGN

INPUT ASSIGN

CH1

CH4

Advertising