Konig Electronic Tone generator with amplifier probe - Manual (Page 12)

12
3. Raak met de tip van de versterkersonde de isolatie van elke verdachte ader aan.
4. De ontvangst van de toon zal het luidst zijn op de onderworpen draad.
5. De stekkerbus is bedoeld voor het aansluiten van een hoofdtelefoon of handset.
• Identificeren van tip en ring (schakelaar op “OFF”):
1. Sluit de rode meetdraad aan op één lijn en de zwarte meetdraad op de andere lijn.
2. De LED zal groen branden wanneer u de rode meetdraad op de RINGZIJDE van de lijn
aansluit.
3. De LED zal rood branden wanneer u de rode meetdraad op de TIPZIJDE van de lijn aansluit.
• Identificeren van de lijnkwaliteit (schakelaar op “OFF”):
1. Sluit de rode meetdraad aan op de RINGZIJDE van de lijn en de zwarte meetdraad op de
TIPZIJDE.
2. Let op de LED:
a. Een heldere groene LED geeft een vrije lijn aan
b. Geen brandende LED geeft een bezette lijn aan
c. Een helder knipperende gele LED geeft een bellende lijn aan
• Verifiëren lijnen (schakelaar naar “OFF” vervolgens “CONT”):
1. Kies de lijn die moet worden gecontroleerd
2. Terwijl de lijn wordt gebeld, sluit de rode meetdraad aan op de RINGZIJDE van de lijn en de
zwarte meetdraad op de TIPZIJDE.
3. In de “Off”-stand zal de LED geel knipperen wanneer de meetdraden op het onderworpen paar
zijn aangesloten.
4. Als u de toongenerator naar “CONT” schakelt, zal de oproep op de onderworpen lijn worden
beëindigd.
• Toon verzenden(schakelaar naar “TONE”):
(Opgelet: Sluit in deze modus niet op een actief AC-circuit groter dan 24 V aan)
1. Sluit de testdraden op het paar aan, of sluit één draad op aarde aan en één draad op een
willekeurige zijde van de lijn.
2. Een afwisselende of een enkele vaste toon kan met de schakelaar op de toongenerator worden
gekozen.
3. Onderzoek de verdachte draden met de versterkersonde. De ontvangst van de toon zal het
sterkste zijn op de onderworpen draad. In het geval van gemakkelijke toegang tot blanke
geleiders, kan een telefoon of headset worden gebruikt voor het ontvangen van de toon.
• Testen van de continuïteit (schakelaar naar “CONT”):
(Waarschuwing: Sluit in deze modus niet op een actief AC- of DC-circuit aan)
1. Sluit de meetdraden aan op het onderworpen paar.
2. Gebruik de “CONT”-stand.
3. Een heldere groene LED geeft continuïteit aan. De LED zal niet branden als de weerstand van
de lijn groter dan 10.000 Ω is.
• Testen van continuïteit met behulp van toon (schakelaar naar “TONE”):
(Waarschuwing: Sluit in deze modus niet op een actief AC- of DC-circuit aan)
1. Sluit de meetdraden op het onderworpen paar aan.
2. Gebruik een telefoon of headset op de andere kant en raak het draadeind(en) met de
klemdraden aan.
3. Het ontvangen van de toon is een indicatie van continuïteit.