Eigenschappen – Alto Professional ZMX52 User Manual

Page 14

Advertising
background image

14

EIGENSCHAPPEN

1.

POWER IN: Gebruik de meegeleverde stroomadapter
om het mengpaneel aan te sluiten op een
stopcontact. Sluit de voeding eerst aan op het
mengpaneel en daarna op het stopcontact. Zorg
ervoor dat het apparaat ondertussen uit staat.

2.

POWER SWITCH: Zet het mengpaneel aan en uit.
Zet het mengpaneel aan nadat alle invoerapparaten
zijn aangesloten en voordat u de versterkers aanzet.
Schakel de versterkers uit voordat u de mixer uitzet.

3.

MIC INPUT: Sluit met behulp van een XLR-kabel een
microfoon aan op deze ingangen.

4.

LINE INPUT*: Sluit lijnniveau-apparaten aan op deze
ingangen met 1/4"-kabels.

5.

GAIN: Regelt het geluidsniveau van het kanaal (pre-
fader en pre-EQ gain). Pas dit zo aan dat de PEAK
LED maar lichtjes oplicht tijdens de luidste delen van
de song.

6.

HI EQ (TREBLE): Regelt de hoge frequenties (treble)
van het kanaal.

7.

LOW EQ (BASS): Regelt de lage frequenties
(bassen) van het kanaal.

8.

CHANNEL PAN: Past de plaats aan van het
(mono)kanaal in het stereoveld.

9.

BALANS (CH 2/3 & 4/5): Regelt de balans tussen
Kanalen 2 en 3 en Kanalen 4 en 5.

10.

PEAK LED: De LED knippert wanneer het signaal

overstuurd wordt. Als dit gebeurt, verlaag dan de
instelling van de GAIN-knop of de CHANNEL
VOLUME-knop.

11.

CHANNEL VOLUME: Past het geluidsniveau aan van

het kanaal.

12.

AUX INPUTS: U kunt deze ingangen verbinden met

de uitgangen van een externe geluidsbron met behulp
van een standaard stereo RCA-kabel (afzonderlijk
verkrijgbaar). U kunt dit kanaal naar de monitormix
(met behulp van de AUX RETURN TO PHONES-
schakelaar) en/of de hoofdmix sturen (met behulp van
de AUX RETURN TO MAIN MIX-schakelaar).

13.

AUX OUTPUTS: U kunt deze uitgangen aansluiten op

de ingangen van een extern opnameapparaat met
behulp van een standaard stereo RCA-kabel
(afzonderlijk verkrijgbaar).

14.

MAIN MIX OUTPUTS: Gebruik standaard 1/4"-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op de

hoofdluidsprekers of -versterker. Het geluidsniveau van deze uitgangen wordt gecontroleerd door de
MAIN LEVEL-knop.

15.

PHONES OUTPUT: Sluit uw 1/4"-stereohoofdtelefoon aan op deze uitgang. De PHONES-knop bepaalt

het volume.

16.

AUX RETURN TO MAIN MIX: Druk op deze toets om te kiezen welk signaal wordt doorgestuurd naar

de MAIN MIX-uitgangen: de hoofdmix of het signaal van de AUX-ingangen.

17.

AUX RETURN TO PHONES: Druk op deze toets om te kiezen welk signaal wordt doorgestuurd naar

de je hoofdtelefoon: de hoofdmix of het signaal van de AUX-ingangen.

18.

PHONES: Regelt het volume van de je hoofdtelefoon.

19.

MAIN LEVEL: Regelt het volume van de MAIN MIX OUTPUTS.

20.

LED METERS: Toont de geluidsniveau van de hoofdmix. Zet het volume lager als de CLIP-LED te

vaak oplicht.

21.

POWER LED: Brandt wanneer de luidspreker is ingeschakeld.

* Bij gebruik van LIJNINGANGEN 2/3, 4/5
en de AUX RETURNS:

Als alleen het linkerkanaal wordt gebruikt,

zal het signaal hoorbaar zijn in zowel
linker- als rechterkanaal en is de
geluidsbalans niet aanpasbaar.

Als alleen het rechterkanaal wordt

gebruikt, dan is het signaal enkel
hoorbaar in het rechterkanaal.

1

3

4

4

5

6

8

8

9

9

10

11

11

11

12

14

14

15

16

17

18

19

20

21

12

13
13

10

10

2

Advertising