Nl be – Florabest FTS 1100 B2 User Manual

Page 20

Advertising
background image

20

NL BE

Hang het apparaat nooit aan de

slang op.

Let erop, het apparaat in

geen geval aan het netsnoer

vast te houden of op te han-

gen. Er bestaat gevaar voor

een elektrische schok door

beschadigde netsnoeren.

Let erop dat op de kanaalbodem

na verloop van tijd vuil en zand

zich kunnen ophopen, wat de

pomp zou kunnen beschadigen.

Wij adviseren, de pomp op een

baksteen te zetten.

Bij een te lage waterspiegel kan het

in het kanaal gesitueerde slijk snel

indrogen en beletten dat de pomp

start.

Netaansluiting

De door u aangekochte pomp is reeds van

een randaardestekker voorzien.

Het apparaat is bestemd voor de aanslui-

ting op een stopcontact zonder aarding

met differentieelschakelaar (aardlekschake-

laar) met 230 V ~ 50Hz.

Aansluiting van de leiding

De installatie van de pomp gebeurt

- met vaste pijpleiding

- met flexibele slangleiding.

1. Schroef de hoekadapter (10) op

de pompuitgang (3).

2. Stulp de slang over het verloop-

stuk (9) en bevestig ze met een

slangklem.

Of gebruik een schroefverbin-

ding aan de hoekadapter (10)

c.q. aan het verloopstuk (9).

Uitgang met 1½ “ inwendige schroef-

draad aan de pomp voor de aanslui-

ting van de hoekadapter (10) of voor

de directe aansluiting van een slang

met 1½ “ uitwendige schroefdraad;

Uitgang met 1½“ uitwendige schroef-

draad aan de hoekadapter (10) voor

de aansluiting van het verloopstuk (9)

of van een 1½“ schroefverbinding;

Uitgang aan het verloopstuk (9) voor de

aansluiting van een 1¼ “ of 1½ “ slang

als klemverbinding (bevestiging met

slangklem);

Uitgang met 1“ uitwendige schroef-

draad aan het verloopstuk (9) voor de

aansluiting van een 1“ schroefverbin-

ding

Uitgang met 1“ aan het verloopstuk (9)

voor de aansluiting van een 1“ slang

als klemverbinding (bevestiging met

slangklem).

Let erop dat bij gebruikmaking van

het verloopstuk (Ø 19,3 mm) de

partikelgrootte max. 19 mm mag

bedragen omdat in het andere

geval het verloopstuk en de slang

verstopt kunnen raken.

Instellen van het aan/uit -

schakelpunt

Bij een stationaire installatie moet de werking

van de drijfschakelaar (

7) regelmatig

(ten laatste telkens na drie maanden) ge-

controleerd worden. Het AAN - resp. UIT

– schakelpunt van de drijfschakelaar kan

worden ingesteld door de positie van de

drijfschakelaar in het raster te veranderen.

Kontroleer voor ingebruikname de volgen-

de punten.

• De drijfschakelaar moet zo geïnstal-

leerd zijn dat het AAN – en UIT –

schakelpunt makkelijk en met weinig

Advertising