2montageaanwijzing, Wat te doen als, 1 opbouw van het toestel – STIEBEL ELTRON CNS 50 S 11.05.2009 - 28.02.2010 User Manual

Page 15: 2 voorschriften en bepalingen, 4 verzorging en onderhoud

Advertising
background image

15

Ne

der

land

s

2

Montageaanwijzing

alleen voor de installateur

Opstelling en elektrische aansluiting dienen door
een installateur met inachtneming van deze
montageaanwijzing te worden uitgevoerd. Haal
het toestel en eventuele toebehoren pas in de
opstellingsruimte uit de verpakking. Let hierbij op
de verpakkingsbijlage!
Let er bij het uitpakken op dat er geen toebe-
horen in het verpakkingsmateriaal achterblijven.

2.1 Opbouw van het toestel

4 Warmeluchtuitlaatrooster
5 Wandhouder
6 Aanslagbout
7 Netsnoer
8 Typeplaatje

Niet afdekken!

Er mogen geen voorwerpen op het toestel
worden gelegd, er tegenaan worden ge-
plaatst of tussen het verwarmingstoestel
en de wand worden aangebracht (bijv.
voor het drogen van was). Ook mogen in
de onmiddellijke omgeving van het toestel
geen brandbare, ontvlambare of warmte-
isolerende voorwerpen of stoffen, zoals
was, dekens, tijdschriften, blikken met
boenwas of benzine, spuitbussen etc. wor-
den gelegd.

Ontbrandingsgevaar!

Om oververhitting van het verwar-
mingstoestel te voorkomen, mag het

toestel niet worden afgedekt.

 A Voor diverse soorten voorwerpen, bijv.

meubels, gordijnen en textiel of andere
brandbare of niet-brandbare materialen
moeten de volgende minimumafstanden
tot het toestel in acht worden genomen:

tot het ...

luchtuitlaatrooster ⇒

500 mm

zijkanten van het toestel ⇒

100 mm

bovenzijde van het toestel ⇒

250 mm

onderzijde van het toestel ⇒

100 mm

achterwand van het toestel ⇒

22 mm

De warme lucht moet ongehinderd
kunnen uitstromen!

 Het toestel mag niet als standverwarming

worden gebruikt.

 Niet op het toestel gaan staan!
 Er mogen geen wijzigingen aan het toestel

worden aangebracht.

 Bij gebruik van het toestel in aanwezig-

heid van kinderen, gehandicabte personen
of dieren moet extra voorzichtig worden
gehandeld. Kans op letsel!

 Wanneer een onderdeel van het toestel

beschadigd is, het toestel gevallen is of
als er sprake is van een storing, mag het
toestel niet in bedrijf worden genomen.

 Wanneer de aansluitkabel van dit toestel

beschadigd wordt ,dient deze door de fa-
brikant , zijn technische dienst of een ge-
kwalificeerde persoon vervangen worden.
Dit om gevaarlijke situaties te voorkomen.

2.2 Voorschriften en bepalingen

Het toestel mag niet worden ge-
bruikt:

– in ruimten die als gevolg van de aan-

wezigheid van chemicaliën, stof, gassen
of dampen brand- of explosiegevaarlijk
zijn;

– in de onmiddellijke nabijheid van leidin-

gen of opslagvoorzieningen die brandba-
re of explosieve stoffen voeren of bevat-
ten;

– wanneer de minimumafstanden tot aan-

grenzende objectoppervlakken niet in
acht worden genomen.

In werkplaatsen of andere ruimten
waar verbrandingsgassen, olie- of

benzinegeur etc. optreden of waar met
oplosmiddelen of chemicaliën wordt ge-
werkt, kunnen langdurige stankoverlast en
eventuele verontreiniging optreden.

 Het toestel mag uitsluitend worden aan-

gebracht op een verticale wand die tot
ten minste 80 °C temperatuurbestendig is.

 Minimumafstanden tot aangrenzende ob-

jectoppervlakken dienen in acht te worden
gehouden.

Controleer of . . .
. . .de AAN/UIT-schakelaar is ingeschakeld.
. . .in uw zekeringskast de desbetreffende zekering is ingeschakeld en of de installatie automaat is gedeactiveerd.
Hef de oorzaak op!
Mocht het verwarmingstoestel daarna nog niet warm worden, dient u een installateur te raadplegen!

Controleer of het toestel is afgedekt, zodat oververhitting kan worden veroorzaakt (bijv. afgedekt luchtuitlaat- of
luchtinlaatrooster).
Hef de oorzaak op!

Mocht het toestel na een afkoelingstijd van enkele minuten nog niet warm worden, dient u een installateur te
raadplegen!

Lees het type (Typ) en het nummer (Nr.) af van het typeplaatje (

8)

op het toestel en geef deze door aan de servicedienst!

het toestel niet warm

wordt?

het toestel vanzelf

uitschakelt?

contact moet worden op-

genomen met de storings-
dienst?

Wat te doen als . . . ?

Typ: CNS . . . .

Nr.: . . . . . . – . . . . – . . . . . .

1.4 Verzorging en onderhoud

Wanneer enigszins bruine verkleuringen op de
behuizing van het toestel zichtbaar worden, die-
nen deze zo snel mogelijk met een vochtige doek
en heet water met zeepsop te worden verwijderd.
Het toestel dient in koude toestand met de gebru-
ikelijke middelen te worden gereinigd.
Schuurmiddelen en bijtende reinigingsmiddelen
dienen te worden vermeden.
Er mag geen vocht het toestel binnendringen.
Er mag geen reinigingsspray in de luchtspleten
worden gespoten.
Bij regelmatig onderhoud adviseren wij ook de
controle- en regelvoorzieningen te laten contro-
leren. Uiterlijk 10 jaar na de eerste inbedrijfname
moeten veiligheids-, controle- en regelvoorzie-
ningen door de installateur worden gecontro-
leerd.

Advertising