Velleman LX500 - Manual (Page 11)

LX500
V. 02 – 18/12/2012 11 ©Velleman nv
5. Schroef de dop terug op het reservoir, zorg ervoor dat de plastic buisjes bevestigd aan de dop goed op hun
plaats zitten en in goede staat zijn.
6. Plaats het reservoir terug in de flightcase. Zorg ervoor dat de buis van het reservoir niet geplooid is.
7. Om de nevel naar boven of naar onder te richten, verwijder de neveluitlaat [1] (druk de zijkanten samen)
en plaats opnieuw in de gewenste richting.
8. Sluit één uiteinde van de voedingskabel aan op de voedingsingang [9] en sluit het andere uiteinde aan op
een geschikt stopcontact.
Het toestel begint op te warmen. Op het scherm verschijnt: “WARMING UP”.
9. Wacht totdat er op het scherm “READY TO HAZE” verschijnt. Raadpleeg Standalone en DMX-modus voor
gebruiksinstructies.
10. Dit toestel is uitgerust met een automatische reinigingsfunctie voor het verwarmingselement. Na gebruik,
wacht ongeveer 3 minuten voordat u het toestel uitschakelt om het reinigingsproces te voltooien. Trek de
stekker uit het stopcontact en laat het toestel afkoelen.
7.3 Standalone
In autonome modus, kan het toestel werken in:
•
in tijdsgestuurde modus: produceert nevel in voorgeprogrammeerde tijdsintervallen. Zo kan de duur van de
neveluitstoot, de tijdsduur tussen de neveluitstoten, en het uitstootvolume ingesteld worden.
• in volumegestuurde modus: produceert voortdurend nevel. U kunt het uitstootvolume en de
ventilatorsnelheid instellen.
• in handmatige modus: produceert handmatig nevel bij het indrukken van de knop <MANUAL>. Het
uitstootvolume is 100 %.
Tijdsgestuurde modus
1. Sluit niets aan op de DMX-ingang [3,10] van het toestel.
2. Druk op <FUNCTION> tot <INTERVAL SET> op de display verschijnt.
3. Gebruik de <UP> of <DOWN> toetsen om de tijdsduur tussen twee neveluitstoten in te stellen
(1 ~ 200 seconden).
4. Druk op <FUNCTION> tot <DURATION SET> op de display verschijnt.
5. Gebruik de <UP> of <DOWN> toetsen om de duur van de neveluitstoot in te stellen (1 ~ 200 seconden).
6. Druk op <FUNCTION> tot <TIMER OUT> op de display verschijnt.
7. Gebruik de <UP> of <DOWN> toetsen om het volume van de neveluitstoot in te stellen. (1 ~ 100 %).
8. Druk op <TIMER> om de tijdsgestuurde werking te activeren.
9. Om de tijdsgestuurde werking te stoppen, druk nogmaals op <TIMER>.
Opmerkingen:
•
Het toestel kan voortdurend nevel produceren zonder opnieuw op te warmen. Wanneer het interval tussen
de uitstoten afloopt, begint het toestel onmiddellijk nevel te produceren.
• De tijdsinstellingen zijn opgeslagen in het interne geheugen. De volgende keer dat u het toestel aansluit en
op <TIMER> drukt, zal het onmiddellijk starten in tijdsgestuurde modus met de instellingen zoals
gespecificeerd werd voor het vorige gebruik.
Volumegestuurde modus
1. Sluit niets aan op de DMX-ingang [3,10] van het toestel.
2. Druk op <FUNCTION> tot <VOLUME OUT> op de display verschijnt.
3. Gebruik de <UP> of <DOWN> toetsen om het volume van de neveluitstoot in te stellen (1 ~ 100 %).
4. Druk op <FUNCTION> tot <FAN SPEED> op de display verschijnt.
5. Gebruik de <UP> of <DOWN> toetsen om de ventilatorsnelheid in te stellen (1 ~ 100 %).
6. Druk op <VOLUME> om de volumegestuurde werking te activeren.
7. Om de volumegestuurde werking te stoppen, druk nogmaals op <VOLUME>.
Opmerking:
•
Het toestel kan voortdurend nevel produceren zonder opnieuw op te warmen. Telkens u drukt op
<VOLUME>, begint het toestel onmiddellijk nevel te produceren.
• De volume-instellingen zijn opgeslagen in het interne geheugen. De volgende keer dat u het toestel aansluit
en op <VOLUME> drukt, zal het toestel onmiddellijk starten in volumegestuurde modus met de instellingen
zoals gespecificeerd werd voor het vorige gebruik.