Montagespecificaties, Monteren van cilinders met schroefdraadlichaam – Enerpac PL-Series User Manual

Page 29

Advertising
background image

(3) de tegendruk te minimaliseren, die tot niet goed functioneren van het afspannen bij

enkelwerkende systemen kan leiden.

(4) Beperk bij het gebruik van enkelwerkende trekcilinders de tegendruk bij terugstroom tot

maximaal 3,45 bar.

(5) Slangen met een grote diameter (buitendiameter 10 mm of groter) en

stromingsregelingen met ’free flow’ terugslagkleppen helpen de tegendruk tot een
minimum te beperken. Raadpleeg Enerpac voor een toepasselijk systeemontwerp.

MONTAGESPECIFICATIES

Monteren van cilinders met schroefdraadlichaam

Cilinders met een schroefdraadlichaam kunnen in een getapt gat worden geschroefd, met
behulp van een montageflens aan het appendage worden bevestigd, in het appendage
worden geschroefd en met een tegenmoer vastgezet of door een opening worden
gemonteerd en met tegenmoeren worden vastgezet. Zie afbeelding 1, bladzijde 8.

Wanneer een trekcilinder van het type met schroefdraadlichaam in een appendage wordt
geïnstalleerd, mag het ingrijpen van de schroefdraad niet minder zijn dan het ingrijpen
van de schroefdraad bij de standaard montageflens van Enerpac. Als een cilinder wordt
gemonteerd met behulp van alleen het onderste gedeelte van de schroefdraad, moet het
ingrijpen voor extra steun worden vergroot. Zie onderstaande tabel voor minimaal
ingrijpen van schroefdraad.

Cilindercapaciteit

Minimaal ingrijpen van schroefdraad

2,2 kN

13 mm

5,6 kN

13 mm

9 kN

16 mm

35 kN

30 mm

Monteren van onder- en bovenflens van cilinders

a

WAARSCHUWING

Het appendage moet 350 bar hydraulische werkdruk kunnen weerstaan
wanneer de cilinders op het verdeelstuk zijn gemonteerd.

Zie afbeelding 2, bladzijde 9. Voordat de trekcilinder
op het verdeelstuk gemonteerd kan worden, moeten de
poortschroefstoppen (A) en de koperen pakkingen of
O-ringen worden verwijderd.

De bijgeleverde O-ringen (B) moeten voorafgaand aan
het monteren en vastbouten van de trekcilinder worden
gesmeerd en in de verzonken boring rond de poort
worden geïnstalleerd.

Zorg ervoor dat de O-ring tijdens het monteren niet
bekneld of beschadigd raakt, aangezien dit lekkage tot
gevolg kan hebben. Om lekkage van de montage op
het verdeelstuk te voorkomen, moet het
montageoppervlak van het appendage een vlakheid
binnen 0,08 mm en een ruwheid van niet meer dan Ra
1,6 hebben.

Remove port
screw plug.

o-ring

Lower
Flange

Remove port
screw plug.

o-ring

Upper Flange

Bovenflens

Onderflens

A

A

B

B

29

Advertising
This manual is related to the following products: