Enerpac BPR-Series - Manual (Page 58)

58
7.0 OPSPOREN EN OPLOSSEN VAN FOUTEN
Oplossing
Olie toevoegen overeenkomstig instructies
pomp.
Sluit aflaatklep pomp.
Controleer of alle koppelstukken volledig zijn
vastgedraaid.
Probeer niet meer op te tillen dan het
aangegeven laadvermogen.
Verwijder lucht volgens de instructies, 9, 6.3.
Controleer op schade aan de cilinder.
Laat de cilinder onderhouden door een
daartoe bevoegde hydraulische technicus.
Controleer of alle verbindingen dicht en lekvrij
zijn.
Lokaliseer lek(ken) en laat de installatie door
een daartoe bevoegde hydraulische technicus
onderhouden.
Laat de pomp door een daartoe bevoegde
hydraulische technicus onderhouden.
Open de aflaatklep van de pomp.
Tap het oliepeil af tot het merkteken vol. Zie
pompinstructies voor het bijvullen van olie.
Controleer of alle koppelstukken volledig zijn
vastgedraaid.
Verwijder de lucht overeenkomstig de
instructies, 9, 6.3.
Gebruik een hydraulische slang met een
grotere diameter.
Laat de cilinder door een daartoe bevoegde
hydraulische technicus onderhouden.
Gebruik een dubbelwerkende cilinder of
verminder het gewicht van de hulpstukken.
Probleem
Cilinder loopt niet vooruit, loopt
langzaam vooruit of
sputterend.
Cilinder loopt vooruit maar
houdt geen druk vast.
Cilinder loopt niet terug, loopt
gedeeltelijk terug of loopt
langzamer dan normaal terug.
Mogelijke oorzaken
Oliepeil in pompreservoir is laag.
Aflaatklep pomp open.
Loszittend hydraulisch koppelstuk.
Lading te zwaar.
Lucht in het systeem.
Plunjer van cilinder vastgelopen.
Lekkende verbinding.
Lekkende cilinderpakkingen.
Inwendige lekkage in de pomp.
Aflaatklep pomp gesloten.
Pompreservoir te vol.
Loszittend hydraulisch koppelstuk.
Lucht in het systeem.
Inwendige diameter slang te klein.
Terugtrekveer cilinder gebroken of
andere schade cilinder.
Hulpstukken cilinder te zwaar voor
een enkelvoudig werkende cilinder.