Festool SE-EHL - Manual (Page 9)

9
Symbolen
Waarschuwing voor algemeen gevaar
Handleiding/aanwijzingen lezen!
1 Gebruik in overeenstemming met de
voorschriften
De stationaire opstelling SE-EHL is volgens de
voorschriften bedoeld voor de inbouw van de
Festool schaafmachines EHL 65 E en EHL 65 EQ,
opdat die ondersteboven gebruikt kunnen worden
als stationaire machines.
2 Vóór u met de schaafmachine gaat wer-
ken
Het aansluitgedeelte van de spaanderuitworp
moet zó gemonteerd zijn dat het afzuigingsaan-
sluitpunt aan de linkerkant van de machine zit.
3 Montage voor een bedrijfsklare opstel-
ling
3.1 Opbouw van de stationaire opstelling
De bodemplaat (1.4) wordt zó op een egale, vaste
onderlaag (tafelblad) gelegd dat de antislip hecht-
laag (1.10) beneden is. Voor de bevestiging van de
achterste schaafophanging (1.11) aan één uiteinde
van de bodemplaat worden in elk van de groeven
(1.8 + 1.9) twee vierkante moeren geschoven.
Met de inbusschroeven (1.13) en een er onder
gelegde beiteltandveerring wordt de achterste
schaafmachine-ophanging gelijk met het uiteinde
van de bodemplaat vastgeschroefd. Aan het an-
dere uiteinde van de bodemplaat worden in de
voorste groef (1.8) de twee overblijvende vierkante
moeren geschoven en wordt op de bekende ma-
nier de voorste schaafmachine-ophanging (1.3)
gemonteerd. De schroeven voor de bevestiging
nog niet vast aandraaien, zodat de opganging nog
kan worden verschoven.
Met het kettinkje (1.7) wordt de inschakelklem
(1.6) in de uitboring (1.14) vastgemaakt.
3.2 Montage van de schaafmachine
Vóór het inbouwen van de schaafmachine
in de stationaire opstelling de stekker uit
het stopcontact trekken.
De schaafmachines hebben voor de inbouw aan de
achterkant van de behuizing een ronde opening.
Met de schaafzool naar boven gekeerd wordt de
schaafmachine via deze opening in het tapgat
(1.12) aan de achterkant van de schaafmachine-
ophanging gehangen. Via de uitboring (1.2) wordt
de schaafmachine met de draaischroef (1.5) vast-
geschroefd op de zijdelingse aanslagbevestiging.
Nu kan ook de voorste schaafmachine-ophanging
worden vastgeschroefd op de bodemplaat.
3.3 Montage van de zwenkkap
De draaiveer (2.3) dusdanig op de as (2.4) schui-
ven dat het uiteinde van de veer (2.6) in de uit-
boring (2.5) in de as valt. Daarna de zwenkkap
(2.8) zodanig op de as schuiven dat het andere
uiteinde van de veer in de gleuf (2.1) van de naaf
van de zwenkkap gebracht wordt. Vervolgens de
zwenkkap in overeenstemming met (2.7) tegen
de as in zover draaien dat de klauwen (2.2) van
as en zwenkkap in elkaar passen en schuif de
zwenkkap tot aan de aanslag op de as. Zet de
snapring (3.1) op het uitstekende asuiteinde als
de zwenkkap volledig op de as geschoven zit en
druk hem in de ringgroef (3.2). Nu wordt de reeds
van tevoren gemonteerde zwenkkap dusdanig op
de voorste schaafmachine-ophanging (1.3) gezet
dat de nok (3.3) in de overeenkomstige vierkante
opening in het montagevlak valt. Schroef tot slot
de zwenkkap met de schroef (1.1) vast op de
schaafmachine-ophanging.
4 Veiligheidsinstructies
Vóór ingebruikneming letten op.
4.1 Zwenkkap
Met de zwenkkap (1.15) (montage beschreven in
punt 3.3) wordt de beitelas automatisch afgedekt
als de schaafmachine niet gebruikt wordt.
Zwenkkap altijd gebruiken.
4.2 Gebruik van de parallelaanslag
Opdat bij elke schaafbreedte het niet benutte ge-
deelte van de beitelas afgedekt is moet altijd met
de parallelaanslag gewerkt worden.
4.3
Gebruik van een aanvoeropstelling
Bij het bewerken van kleine werkstukken moet
een aanvoeropstelling gebruikt worden.
4.4
Bevestigen van een stationaire opstel-
ling
Vóór u begint te werken moet ervoor gezorgd wor-
den dat de stationaire opstelling veilig opgesteld
is door hem vast te klemmen op de onderlaag
(tafel), b.v. met schroefklemmen.
5 Ingebruikneming
Voor het inschakelen van de schaafmachine wordt
de klem (1.6) aan de drukschakelaar vastgemaakt
en over de handgreep van de schaafmachine heen
geduwd. De drukschakelaar blijft zo in de AAN-
stand staan. Om uit te schakelen wordt de klem
weer weggetrokken.