3 het contact van de waterdetector monteren, Gebruik, Zelftest (supervisiefunctie) – Velleman CTC1000WS User Manual

Page 11

Advertising
background image

CTC1000WS

V. 01 – 12/06/2013

11

©Velleman nv

7.3

Het contact van de waterdetector monteren

De basis is voorzien van twee uitsparingen waar het plastic dunner is
voor montage. Om de waterdetector te monteren:

1. Verwijder de schroeven om het bovendeksel van de basis weg te

nemen.

2. Doorprik de uitsparingen in de basis.

3. Gebruik de 2 uitsparingen in de basis als sjabloon, boor twee

gaten in het montageoppervlak.

4. Plaats de meegeleverde pluggen voor het bevestigen aan een

gipswand of bakstenen muur.

5. Klik het deksel vast op de basis.

6. Schroef de waterdetector vast aan de muur.

7. Neem de plastic clip en verwijder de beschermfolie van de

zelfklevende strip

8. Bevestig de sondes in de plastic clip en druk de clip stevig op de

gewenste plaats.

8. Gebruik
 Wanneer de sondes een eerste keer in aanraking komen met

water, stuurt de waterdetector een alarmsignaal naar het
controlepaneel.

 Blijven de sondes 2 minuten lang met water in contact komen,

dan stuurt de waterdetector nogmaals een alarmsignaal naar het
controlepaneel.

 Per overstroming stuurt de detector in totaal 2 alarmsignalen naar

het controlepaneel. Daarna gaat de detector over in slaapmodus.

Dit betekent dat als het waterpeil stijgt of niet, het alarm niet
meer wordt getriggerd.

 Komen de sondes niet meer met water in contact, dan stuurt de

waterdetector een herstelsignaal naar het controlepaneel om aan
te geven dat het waterpeil gezakt is. De waterdetector schakelt
over naar de normale werkingsmodus.

 Zakt het waterpeil tijdens een alarmperiode, dan wordt de

normale werkingsmodus ingeschakeld.

9. Zelftest (supervisiefunctie)
 Na installatie stuurt de waterdetector alle 30 tot 50 minuten

zelftestsignalen naar het controlepaneel.

Advertising