Bouwserie tvs, Instandhouding, onderhoud, Langdurige stilstand – Xylem TVS User Manual

Page 66: Storingen - oorzaken en verhelpen, Inbouw-, bedrijfs- en onderhoudshandleiding

Advertising
background image

Inbouw-, bedrijfs- en onderhoudshandleiding

Bouwserie TVS


Blz. 58

7. Instandhouding, onderhoud

Instandhoudingswerkzaamheden en onderhoud
mogen alleen door geschoold en ervaren
personeel, dat met de inhoud van deze
bedrijfshandleiding vertrouwd is, of door
service-personeel van de fabrikant worden
uitgevoerd.

Werkzaamheden aan pomp of installatie mogen
alleen bij stilstand worden uitgevoerd. Let in
ieder

geval

op

punt

1.4

"Veiligheidsaanwijzingen".

De onderwatermotorpomp zelf heeft nagenoeg geen
onderhoud

nodig.

De

controlewerkzaamheden

beperken zich tot het periodisch meten van de
isolatieweerstanden (eens in de 2 jaar / bij koude
motor raden we aan 1 keer per jaar) alsmede de
regelmatige controle van de bedrijfsspanning,
stroomopname en opvoergegevens.
Wij raden aan deze gegevens in het "Bedrijfsdagboek"
te noteren en te vergelijken. Uit de ontwikkeling van

deze gegevens kan een eventuele schade in sommige
gevallen reeds vroegtijdig worden herkend, waardoor
een grotere omvang van de schade of een
onherstelbare vernieling kan worden vermeden.
Een langzaam afzakken van het debiet bij gelijke
opvoerhoogte

bij

normale

of

gereduceerde

stroomopname duidt hierbij op een steeds groter
wordende slijtage van de pompelementen (bijv. door
zand). Een sterke stijging of schommelingen van de
stroomopname duidt op een mechanische storing
(bijv. hogere mechanische wrijving door een defect
lager). Het aggregaat moet dan onmiddelijk buiten
werking worden gesteld om een grotere omvang van
de schade te vermijden.

De elektrische apparaten moeten minstens één
keer per jaar door een vakman op functionaliteit
worden gecontroleerd.




8. Langdurige stilstand

Met

inbedrijfstelling

wordt

de

eerste

inbedrijfstelling bedoeld, zie punt 6.

Bij ingebouwde aggregaten moet maandelijks een
controle van de isolatieweerstand alsmede een kort

proefdraaien worden uitgevoerd om een vastzetten
van het pompelement door afzettingen te vermijden.
De vereiste minimum onderwaterzetting van het
aggregaat moet hierbij gewaarborgd zijn.

9. Storingen - oorzaken en verhelpen

De aangegeven aanwijzingen m.b.t. oorzaken en
verhelpen van storingen moeten ter herkenning van
het probleem dienen. Voor storingen die de exploitant
niet zelf verhelpen kan of wil, staat de klantendienst
van de fabrikant ter beschikking. Bij reparaties en
wijzigingen aan de pomp door de exploitant moet

vooral op de ontwerpgegevens op de orderbevestiging
alsmede op de punten 1.2 - 1.4 van deze
bedrijfshandleiding worden gelet. Indien nodig, moet
de schriftelijke toestemming van de fabrikant worden
verkregen.


Storingen

Kencijfer voor oorzaken en verhelpen

Motorbeveiliging schakelt uit

1, 2, 10

Stroomopname te groot, motorbeveiliging wordt geactiveerd

2, 3, 4, 5, 6, 7, 24

Pomp start niet

2, 3, 5, 7, 8, 9, 10

Pomp loopt, maar transporteert niet

11, 12, 13, 14

Debiet te klein

15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23


Betekenis van het kencijfer voor oorzaken en verhelpen
1.

Instelling van de motorveiligheidsschakelaar verkeerd
· Instelling controleren of motorveiligheidsschakelaar uitwisselen

2.

Faseuitval
· Defecte zekering uitwisselen
· Leidingen op beschadigingen controleren

3.

Verkeerde frequentie of onderspanning
· Spanning en frequentie met gegevens op vermogensplaatje vergelijken

4.

Verkeerde draairichting
· Fasen van de stroomtoevoer verwisselen

5.

Motorwikkeling of elektrische leiding defect
· Vraag om nadere informaties vereist

Advertising