Aansluiten op de relais, Aansluiten op de 4‍–‍20ma-uitgangen, Aansluiten op de digitale ingangen – Hach-Lange HACH 5500 sc Installation User Manual

Page 158

Advertising
background image

Aansluiten op de relais

G E V A A R

Elektrocutiegevaar. Haal hoogspanning en laagspanning niet door
elkaar. Zorg ervoor dat alle relaisaansluitingen ofwel AC-
hoogspanningsaansluitingen ofwel DC-laagspanningsaansluitingen
zijn.

V O O R Z I C H T I G

Brandgevaar. Relaisbelastingen moeten resistent zijn. Beperk de
stroom naar het relais altijd met een externe zekering of onderbreker.
Volg de classificeringen voor relais op uit het hoofdstuk Specificaties.

V O O R Z I C H T I G

Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle laboratorium
technische veiligheidsvoorschriften op en draag alle persoonlijke
beschermingsuitrustingen die geschikt zijn voor de gehanteerde
chemicaliën. Raadpleeg de huidige veiligheidsinformatiebladen
(MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.

L E T O P

Draadmaten van minder dan 18 AWG worden niet aanbevolen.

De analyser bevat relais voor monsterconcentratie-alarmen (2x),
waarschuwing van het analysersysteem en uitschakeling van het
analysersysteem. Raadpleeg

Overzicht van bedradingsaansluitingen

op pagina 154 om een apparaat aan te sluiten (NO = normaal open
(maakcontact), COM = gemeenschappelijk, NC = normaal gesloten
(verbreekcontact)).

Aansluiten op de 4–20mA-uitgangen
Gebruik een afgeschermde twisted-pair-kabel voor de aansluitingen van
de 4–20mA-uitgangen. Sluit de afscherming aan op het recorder-
uiteinde of het analyser-uiteinde. Verbind de afscherming niet aan beide
uiteinden van de kabel. Gebruik van een niet-afgeschermde kabel kan
zorgen voor storingen en een hoger dan toegestane gevoeligheid.

Raadpleeg

Overzicht van bedradingsaansluitingen

op pagina 154 om

het apparaat aan te sluiten. Raadpleeg

Specificaties

op pagina 144 voor

de specificaties van de bedrading en belastingsimpedantie.

Opmerking: De 4-20mA-uitgangen kunnen niet worden gebruikt om stroom aan
een 2-dradige zender (met gesloten lus) te leveren.

Aansluiten op de digitale ingangen
De analyser kan een digitaal signaal van een extern apparaat
ontvangen, zoals een debietmeter om de metingen te stoppen wanneer
de doorstroom stopt. Elke afzonderlijke ingang wordt gebruikt om het
bijbehorende monsterkanaal in of uit te schakelen.
Elke digitale ingang kan als een geïsoleerde digitale ingang van het TTL-
type of als een ingang van het relais/open-collector-type worden
geconfigureerd. Raadpleeg

Afbeelding 14

. De draadbruggen worden

standaard ingesteld voor een geïsoleerde digitale ingang van het TTL-
type. Raadpleeg

Overzicht van bedradingsaansluitingen

op pagina 154

om het apparaat aan te sluiten.

158 Nederlands

Advertising