Uw waterpomp voorbereiden, Uw waterpomp samenstellen, Uw waterpomp bedienen – Silverline Clean Water Pump 2 User Manual

Page 29: Onderhoudsschema

Advertising
background image

28

NL

Uw Waterpomp Voorbereiden

• Uw pomp wordt zonder motorolie geleverd. Voorafgaand aan gebruik

moet altijd het oliepeil worden gecontroleerd en moet zo nodig worden

bijgevuld

• Plaats de waterpomp op een vlakke, horizontale ondergrond
• Draai de peilstok (13) uit de olievulhals (16)
• Giet er voorzichtig olie in, van het type en de hoeveelheid in de

specificatie

• Wacht een paar minuten totdat het is doorgedrongen
• Zorg ervoor dat de peilstok (13) schoon en droog is, en draai hem

vervolgens weer helemaal in de vulhals (16)

• Verwijder de peilstok (13) opnieuw, en houd de peilstok omlaag gericht,

zoals getoond in afb. G

• Het ideale peil is net onder 'H'
• Vul naar behoeven bij tot dit peil

Uw Waterpomp Samenstellen

Zuigslang:

• U moet nu uw versterkte zuigslang (2) (niet geleverd) aansluiten
• Zorg ervoor dat de slang zo kort mogelijk is
• Duw het slangkoppelstuk (4) zo ver mogelijk in uw slang (2) (afb. B)
• Draai de slangklem (3) vast met behulp van een schroevendraaier of

steeksleutel

• Duw het waterfilter (1) in het andere einde van de zuigslang(2)
• Zet de slang (2) vast met een andere klem (3)
• Plaats een rubber dichting (5) in het slangkoppelstuk (4)
• Draai het slangkoppelstuk met de hand op de watertoevoer (24) vast

Persslang:

• De persslang hoeft normaal niet versterkt te zijn
• Volg de instructies voor zuigslang, maar zonder dat een filter (1) wordt

gemonteerd

Uw waterpomp voeden

• De pomp kan worden gevoed met het waterfilter (1) helemaal

ondergedompeld en de persslang op een geschikte plaats gericht

• Verwijder het deksel van het watervoedpunt (26) door hem los te draaien
• Vul de pomp met water totdat hij vol is (afb. D)
• Breng het deksel weer aan in het watervoedpunt (26)

Uw Waterpomp Bedienen

• Zorg ervoor dat uw waterpomp op een stevige, horizontale ondergrond

staat, voorbereid en samengesteld volgens de instructies in deze

handleiding

Brandstof vullen

• Altijd op een veilige plaats bijvullen, ver uit de buurt van de werkplaats en

bronnen van warmte en ontsteking. Vermijd contact met de brandstof

• Vul brandstof uitsluitend bij wanneer de motor is gestopt en volledig is

gekoeld

• Verwijder de brandstoftankkap (6) en vul met brandstof, zie specificatie

De pomp starten

• Zet de brandstofhendel (8) op AAN – helemaal naar rechts
• Zet de chokehendel (9) op AAN – helemaal naar links. NB – de choke

mag uitsluitend op AAN staan als de motor koud is

• Zet de snelheidsregelaar (10) op ¼ (van rechts naar links – zie etiket)
• Zet de ontstekingsschakelaar (12) op AAN
• CONTROLEER of de uitlaat (7) vrij is en er geen ontvlambare materialen

zijn. Deze wordt snel heet

• Trek flink aan de starthendel (14 en afb. E) tot de motor start
• NB – laat de starthendel (14) telkens beheerst naar de beginstand

teruglopen. Laat hem NIET naar de pomp terugschieten

• De motor start op snel stationair. Laat hem 20 tot 30 seconden in die

stand draaien

• CONTROLEER of er water uit de persslang komt. Als er geen water

wordt gepompt, moet de motor worden stilgezet. Voer de voeding van de

waterpomp uit en start de motor nogmaals

• Als er nog steeds geen water wordt gepompt, voed de pomp, start hem

en VERHOOG snel de snelheid van de motor

• Breng langzaam de hoeveelheid choke (9) terug door hem van rechts

naar links te bewegen

• Laat de motor een paar minuten op deze snelheid (

1

/

4

) draaien om hem

op temperatuur te brengen voordat de snelheid (10) naar wens wordt

ingesteld

De pomp stilzetten

• Zet de snelheid van de motor in de laagste stand - zet de

snelheidsregelaar (10) helemaal naar rechts

• Laat de motor 30 seconden stationair draaien
• Zet de ontstekingsschakelaar (12) in de UIT-stand
• Zet de brandstofhendel (8) in de UIT-stand – helemaal naar links
• Laat de pomp en motor helemaal afkoelen voordat u hem probeert te

verplaatsen en voordat u onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitvoert

Water aftappen

• Verwijder de wateraftapdop (23)
• Kantel hem naar voren (afb. F) en laat hem helemaal leeg lopen
• Breng de aftapdop (23) weer aan

Brandstof aftappen

• Tap de brandstof pas af als de pomp helemaal is afgekoeld
• Plaats een geschikte bak onder de brandstofaftapschroef (17)
• Draai de brandstofaftapschroef (17) er met behulp van een

schroevendraaier of steeksleutel uit

• Laat de brandstof volledig weglopen in de bak
• Breng de aftapschroef (17) weer aan en draai hem stevig vast

Reiniging

• Reinig de pomp alleen als hij helemaal is afgekoeld
• Gebruik zacht zeepwater en een harde borstel
• Spoelen met schoon water
• Droog hem zo grondig mogelijk – onderdelen van dit product roesten als

ze nat blijven

Onderhoudsschema

Onderhoud mag uitsluitend worden uitgevoerd als de pomp helemaal is

afgekoeld.
Gebruik het volgende als richtlijn. Onderhoud moet worden aangepast op

basis van gebruik en omgeving. Over het algemeen is bij vaker gebruik en

een zwaardere omgeving vaker onderhoud nodig.
- Olie verversen: elke 50 uur
- Bougie: elke 150 uur
- Luchtfilter wassen: elke 150 uur

Het luchtfilterelement reinigen

• Draai het deksel op de luchtfilterbehuizing (11) los en til hem er helemaal uit
• Draai hem om
• Verwijder de luchtfilterhouder (19) en let er op welke kant boven zit
• Verwijder het filterelement (20)
• Replace Air filter by reversing this procedure

Wassen door in kerosine te spoelen en vervolgens te laten

drogen.

• Breng het luchtfilter weer aan door de procedure in omgekeerde volgorde

uit te voeren

• De bougie vervangen en bijstellen
• Trek de ontstekingskabel (22) van de bougie (21) af, zie afb. I
• Draai de bougie (21) er met behulp van de meegeleverde bougiesleutel

(15) uit

• Stel de spleet bij (zie specificatie) met behulp van een voelermaatje.

Reinig met behulp van een staalborstel

• OF vervang door een aanbevolen bougie (zie specificatie)
• Breng de bougie weer aan en zet hem stevig vast met de bougiesleutel
• N.B. wees voorzichtig dat hij er niet scheef of te hard wordt ingedraaid
• Sluit de ontstekingskabel (22) weer aan

De motorolie verversen

• Laat de motor ongeveer 2 minuten draaien om de olie op temperatuur te

brengen en zet hem dan uit

• Houd de pomp boven een grote bak om de olie op te vangen. Zorg ervoor

dat de carterdop (18) boven het midden zit

• Gebruik een 10 mm moerdop en een lange verlengstaaf en draai de

carterdop (18) los (linksom)

• Laat de olie minimaal 10 minuten weglopen
• Kantel de pomp om alle olieresten er uit te krijgen
• Breng de carterdop (18) weer aan en zet hem stevig vast met een ratelaar
• Zie Uw waterpomp voorbereidenvoor het vullen met olie.
• Neem contact op met uw plaatselijke afvalinstantie voor advies over de

afvalverwerking van motorolie.

996985_Z1MANPRO1.indd 26

27/06/2011 12:30

Advertising