Metz MECABLITZ 54 AF-1 Canon User Manual

Page 51

Advertising
background image

51

ń

5. Flitser- en camerafuncties

5.1 Aanduiding van de flitsparaatheid

Zodra de condensator in de flitser opgeladen is, licht op de flitser de aandui-
ding van flitsparaatheid op. Deze geeft daarmee aan, dat hij gereed is om
te flitsen. Dat betekent, dat voor de volgende opname flitslicht zal worden
gebruikt. Het signaal, dat de flitser opgeladen is wordt ook naar de camera
overgebracht en zorgt er daar voor dat ook in de zoeker van de camera het
betreffende symbool wordt getoond (zie 5.3).
Als u een opname maakt, voordat in de zoeker van de camera het flitssym-
bool te zien is, wordt er geen flits ontstoken en wordt de opname te krap
belicht, ook al is de camera reeds op zijn flitssynchronisatietijd omgescha-
keld (zie 5.2).

5.2 Automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd

Afhankelijk van het type camera en de erop ingestelde functie wordt, zodra
de flitser opgeladen is, naar flitssynchronisatietijd omgeschakeld (zie de ge-
bruiksaanwijzing van de camera).
Kortere tijden dan de flitssynchronisatietijd van de camera kunnen niet wor-
den ingesteld, c.q. worden naar de flitssynchronisatietijd van de camera om-
geschakeld. Veel camera’s beschikken over een bereik van flitssynchronisatie
van bijv. 1/30 s. tot 1/125 s. (zie de gebruiksaanwijzing van uw camera).
Welke synchronisatietijd de camera kiest, hangt dan af van de camerafunc-
tie, de helderheid van de omgeving en de brandpuntsafstand van het ge-
bruikte objectief.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen, afhankelijk
van de camerafunctie en de gekozen flitssynchronisatietijd (zie ook 4.6.2 en
4.6.3) worden gebruikt.

Met sommige digitale camera’s, bijv. de PowerShot Pro 90 IS, G1 en
G2 vindt er geen automatische omschakeling naar de flitssynchronisa-
tietijd plaats. Bij deze camera’s kan bij elke belichtingstijd worden ge-
flitst. Indien u de volle energie van de flitser nodig heeft, kies dan een
kortere belichtingstijd dan 1/125 s.

In de functie FP-synchronisatie bij korte belichtingstijd (HSS-functie)
zijn bij sommige camera’s ook kortere belichtingstijden dan de flits-
synchronisatietijd mogelijk (zie 4.6.4).

5.3 Aanduidingen in de zoeker van de camera

Flitssymbool knippert:
Aanduiding, dat het gewenst wordt, de flitser in te schakelen (bij sommige
camera’s).
Flitssymbool verschijnt:
De flitser is paraat (bij sommige camera’s).
Sommige camera’s hebben in de zoeker een functie waarbij tegen foute be-
lichtingen kan worden gewaarschuwd: knippert de in de zoeker aangegeven
diafragmawaarde, de belichtingstijd of beide, dan treedt er een te krappe of
te ruime belichting op.
Principes bij belichtingsfouten:

Bij te ruime belichting: niet flitsen!

Bij te krappe belichting: schakel de flitser in of gebruik een statief en een
langere belichting.

In de verschillende belichtings- en automatische programma’s kunnen ver-
schillende oorzaken aan een foute belichting ten grondslag liggen.

Lees voor de aanduidingen in de zoeker de gebruiksaanwijzing van
uw camera na wat voor uw type camera geldend is.

5.4 Aanduidingen in het LC-display

De EOS-camera’s geven de waarden van filmgevoeligheid ISO, brandpunts-
afstand van het objectief (in mm), diafragma en eventuele belichtingscorrec-
tie door aan de flitser. De flitser past daar zijn vereiste instellingen automa-
tisch op aan. Hij berekent uit deze waarden en zijn richtgetal de maximale
reikwijdte ven het flitslicht. Flitsfunctie, reikwijdte, diafragmawaarde en de
stand van de zoomreflector worden in het LC-display van de flitser aangege-
ven.

54 AF-1 C 03.08.2004 11:22 Uhr Seite 51

Advertising