Tunturi E85 User Manual

Page 49

Advertising
background image

NL

H A N D L E I D I N G

49

EIGEN TRAINING

U kunt tot 100 trainingsprogramma’s maken en opslaan
op de meter.

EEN PROGRAMMA OPSLAAN
1.

Beëindig uw trainingsessie door op BACK/STOP te

drukken.

2.

Kies SAVE AND EXIT en bevestig uw keuze.

3.

Voer een naam in voor de trainingssessie en bevestig

deze naam met het keuzewiel.

BELANGRIJK!

U kunt alleen programma’s opslaan die

langer dan tien minuten duren.

BELANGRIJK!

Om een trainsessie op te slaan dient u

een gebruikersnaam te kiezen.

OPGESLAGEN PROGRAMMA’S GEBRUIKEN

1.

Kies EIGEN TRAINING.

2.

Kies een trainingsessie in de lijst.

3.

Kies de gewenste methode voor de uitvoering:

A)

Herstart = herhaal de training zoals deze is

opgeslagen

B)

Aanpassen = bewerk de duur van de opgeslagen

training voordat deze in gebruik wordt genomen

C)

Race = houd een wedstrijd tegen de opgeslagen

trainingsprestatie.

BELANGRIJK!

Bij de wedstrijdfunctie kunt u alleen

programmaprofielen gebruiken die zijn gemaakt in
de manual functie. In dergelijke profielen wordt de
weerstand weergegeven in standaard krukasmoment
(Nm).

4.

Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.

A)

Herstart = begin de training door te gaan fietsen.

Stel het inspanningsniveau voor de trainingssessie in
met het keuzewiel.

B)

Aanpassen = kies de duur van de training met

de keuzewiel (SET TIME tussen 10 en 180 min.).
Begin de training door te gaan fietsen. Stel het
inspanningsniveau voor de trainingssessie in met het
keuzewiel.

C)

Race = kies met het keuzewiel de racemodus (tijd:

de afstand die u in een bepaalde tijd kunt afleggen;
of afstand: hoe snel u een bepaalde afstand kunt
afleggen) en bevestig uw keuze door het keuzewiel
in te drukken. Op het display wordt een programma
weergegeven dat eerder is opgeslagen. Beweeg de
pedalen om met de race te beginnen. De stippellijn
op het display geeft aan of u vóór of achter ligt op
het schema van de het de meest recent opgeslagen
trainingssessie met hetzelfde programma. Ook
de afstand ten opzichte van de vorige opgeslagen
sessie wordt weergegeven. De vorige opgeslagen
trainingssessie word aangeduid met een lichtblauwe
verticale stippellijn en uw prestaties tijdens de huidige
race worden aangeduid door een zwarte verticale
stippellijn.

5.

Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op

de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.

CONDITIETEST

De condititetest van de monitor is een meertrapstest.

Deze begint met een lichte inspanning, maar afhankelijk

van het gekozen testmodel neemt de inspanning

gelijkmatig toe. De meertrapstest is een veilige en

betrouwbare submaximale manier om de lichamelijke

conditie te testen. De test wordt voortgezet tot de

individuele streefwaarde voor de hartslag (85 % van uw

maximale hartslag) is bereikt. Voor de test is het gebruik

van de hartslagriem vereist: tijdens de test houdt de

monitor de wijzigingen in de hartslag bij en schat aan de

hand daarvan uw maximale zuurstofopnamecapaciteit.

De maximale zuurstofopnamecapaciteit is de beste

manier om de lichamelijke conditie in te schatten. Na

de test geeft de meter uiteenlopende informatie over

uw conditie in de vorm van een beschrijving en een

numerieke waarde (ml/kg/min).

VOORBEREIDING OP DE TEST
1.

Controleer of de gegevens voor uw gebruikersnaam

zijn bijgewerkt – de meter gebruikt de gegevens over de

gebruiker als uitgangspunt voor de conditietest.

2.

Kies FITNESS TEST.

3.

Kies met het keuzewiel de conditiecategorie die het

meest op u van toepassing is:

A)

inactief = beoefent geen lichaamsbeweging, zwakke

conditie

B)

actief = doet aan lichaamsbeweging, gemiddelde of

goede conditie

C)

athletisch = doet actief aan lichaamsbeweging,

goede of uitstekende conditie

4.

Op het display komt het testmodel dat correspondeert

met de respectieve conditiecategorie.

A)

Tid/Stap = duur van de vermogenstrappen tijdens

de test

B)

Stappen = vermogen van de trap (in Watt); de test

bestaat uit meerdere trappen

C)

Eerste fase = inspanningstrap waarmee de test

begint

5.

Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.

6.

Indien nodig kunt u de streefwaarde voor uw hartslag

aanpassen met het keuzewiel. Bevestig uw instellingen

met het keuzewiel.

7.

Het display geeft aan dat u kunt stoppen met de test

zodra u de streefwaarde voor uw hartslag hebt bereikt.

Start de test door het keuzewiel in te drukken.

UITVOERING VAN DE TEST
1.

Op het display komt het gekozen trappenmodel

van de test. Begin de test door te gaan fietsen. De

curve van uw hartslag wordt in het rood op het display

afgebeeld en wordt tijdens de test steeds bijgewerkt. De

streefwaarde voor de hartslag is een rode stippellijn.

2.

Wanneer uw hartslagniveau de streefwaarde bereikt,

geeft de monitor een geluidssignaal en een melding op

het display. Wij bevelen u aan om de test nu te stoppen,

maar als uw conditie voldoende goed is, kunt u ook

doorgaan met de test. Als de streefwaarde voor uw

hartslag correct is ingesteld (d.w.z. dat u precies genoeg

heeft vastgesteld wat uw maximale hartslag is), levert

doorgaan met de test echter geen verbetering in de

testnauwkeurigheid op. Als u uw maximale hartslag te

hoog inschat, wordt ook uw conditie te hoog ingeschat.

Op dezelfde manier wordt uw conditie te laag ingeschat

Advertising