Twee-frequentiestransmissie, Inductieve klem – RIDGID SeekTech ST-305 User Manual

Page 47

Advertising
background image

Ridge Tool Company



Tools For The Professional

TM

SeekTech

®

ST-305

• Sla de aardingspin zo ver mogelijk in de grond. Maak de

zone rondom de pin nat indien nodig.

• Houd de zenderkabels kort door de overtollige lengte

op de zenderbehuizing te draaien. Dat vermindert de

hoeveelheid interferentiesignalen van de kabels. Plaats

de zender zoveel mogelijk uit de buurt van het gebied

van de beoogde lokalisering. Dat geldt vooral in de

inductieve modus, om koppeling met de ontvanger door

de lucht te vermijden.

• Begin met de laagste frequentie en de laagste

hoeveelheid stroom die nodig is om de leiding

doeltreffend te bekrachtigen. Lagere frequenties

reiken verder omdat ze niet zo vlug oplossen. Hogere

frequenties maken het gewoonlijk gemakkelijker

om een leiding te bekrachtigen, maar ze reiken niet

zo ver en koppelen veel gemakkelijker op andere

leidingen, waardoor het signaal wordt vervormd en de

nauwkeurigheid afneemt.

Twee-frequentiestransmissie

De ST-305 kan in de twee-frequentiesmodus worden

geschakeld door de frequentietoets langer dan 1 seconde

ingedrukt te houden (lange druk). Om de twee-

frequentiesmodus te verlaten, drukt u de frequentietoets

opnieuw lang in. Zie figuur 2.

In de twee-frequentiesmodus kunt u de volgende frequentie-

instellingen overlopen door de frequentietoets kort in te

drukken:

1. alleen 93 kHz (snel knipperende 33kHz LED).

2. twee-frequentiestransmissie met 33 kHz en 1 kHz

(LEDs voor 33 kHz en 1 kHz branden beide).

3. twee-frequentiestransmissie met 33 kHz en 8 kHz

(LEDs voor 33 kHz en 8 kHz branden beide).

Twee-frequentiestransmissie is alleen beschikbaar in de

rechtstreekse-aansluitingsmodus.

Het voordeel van twee frequenties is dat u de voordelen

van een lagere frequentie (minder kans op overvloeiing,

grotere afstand) kunt combineren met de voordelen van een

hogere frequentie (een hogere frequentie kan over kleine

hindernissen “springen” waardoor de tracering kan worden

voortgezet). Start met een lagere frequentie en wanneer het

signaal stopt ten gevolge van bijvoorbeeld een verroeste

klep, schakelt u om op een hogere frequentie zonder dat u

terug hoeft te gaan naar uw zender om hem in te stellen op

een hogere frequentie.

Inductieve klem

Figuur 8: ST-305 met inductieve klem

Bij gebruik van een inductieve klem plugt u de stekker van

de inductieve klem in de aansluiting op het uiteinde van de

zender. De inductieve-modus-LED knippert snel wanneer er

een klem is aangesloten. De klemmen en kabels worden niet

gebruikt. Noteer dat beide uiteinden van de leiding moeten

worden geaard om een helder signaal te krijgen bij gebruik

van een inductieve klem.

Plaats de inductieve klem rondom een bereikbaar gedeelte

van de te traceren leiding. De klem induceert een signaal in

de geleider wanneer de zender wordt ingeschakeld.

Selecteer de frequentie en het vermogen zoals bij de

methode met rechtstreekse aansluiting. De beschikbare

frequenties voor gebruik met een inductieve klem zijn

1 kHz, 8 kHz en 33 kHz.

Figuur 9: inductieve klem bevestigd rondom een geleider

Advertising