Bediening, Nederlands, Algemene aanwijzingen – STIEBEL ELTRON CFK 5 с 01.01.1998 User Manual

Page 12: Veiligheid, Toestelbeschrijving, Instellingen, Reiniging, verzor- ging en onderhoud, Probleemoplossing

Advertising
background image

12 | cFK 5

nederlands

Bediening

1. Algemene

aanwijzingen

1.1 Informatie over dit do-

cument

het hoofdstuk "Bediening" is be-

doeld voor de gebruiker van het

product en voor de installateur.
het hoofdstuk "installatie" is be-

stemd voor de installateur.

Aanwijzing

lees deze handleiding voor

gebruik zorgvuldig door en

bewaar deze op een veilige plaats.

overhandig de handleiding in

voorkomende gevallen aan een

volgende gebruiker.

1.2 Aandachtspunten in

deze documentatie

Levensgevaar door

elektrische schok

Brandgevaar

Verbrandingsgevaar

!

Letselgevaar

!

Toestel- en milieuschade

informatie over een mo-

gelijk gevaarlijke situatie

die tijdens de installatie van het

toestel of als het toestel in bedrijf

is, kan optreden en schade kan

veroorzaken aan het toestel of aan

het milieu of tot financiële schade

kan leiden.

Dit lezen!

lees deze paragraaf gron-

dig door.

f

f

dit symbool geeft aan dat u iets

moet doen. de vereiste han-

delingen worden stapsgewijs

beschreven.

A

deze markering verwijst naar afbeel-

ding a.

1.3 Symbolen op het toestel

het symbool betekent het volgende:

Het toestel afdanken

toestellen met dit logo

horen niet thuis bij het

restafval en moeten afzonderlijk

worden ingezameld en verwerkt.

Toestel niet afdekken

plaats nooit objecten of tex-

tiel op het toestel. objecten

of textiel kunnen vlam vatten.

1.4 Meeteenheden

Aanwijzing

tenzij anders wordt ver-

meld, worden alle maten in

millimeter aangegeven.

2. Veiligheid

2.1 Voorgeschreven gebruik

het toestel is bestemd voor het ver-

warmen van kleinere ruimtes, bijv.

toiletten.
elk ander gebruik geldt niet als ge-

bruik conform de voorschriften. het

voorgeschreven gebruik betekent

ook het naleven van deze handlei-

ding. in geval van wijzigingen van of

aanpassingen aan het toestel vervalt

de garantie!
het toestel is bestemd voor gebruik

in een huishoudelijke omgeving.

het kan veilig worden bediend door

personen die daarover niet zijn geïn-

strueerd. het toestel kan eventueel

ook buiten een huishouden gebruikt

worden, bijv. in het kleinbedrijf, voor

zover het op dezelfde wijze wordt

gebruikt.

2.2 Algemene veiligheids-

aanwijzingen

neem de hierna vermelde veilig-

heidsaanwijzingen en voorschriften

in acht.
gebruik het toestel uitsluitend als

het volledig is geïnstalleerd en als

alle veiligheidsuitrustingen zijn aan-

gebracht.

BRANDGEVAAR

Gebruik het toestel niet,

- wanneer er door chemi-

caliën, stof, gassen of dampen ge-

vaar voor brand of explosies be-

staat in de ruimte met het toestel;

- in de onmiddellijke omgeving

van leidingen of containers met

brandbare of explosieve stoffen;

- wanneer in de opstelruimte

bijvoorbeeld leg-, slijp-, coating-

werkzaamheden worden uitge-

voerd.

wanneer er wordt gewerkt met

benzine, sprays, boenwas en der-

gelijke.

GEVAAR voor elektrische

schok

Het toestel mag

uitsluitend worden geopend als

het spanningsvrij is en alleen

door een vakman.

GEVAAR voor elektrische

schok

Gebruik het toestel niet

wanneer de netaansluitkabel is

beschadigd.

Een beschadigde

netaansluitkabel mag uitsluitend

door een vakman worden

vervangen.

GEVAAR voor

verbrandingen

Als het toestel in bedrijf

is, worden de behuizing en de

afgevoerde lucht heet (meer dan

80 °C).

GEVAAR voor ontsteking

Er mogen op het toestel of

in de onmiddellijke omge-

ving ervan geen brandbare, ont-

vlambare of warmte-isolerende

voorwerpen of stoffen geplaatst

worden, zoals wasgoed, dekens,

tijdschriften, blikken boenwas of

benzine, spuitbussen en derge-

lijke.

!

GEVAAR voor letsel

Als kinderen of personen

met beperkte lichame-

lijke, zintuiglijke of geestelijke

vermogens het toestel moeten

bedienen, moet ervoor worden

gezorgd dat dit alleen gebeurt

onder toezicht of na degelijke

instructies door een persoon die

voor hun veiligheid verantwoor-

delijk is.

Houd altijd toezicht op kinderen

en zorg ervoor dat ze nooit met

het toestel spelen.

BRANDGEVAAR

Het toestel mag niet wor-

den afgedekt; anders be-

staat er oververhittingsgevaar.

2.3 Veilige afstanden

u dient tussen het toestel en alle

aangrenzende objecten, zoals meu-

bels, gordijnen, draperieën en textiel

en alle andere brandbare en niet-

brandbare materialen de volgende

minimale afstanden aan te houden:

A

!

Toestel- en milieuschade

de warme lucht moet on-

gehinderd uit het toestel

kunnen stromen.

2.4 Keurmerk

zie het typeplaatje op het toestel.

3. Toestelbeschrijving

het toestel is een convector. de ver-

warmde lucht wordt gelijkmatig en

tochtvrij door de bovenste openin-

gen van het toestel afgegeven aan de

omgevingslucht.
het toestel is uitgerust met een

thermostaat. deze waarborgt dat de

geselecteerde kamertemperatuur

constant wordt gehouden.

4. Instellingen

4.1 Bedieningspaneel

B

1 temperatuurinstelknop

4.2 Toestel inschakelen

f

f

sluit het toestel met de

stroomstekker aan op de

stroomvoorziening.

4.3 Kamertemperatuur in-

stellen

f

f

stel met de temperatuurinstel-

knop de gewenste kamertempe-

ratuur in.

het is mogelijk temperaturen van +6

°c tot 45 °c traploos in te stellen.
de thermostaat schakelt het toestel

automatisch uit, wanneer de ge-

wenste kamertemperatuur wordt

bereikt.
als de gewenste kamertempera-

tuur niet wordt bereikt, schakelt de

thermostaat het toestel automatisch

weer in. de kamertemperatuur wordt

constant gehouden.

4.4 Vorstbeveiliging

f

f

zet de temperatuurinstelknop

op stand **.

de thermostaat schakelt het toestel

automatisch in, wanneer de tempe-

ratuur lager wordt dan de vooraf in-

gestelde vorstbeschermingstempe-

ratuur (zie daarvoor hoofdstuk "tech-

nische gegevens/gegevenstabel").

4.5 Toestel uitschakelen

f

f

ontkoppel het toestel van de

stroomvoorziening door de

stroomtrekker eruit te trekken.

5. Reiniging, verzor-

ging en onderhoud

als er een lichte, bruinachtige ver-

kleuring optreedt op de behuizing

van het toestel, moet deze zo vlug

mogelijk met een vochtige doek

worden afgeveegd. reinig het toe-

stel in koude toestand met de klas-

sieke onderhoudsmiddelen. vermijd

schurende en bijtende onderhouds-

middelen.

!

Toestel- en milieuschade

spuit geen reinigingsspray

in de luchtspleten.

Aanwijzing

net zoals bij alle verwar-

mingstoestellen ontstaan er

mogelijk verkleuringen op de wand

door de opstijgende warme lucht.

6. Probleemoplossing

probleem: het toestel wordt niet

warm.

Oorzaak

f

Oplossing

er is geen of een

te lage kamer-

temperatuur

gekozen.

zet de tempe-

ratuurinstel-

knop hoger.

probleem met de

voeding.

controleer de

zekering en de

aardlekschake-

laar in uw huis-

installatie.

de veiligheids-

temperatuurrege-

laar is geactiveerd

om het toestel

te beschermen

tegen oververhit-

ting.

informeer de

klantenservice.

als u de fout niet kunt verhelpen, in-

formeer dan uw vakman.
om u nog beter en sneller te kunnen

helpen deelt u hem het nummer op

het typeplaatje mee (XXXXXXXX).

Advertising