Best KASC 1288 User Manual

Page 21

Advertising
background image

actief en verschijnt op de Display (L) de letter “A”.
L) Display:
- geeft de huidige snelheid weer
- geeft de Automatische bediening weer aan de hand van de letter “A”. Indien de snelheid van de motor wordt gewijzigd,
wordt de huidige snelheid 3-maal knipperend weergegeven, waarna opnieuw de letter “A” verschijnt.
- meldt het Filteralarm (motor uitgeschakeld) door het centraal segment 30" lang weer te geven.
FILTERALARM: wordt aangegeven met Uitgeschakelde Motor, gedurende 30":
Na 30u werking, verschijnt op de display het centraal segment; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, knippert op de display het centraal segment; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de
koolstoffilters moeten worden vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm
gedrukt op de knop C om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET).
GEVOELIGHEID VAN DE GASSENSOR: de gevoeligheid van de sensor kan volgens de eigen behoefte worden gewijzigd.
Om de gevoeligheid te wijzigen, dient het apparaat zich in de handbediening te vinden (op de display mag niet de letter
“A” maar moet de huidige snelheid weergegeven zijn); zo niet, druk op de knop E.
Wijzig de gevoeligheid van de sensor door tegelijk te drukken op de knoppen D en E. De ingestelde gevoeligheid wordt
weergegeven op de display. Met de knoppen C(-) en D(+) wordt de gevoeligheid ingesteld Bewaar de “nieuwe” gevoeligheid
door te drukken op de knop E.
OPGELET: OM DE SENSOR NIET TE BESCHADIGEN, WORDEN VLAKBIJ DE AFZUIGKAP GEEN
SILICONENPRODUCTEN GEBRUIKT!

BEDIENINGSELEMENTEN van Afb.22:

Knop A: Lampjes uit.
Knop B: Lampjes aan.
Knop C : mindert de snelheid van de motor, tot de minimumsnelheid wordt bereikt. Indien de knop gedurende 2" ingedrukt
wordt gehouden, valt de motor stil en wordt de snelheid in het geheugen bewaard.
Knop D : schakelt de motor in (op de laatst gebruikte snelheid) en verhoogt de snelheid van de motor tot de maximale
snelheid wordt bereikt.
Display L:
- geeft de huidige snelheid weer.
- meldt het Filteralarm (motor uitgeschakeld) door het centraal segment weer te geven.
- meldt de activering van de Timer aan de hand van het knipperend cijfer.
Knop E: activeert de TIMER (motor ingeschakeld), waarbij de kap na 5' vanzelf uitgaat. Bovendien,
wordt bij een actief Filteralarm de telling van de uren teruggesteld (motor uitgeschakeld).
FILTERALARM: wordt aangegeven met Uitgeschakelde Motor:
Na 30u werking, licht op de display het centraal segment op; Dit betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, knippert op de display het centraal segment; Dit betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd
en de koolstoffilters moeten worden vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm
gedrukt op de knop E om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET).

Vetfilter: bijzondere zorg dient te worden besteed aan de vetfilters die regelmatig moeten worden schoongemaakt,

wanneer het alarm “vetfilters” verschijnt. Voor instructies over het alarm van de filters, zie de paragraaf Bedieningselementen.
Was de filters met een neutraal reinigingsmiddel af. Demontage van de vetfilter: kristalelement openen door een
draaibeweging naar buiten toe (Afb.16); vetfilter verwijderen door de houder naar buiten toe te draaien (Afb. 17).

Koolstoffilters: als het apparaat gebruikt wordt in de filterversie, moeten de koolstoffilters periodiek worden

vervangen, wanneer het alarm “koolstoffilters” verschijnt. Voor instructies over het alarm van de filters, zie de paragraaf
Bedieningselementen. Demontage van de koolstoffilter: kristalelement openen door een draaibeweging naar buiten toe
(Afb.16); vetfilter verwijderen door de houder naar buiten toe te draaien (Afb. 17). Koolstoffilter verwijderen door hem
naar beneden te duwen en naar buiten toe te draaien (Afb.18).

Verlichting: voor vervanging van de halogeen lampen de deksel openen door het op te lichten in de daarvoor

bestemde opening (Afb. 23). Vervangen met lampen van hetzelfde type. LET OP: het lampje niet met de blote hand
aanraken. Als de halogeenlampjes na vervanging nog niet werken, moet u het apparaat laten afkoelen en de voeding
enkele seconden wegnemen.

WAARSCHUWING

Bij aanwezigheid van sterke dampconcentraties, kan condensvorming optreden in de het onderste gedeelte van de
afzuigkap; dit duidt niet op een defect en beïnvloedt niet de normale werking van de afzuigkap.

Advertising