Iin ns st ta al ll la at tiie e, G ge eb br ru uiik ks sa aa an nw wiijjz ziin ng g – Velleman ASTRO-10 User Manual

Page 10

Advertising
background image

1

1.. B

BE

EL

LA

AN

NG

GR

RIIJJK

KE

E V

VO

OO

OR

RZ

ZO

OR

RG

GS

SM

MA

AA

AT

TR

RE

EG

GE

EL

LE

EN

N

• De gasflessen dienen volgens de op het betreffende gebied geldende

voorschriften gebruikt en bewaard te worden.

Indien de generator langdurig met maximaal vermogen gebruikt

wordt kan er ten gevolge van te hoge verdamping ijsvorming ont-
staan op het reservoir. Richt de heteluchtstroom nooit op het reser-
voir.

• Gebruik enkel en alleen de bijgeleverde drukregelaar.
• Gebruik de generator nooit zonder de externe afscherming.
• Breng geen veranderingen aan aan de in- en uitlaatstukken van de

generator.

• Raadpleeg in geval van slechte werking de technischeservicedienst.
• De heteluchtgeneratoren waarop deze handleiding betrekking heeft

mogen enkel en alleen buiten gebruikt worden of in ruimtes waar
doorlopend ventilatie plaatsvindt.

• Er dient een opening naar buiten aangebracht te worden ter grootte van 25 cm2 per elke kW warm-

tevermogen, en wel evenredig verdeeld over het bovenste en het onderste gedeelte van de ruimte,
met een minimale afmeting van 250 cm

2

.

• Uitgaand van een lege ruimte, mag een waarde van 100 W/m3 niet overschreden worden. De inhoud

van de ruimte mag in ieder geval niet minder bedragen dan 100 m .

• Gebruik de generator niet in kelders of op ondergronds niveau.
• De generator dient met behulp van een sperklep van de gasfles afgesloten te zijn.
• Tijdens het vervangen van de gasfles dienen alle veiligheidsvoorschriften opgevolgd te worden,

waarbij de aanwezigheid van een vrije vlam ten strengste verboden is.

• De flexibele gasslangen mogen niet blootgesteld worden aan draaibewegingen.
• De generator dient zodanig opgesteld te zijn dat brandgevaar uitgesloten is; de uitlaatopening voor

de hetelucht dient zich op minimaal 3 meter afstand van brandbare wanden of plafonds te bevinden
en mag in geen geval gericht zijn op de gasfles.

• Maak uitsluitend gebruik van bijgeleverde gasslangen of originele onderdelen.
• De apparaten waarop deze handleiding betrekking heeft zijn niet geschikt voor huishoudelijk

gebruik.

• Indien de heteluchtgenerator gedurende lange tijd met maximaal vermogen werkt, kan door de hoge

gasverdamping aan de buitenkant van de reservoirs ijsvorming ontstaan, waardoor het vermogen
vermindert.

• Bij het gebruik van een te klein reservoir vindt er, ook al ontstaat er aan de buitenkant geen ijsvor-

ming, toch een drukdaling plaats waardoor de generator buiten gebruik kan raken.

• Indien het toestel langdurig met maximaal vermogen wordt gebruikt, is het raadzaam dereservoirs

parallel op te stellen (Afb. 1)

• In geval van gaslek of enige verdenking daartoe de gasfles onmiddellijk sluiten, apparatuur uitscha-

kelen en niet weer in gebruik nemen. Voordat u het opnieuw in bedrijf stelt eerst een controle laten
uitvoeren door de servicedienst. Wanneer de apparatuur in een gesloten ruimte staat, dient deze
onmiddellijk gelucht te worden door deuren en ramen wijd te openen. Voorkom daarbij open vuur
en het ontstaan van vonken.

2

2.. IIN

NS

ST

TA

AL

LL

LA

AT

TIIE

E

• Sluit het toestel aan op 230V ~ 50Hz.
• Het toestel dient enkel en alleen gevoed te worden door een elektrische installatie voorzien van een

differentiaalschakelaar.

• Zorg ervoor dat het toestel geaard is.
• Verbind de gastoevoerslang met de drukverminderingsklep op de LPG fles.
• Draai de kraan op de fles open en controleer de slang en de fittings op eventuele lekkage met

behulp van schuim. MAAK NOOIT GEBRUIK VAN EEN OPEN VLAM.

• Verbind in geval van een automatisch toestel, de in de ruimte bestaande thermostaat met de desbe-

treffende stop van de generator en stel de gewenste temperatuur in.

3

3.. G

GE

EB

BR

RU

UIIK

KS

SA

AA

AN

NW

WIIJJZ

ZIIN

NG

G

3

3..1

1 IIN

NS

SC

CH

HA

AK

KE

EL

LE

EN

N

H

Ha

an

nd

db

be

ed

diie

en

nd

d tto

oe

es

stte

ell

• Zet de ventilatorschakelaar op stand I (Afb.2) en controleer of de ventilator draait.
• Druk de knop van de gasklep in en druk tegelijkertijd herhaaldelijk de piezo-elektrische knop in tot-

dat de brander aanslaat. (Afb. 3-4)

• Houd de klepknop vervolgens ongeveer 10 seconden ingedrukt (Afb.5). Indien de generator na het

loslaten van de klepknop afslaat, dient de handeling herhaald te worden waarbij de klepknop iets
langer ingedrukt blijft. Regel de gastoevoer overeenkomstig het gewenst warmtevermogen: draai de
kraan naar links voor het toenemen van het vermogen, naar rechts voor het verminderen.

A

Au

utto

om

ma

attiis

sc

ch

h tto

oe

es

stte

ell

• Zet de ventilatorschakelaar op stand II (Winter) en controleer of de ventilator draait. Na een kortstondige preventilatie gaat de vlam

branden.

• Regel de gastoevoer al naar gelang het gewenst warmtevermogen: draai de kraan naar links voor het toenemen van het vermogen,

naar rechts voor het verminderen.

• Indien de generator enkele seconden na het ontsteken van de vlam geblokkeerd wordt, gaat de controledrukknop RESET branden.

Controleer in dit geval of alle instructies van de voorgaande paragraaf(“Installatie”) nauwkeurig zijn opgevolgd.

• Druk na ongeveer 1 minuut de knop RESET alle aangegeven handelingen voor de in werkingstelling.

7

NL

Afb. 1

Afb 2

Afb 3

Afb 4

Afb 5

Advertising