Tips voor het bakken, Braden en grillen, Tips voor het braden – Siemens HV541ANS0 User Manual

Page 67: Tips voor het grillen

Advertising
background image

67

Tips voor het bakken

Braden en grillen

Vormen
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Zet de

vorm altijd midden op het rooster. Voor grote stukken vlees is

ook de geëmailleerde bakplaat geschikt.

Tips voor het braden

Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht

gelijkmatiger bruin wordt.

Doe bij mager vlees 2 tot 3 eetlepels en bij stoofvlees 8 tot

10 eetlepels vloeistof, afhankelijk van de grootte.

Steek bij eend of gans het vel onder de vleugels vast, dan

kan het vet weglopen.

Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen

het einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water

of sinaasappelsap.

Keer stukken vlees na de helft van de bereidingstijd.

Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de

uitgeschakelde, gesloten oven blijven liggen. Zo wordt het

vleessap beter verdeeld.

Bij het braden van grotere vleesstukken kan er meer stoom

ontstaan en neerslag op de ovendeur terechtkomen. Dit is

normaal en heeft geen invloed op de werking. Wrijf na het

braden de ovendeur en het kijkvenster droog met een

doekje.

Braadt u direct op het rooster, plaats dan ook de

geëmailleerde bakplaat op inschuifhoogte 1, zodat het vet

kan worden opgevangen.

Tips voor het grillen

Gebruik zoveel mogelijk stukken van gelijke dikte voor het

grillen. Ze moeten minstens 2 tot 3 cm dik zijn. Zo worden ze

gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.

Leg de te grillen producten op het midden van het rooster.

Giet een beetje water op de geëmailleerde bakplaat en plaats

hem op de inschuifhoogte eronder, zodat het vet wordt

opgevangen. Plaats hem nooit direct op de bodem van de

binnenruimte.

Besprenkel het vlees met wat olie voordat u het op het

rooster onder de grill legt.

Keer dunner vlees na de helft van de grilltijd en dikker vlees

vaker tijdens het grillen. Gebruik hierbij een grilltang, dan

doorboort u het vlees niet en blijft het vleessap in het vlees.

Donkere vleessoorten, zoals lams- en rundvlees, worden

sneller en beter bruin dan licht varkens- en kalfsvlees.

Zo stelt u vast of de cake goed door-

bakken is.

Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje

in het hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het

gebak klaar.

Het gebak zakt in.

Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager

in. Houd rekening met de omroertijden in het recept.

Het gebak is in het midden hoog gere-

zen en lager bij de randen.

De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig

los met een mes.

Het gebak wordt te donker aan de

bovenkant.

Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.

Het gebak is te droog.

Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens druppelt u

er vruchtensap of alcohol over. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden hoger

in en houd kortere baktijden aan.

Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)

ziet er goed uit, maar is van binnen klef

(zacht, doortrokken met waterstrepen)

Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere tem-

peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi

het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recep-

ten en baktijden.

Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor-

den.

Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Bakpapier dat

uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het

goed op de plaat past.

Het vruchtengebak is te licht aan de

onderkant.

Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.

Het sap van de vruchten stroomt over.

Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.

Klein gebak van gistdeeg plakt bij het

bakken aan elkaar.

Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende

plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.

Bij het bakken van vochtig gebak ont-

staat er condenswater.

Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan

neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.

Dit is normaal.

Advertising