Pioneer XC-HM70-K User Manual

Page 184

Advertising
background image

28

Nl

Geen toegang mogelijk tot het apparaat aangesloten op het
netwerk.
 Het apparaat aangesloten op het netwerk is niet juist

ingesteld. Als de client automatisch geautoriseerd wordt,
moet u de corresponderende informatie opnieuw invoeren.
Controleer of de verbindingsstatus op “Niet autoriseren” is
ingesteld.

 Er zijn geen afspeelbare audiobestanden op het apparaat

aangesloten op het netwerk. Controleer de audiobestanden
opgeslagen op het apparaat aangesloten op het netwerk.

De audioweergave wordt plotseling gestopt of er zijn
storingen.
 Het audiobestand dat wordt afgespeeld is niet opgenomen in

een formaat dat de receiver kan afspelen.

- Controleer of het audiobestand is opgenomen in een

formaat dat door de receiver wordt ondersteund.

- Controleer of de map beschadigd is of de gegevens

verminkt.

- Merk op dat er gevallen zijn waarbij de audiobestanden als

afspeelbaar op de receiver zijn aangegeven, maar toch niet
afgespeeld of weergegeven kunnen worden (bladzijde 22).

 De LAN-kabel is niet goed aangesloten. Sluit de LAN-kabel

correct aan (bladzijde 10).

 Er is veel dataverkeer op het netwerk terwijl er tevens

verbinding is met internet op hetzelfde netwerk. Gebruik
100BASE-TX voor toegang tot de apparaten in het netwerk.

Geen toegang mogelijk tot Windows Media Player 11 of
Windows Media Player 12.
In geval van Windows Media Player 11: U bent op het moment

op het domein ingelogd via uw PC met Windows XP of
Windows Vista geïnstalleerd. In plaats van inloggen op het
domein, moet u op de lokale apparatuur inloggen
(bladzijde 20)

In geval van Windows Media Player 12: U bent op het moment

op het domein ingelogd via uw PC met Windows 7
geïnstalleerd. In plaats van inloggen op het domein, moet u op
de lokale apparatuur inloggen (bladzijde 20)

Kan niet naar internet-radiozenders luisteren.
 De firewall-instellingen voor de apparaten in het netwerk zijn

geactiveerd. Controleer de firewall-instellingen voor de
apparaten in het netwerk.

 U bent niet verbonden met internet. Controleer de

verbindingsinstellingen voor de apparaten in het netwerk en
neem indien nodig contact op met uw netwerkserviceprovider
(bladzijde 21).

 De uitzendingen van een internet-radiozender worden gestopt

of onderbroken. Er zijn gevallen waarin u niet naar bepaalde
internet-radiozenders kunt luisteren, hoewel de zenders toch
in de lijst staan van de internet-radiozenders van de receiver
(bladzijde 20).

De NETWORK-functie kan niet met de toetsen op de
afstandsbediening worden bediend.
 De afstandsbediening staat niet in de NETWORK-modus.

Druk op NETWORK om de afstandsbediening op de
NETWORK-modus in te stellen (bladzijde 20).

Problemen oplossen van draadloze LAN

Er is geen toegang tot het netwerk via draadloze LAN.
 De draadloze LAN-convertor is niet ingeschakeld (De

indicators “Power”, “WPS” en “Wireless” branden niet
allemaal). Controleer of de USB-kabel waarmee de draadloze
LAN-convertor is aangesloten op het aansluitpunt DC
OUTPUT for WIRELESS LAN
van de receiver juist is
aangesloten.

 De LAN-kabel is niet stevig aangesloten. Sluit de LAN-kabel

stevig aan (bladzijde 10).

 De draadloze LAN-convertor en de hoofdunit (draadloze LAN-

router, enz.) bevinden zich te ver van elkaar af, of er bevindt
zich een obstakel tussen de twee apparaten. Breng
verbetering aan de omgeving van de draadloze LAN aan door
de draadloze LAN-convertor en de basisunit dichter bij elkaar
te zetten, e.d.

 Er bevindt zich een magnetron of ander apparaat dat

elektromagnetische golven produceert in de buurt van de
draadloze LAN.

- Gebruik het systeem op een plaats uit de buurt van

magnetrons en andere apparaten die elektromagnetische
golven produceren.

- Gebruik waar mogelijk geen apparatuur die

elektromagnetische golven produceren als het systeem met
de draadloze LAN wordt gebruikt.

 Er zijn meerdere draadloze LAN-convertors op de draadloze

LAN-router aangesloten. Als meerdere draadloze LAN-
convertors worden aangesloten, dan moet het IP-adres
daarvan worden gewijzigd. Als bijvoorbeeld het IP-adres van
de draadloze LAN-router “192.168.1.1” is, stel dan het IP-adres
van de eerste draadloze LAN-convertor in op “192.168.1.249”,
het IP-adres van de tweede draadloze LAN-convertor op
“192.168.1.248”, waarbij waarden van tussen 2 en 249 worden
gebruikt (zoals “249” en “248”) die niet aan andere draadloze
LAN-convertors of andere apparatuur zijn toegewezen.

 Draadloze LAN-aansluitingen kunnen niet tot stand worden

gebracht tussen de draadloze LAN-convertor en de basisunit
(draadloze LAN-router enz.).

- Schakel het apparaat uit terwijl de draadloze LAN-convertor

op de receiver is aangesloten, verwijder het netsnoer uit het
stopcontact en steek daarna het netsnoer weer in en
schakel de receiver in.

- De draadloze LAN-convertor moet worden ingesteld om de

draadloze LAN-aansluitingen tot stand te brengen.

Raadpleeg de bedieningshandleiding van de draadloze
LAN-convertor voor meer gegevens.

 De draadloze LAN-convertor is op juiste wijze op de receiver

aangesloten en de indicators van de draadloze LAN-convertor
branden, maar de draadloze LAN-convertor kan niet vanaf de
receiver worden ingesteld (het instellingenscherm kan niet
worden weergegeven).
Als Network Modes in de Network Settings van de receiver
op STATIC staat en het IP-adres wordt handmatig ingesteld,
dan correspondeert het IP-adres dat in de draadloze LAN-
convertor is ingesteld mogelijk niet. Zet Network Modes op
DHCP in de Network Settings van de receiver. Schakel de
receiver uit nadat de instellingen zijn gedaan. Schakel daarna
de receiver weer in en controleer of de instellingen van de
draadloze LAN-convertor met de receiver kunnen worden
weergegeven.
Als de instellingen kunnen worden weergegeven, wijzig dan
waar nodig de instellingen van het IP-adres van de receiver en
de draadloze LAN.

 De instellingen van het IP-adres van de receiver en de

draadloze LAN-convertor corresponderen niet met de
instellingen van de draadloze LAN-router enz.
Controleer de instellingen van het IP-adres van de receiver en
de draadloze LAN-convertor (inclusief de Network Modes).
Schakel de receiver uit als de Network Modes van de
receiver op DHCP staat, en schakel het apparaat daarna weer
in.
Controleer of de IP-adressen van de receiver en de draadloze
LAN-convertor corresponderen met de instellingen van de
draadloze LAN-router, enz.
Als de Network Modes van de receiver op STATIC staat, stel
dan een IP-adres in dat correspondeert met het netwerk van
de basisunit (draadloze LAN-router enz.)
Als bijvoorbeeld het IP-adres van de draadloze LAN-router
“192.168.1.1” is, stel dan het IP-adres van de receiver in op
“192.168.1.XXX” (*1), het Subnet Mask op “255.255.255.0”, de
Gateway en DNS op “192.168.1.1”.
Zet daarna het IP-adres van de draadloze LAN-convertor op
“192.168.1.249” (*2).
(*1) Zet de “XXX” in “192.168.1.XXX” op een waarde tussen 2
en 248 die niet aan andere apparaten is toegewezen.
(*2) Zet “249” in “192.168.1.249” op een waarde tussen 2 en
249 die niet aan andere apparaten is toegewezen.

 Probeer de geavanceerde instellingen van de draadloze LAN-

convertor in te stellen.
De draadloze LAN-convertor kan op een computer worden
aangesloten om de geavanceerde instellingen van draadloze
LAN uit te voeren. Zie de bijgesloten CD-Rom van de draadloze
LAN-convertor voor meer gegevens. Controleer de instellingen
van de draadloze LAN-router enz. en wijzig daarna de
instellingen van de draadloze LAN-convertor.

X-HM70_En.book 28 ページ 2011年7月11日 月曜日 午前9時23分

Advertising
This manual is related to the following products: